Mark de Kruijff: 'Mijn broer gaat mij weer gezond maken'

24 december 2010 om 19:39 Mensen

BARNEVELD In eerste instantie zag Mark de Kruijff (22) zijn ziekte 'als een lange griep van een maand of zes'. Maar ruim twee jaar later is de lymfeklierkanker nog steeds niet uit zijn lichaam verdwenen. Kort na de jaarwisseling ondergaat de Barnevelder een risicovolle stamceltransplantatie. ,,Mijn broer gaat ervoor zorgen dat ik weer gezond word.''

Door Geertjan Jansen

December loopt al ten einde, maar eigenlijk begint de maand nu pas echt voor Mark de Kruijff. Hij is net hersteld van zijn maandelijkse chemokuur. Zijn gezicht ziet nog een beetje bleek maar hij voelt zich goed, verzekert hij de interviewer. ,,Na zo'n vijfdaagse kuur ben ik meestal een week ziek. Daarna heb ik twee weken om te genieten van het leven, totdat ik me weer in het ziekenhuis moet melden.'' Met dat genieten gaat het de komende veertien dagen wel goed komen'', zegt de Barnevelder met een glimlach op zijn gezicht. ,,Kerst vieren we gezellig met de familie. En met oud en nieuw ga ik flink feesten met mijn vrienden. Daar kijk ik echt naar uit! Zeker ook omdat ik besef dat het voorlopig mijn laatste feestje is.''

GEEN VERRASSING Het is september 2008 als artsen in Ede lymfeklierkanker bij Mark constateren. Hij voelt zich dan al maanden niet lekker, hoest veel en merkt tot zijn grote ergernis dat de revalidatie van zijn zware knieblessure, die hij met voetbal heeft opgelopen, niet goed loopt. Ondanks allerlei oefeningen verbetert zijn conditie nauwelijks. Het blijft lang gissen naar een verklaring, totdat blijkt dat Mark ernstig ziek is. ,,Natuurlijk schrok ik heel erg toen ik het slechte nieuws hoorde'', graaft de Barnevelder in zijn herinneringen. ,,Maar aan de andere kant kwam de diagnose niet als een verrassing. Ik had allerlei onderzoeken gehad en vermoedde al dat er iets goed mis was. Ik rolde als het ware in mijn ziekte.''

Hoewel Mark van de ene op de andere dag tot kankerpatiënt wordt gebombardeerd, besluit hij niet bij de pakken te gaan neerzitten. ,,Ik heb nooit gedacht 'ik ga nu dood'. De genezingskans was maar liefst negentig procent. Daarom zag ik mijn ziekte als een lange griep van een maand of zes. Ik verwachtte na een half jaar m'n leven weer te kunnen oppakken.''

NACHTMERRIE Na acht chemokuren en vijftien bestralingen stapt Mark in juli vorig jaar opgelucht in het vliegtuig naar Kreta om samen met zijn vrienden vakantie te vieren. ,,Het was geweldig. Ik zag die trip echt als een afsluiting van een nare periode.'' Enkele maanden later blijkt echter dat de nachtmerrie van Mark nog niet voorbij is. Een scan wijst uit dat er nog steeds 'iets' bij zijn longen zit. ,,Ik dacht aanvankelijk aan littekenweefsel'', zegt de Barnevelder. ,,Want ik voelde me gezond en de onderzoeken in het ziekenhuis gaven ook niet aan dat de kanker terug was. Dat bleek pas in december, nadat weefsel op kweek was gezet. Maar op dat moment bevestigde de arts eigenlijk iets dat ik al wist. De symptomen waren toen namelijk al terug.''

In hoog tempo en zonder een spoor van emotie vertelt Mark zijn verhaal. Naar woorden hoeft hij niet te zoeken. Het is alsof hij een film afspeelt met zichzelf in de hoofdrol. ,,Ik ben nu eenmaal een erg nuchter en positief ingesteld persoon'', verklaart hij. ,,Ik ben niet iemand die snel huilt en daar is ook helemaal geen reden voor. Natuurlijk heb ik het soms zwaar, maar dat geldt vooral ook voor mijn familie en mijn vriendin. Zij staan machteloos. Zelf kan ik tenminste nog chemokuren ondergaan. Ik moet er eerlijk gezegd niet aan denken dat ik zelf een kind zou hebben met kanker.''

STAMCELTRANSPLANTATIE Met zijn enorme vechtersmentaliteit ondergaat Mark pakweg een jaar geleden zijn eerste stamceltransplantatie. In het ziekenhuis in Nieuwegein worden gezonde cellen uit zijn eigen beenmerg gehaald om ze vervolgens terug te plaatsen in zijn lichaam. Het doel is dat de gezonde cellen de kankercellen verdrijven. Ondanks een positieve eerste test, blijkt afgelopen zomer dat de kanker nog steeds niet is verslagen. De arts windt er geen doekjes om en meldt dat het 'rekken' wordt in plaats van 'genezen'. Mark: ,,Die boodschap kwam keihard aan. Gelukkig kreeg ik kort daarna toch weer uitzicht op genezing. In het UMC in Utrecht zagen ze nog wel perspectief. Toen heb ik de knop omgezet, want met een positieve instelling verteer je de chemo's veel gemakkelijker.''

Deze kuren vormen voor Mark de aanloop naar een nieuwe stamceltransplantatie, die de lymfeklierkanker volgende maand definitief uit zijn lichaam moet verbannen. Deze keer met cellen uit het lichaam van zijn broer Erik. ,,Broers en zussen zijn de beste donoren, omdat de kans dat hun cellen worden afgestoten kleiner is'', heeft Mark zich laten vertellen. ,,Mijn zus Annet bleek - tot haar eigen teleurstelling - echter niet geschikt, waardoor alle hoop op Erik was gevestigd. Gelukkig was tussen ons wel sprake van een 'match'. Het is de bedoeling dat zijn gezonde cellen het gevecht aangaan met mijn zieke.'' Lachend: ,,Normaal kan ik absoluut niet tegen mijn verlies, maar in dit geval mag Erik wel een keer van me winnen.'' Broer Erik is inmiddels aangeschoven. Hij is blij dat hij donor kan zijn, zegt hij. ,,Tot op heden heb ik alleen maar kunnen toekijken. Nu kan ik Mark eindelijk echt helpen.''

Voordat de transplantatie kan plaatsvinden, moet Erik een paar dagen lang bij zichzelf een groeihormoon inspuiten waardoor stamcellen uit het beenmerg in de bloedbaan terecht komen. Vervolgens moet hij begin januari een middag aan het infuus. Bij beide armen wordt dan tegelijkertijd bloed afgenomen. Een aangesloten centrifuge filtert de benodigde stamcellen uit het bloed. Nog diezelfde dag worden die bij Mark ingebracht.

RISICO De transplantatie is niet zonder risico's, weten de Barnevelders. Erik kan ziek worden en voor zijn broer kan de toediening van de stamcellen zelfs levensbedreigend zijn. Toch heeft Mark geen moment getwijfeld. ,,Niets doen kan ook dodelijk zijn. Ondanks het risico is dit een kans op herstel die we moeten pakken. Wat dat betreft ben ik blij dat ik nu leef. Tien jaar geleden bestond deze techniek namelijk nog niet.'' Angst voor de transplantatie heeft de Barnevelder niet. ,,Laat maar komen. Hoe eerder hoe beter.''

Bovendien voelt Mark zich al bijna drie jaar gesterkt door de steun van zijn familie, vriendin, vrienden en kennissen. ,,We waren altijd al een hechte familie, maar door mijn ziekte is de band alleen maar sterker geworden. Ze komen altijd naar het ziekenhuis om me te steunen en thuis zijn ze er ook altijd voor me.'' Vriendin Anne Kamstra is ook altijd van de partij. ,,Het bijzondere is dat we verkering hebben gekregen toen ik al ziek was. Ze is superbelangrijk voor me. Natuurlijk zijn er momenten dat ik het zwaar heb en juist dan is zij er altijd om me op te beuren.''

Ook zijn voetbalvrienden van SDV Barneveld hebben Mark nooit in de steek gelaten. ,,We zijn altijd erg hecht geweest, maar het is niet normaal hoeveel steun ze me geven. Als het even kan, kijken we samen naar voetbalwedstrijden op televisie of drinken we gezellig een biertje.''

In de omgang met vrienden en familie is de Barnevelder niet vies van de nodige zelfspot en ook grappen over zijn ziekte passeren vaak de revue. Met een glimlach op zijn mond geeft hij een voorbeeld. ,,Mijn broer en ik willen graag een hond, maar mijn ouders denken daar anders over. Daarom had ik laatst gezegd dat ik van de verpleging geregeld een wandeling moet maken en dat een hond daarvoor ideaal is. 'Of willen jullie niet dat ik genees?', hield ik hen voor. Helaas trapten ze er niet in.''

De wens om een hond te hebben, staat in schril contrast met de grote droom die Mark naleeft: weer helemaal gezond worden. Voor dat grote doel moet alles wijken. ,,Ik ben nooit een planner geweest, maar sinds ik ziek ben leef ik echt van dag tot dag. Alles draait om volledig herstel.''  Zo stopte de Barnevelder drie jaar geleden bijvoorbeeld tijdelijk met zijn opleiding commerciële economie aan Hogeschool Utrecht. Inmiddels is hij er drie jaar uit en denkt hij niet dat hij die studie ooit nog oppakt. ,,Maar laat ik eerst maar eens gezond worden. Daarna kijk ik wel verder.''

PERSPECTIEF De Barnevelder beseft dat er ook een kans is dat hij de ziekte niet overwint, maar daar denkt hij naar eigen zeggen nooit over na. Simpelweg omdat hij ervan overtuigd is dat hij de strijd tegen kanker wél als winnaar afsluit. ,,Er is nog volop perspectief. Zelfs als de kanker na de stamceltransplantatie terugkeert, zijn er nog kansen. Ik heb van mijn arts begrepen dat de behandeling dan kan worden herhaald.''

Met zijn vechtersmentaliteit heeft Mark veel respect afgedwongen in zijn omgeving. Zelf is hij daar erg nuchter over. ,,Ik heb gewoon een sterke drang om te overleven. Dan is het logisch dat je honderd procent voor genezing gaat en nooit opgeeft. Zolang ik kan ademen, blijf ik vechten!''

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie