,,Vermijd extreem lawaai’’

30 april 2007 om 00:00 Nieuws

VOORTHUIZEN - Slechthorendheid is een probleem waar één op de tien Nederlanders last van heeft. Voorthuizenaar Age Hoekstra (61) is een deskundige op dit gebied. Hij neemt na dertig jaar afscheid bij het Audiologisch Centrum Amersfoort, waar hij werkte als klinisch fysicus-audioloog. Een moeilijk woord voor iemand die veel weet over slechthorendheid. ,,Er moet nog een heleboel gebeuren.’’

Vanwege zijn afscheid heeft het Audiologisch Centrum voor vrijdag 11 mei een symposium georganiseerd met als thema ‘Raakvlakken’. Bovendien is het deze week de ‘Week van het oor’. Een goed moment dus om Age Hoekstra te laten vertellen over zijn werk en hem te vragen wat een klinisch fysicus-audioloog nu eigenlijk doet?

,,Een audioloog is in Nederland een fysicus”, legt de Voorthuizenaar. Een natuurkundige dus. ,,Klinisch wil zeggen: werkzaam in de medische sector. Een klinisch fysicus-audioloog heeft een functie waarin je veel weet over slechthorendheid en over maatregelen om daar wat aan te doen.”

Hoekstra studeerde natuurkunde in Groningen. ,,Daarna heb ik vier jaar wetenschappelijk onderzoek gedaan naar horen.” Om theorieën te toetsen, was ook onderzoek nodig bij zowel goed- als slechthorenden. Daarna ging hij op zoek naar een andere baan. ,,Ik was toen zeer geïnteresseerd in slechthorendheid: je wilt je kennis ten dienste stellen aan de slechthorende medemens.”

Over het beroep dat hij dertig jaar uitoefende, raakt Hoekstra bijna letterlijk niet uitgepraat. ,,Het horen op zichzelf is heel interessant”, vindt Hoekstra, die ook zijn liefde voor muziek noemt als een reden voor zijn beroepskeuze.

Slechthorendheid ontstaat op veel manieren. Eén van de oorzaken is lawaai. ,,Lawaaischade is vervelend: mensen merken dat pas als het te laat is.” Het begint met het niet horen van hoge tonen, maar gaat verder tot mensen bijvoorbeeld moeite hebben om anderen te verstaan. ,,Er zijn ook andere oorzaken’’, benadrukt de audioloog. ,,Het kan aangeboren zijn of verworven door een infectie, bijvoorbeeld als de moeder rode hond heeft tijdens de zwangerschap. Slechthorendheid kan ook voorkomen bij te vroeg geboren kindjes of het kan ouderdomsslechthorendheid zijn.”

Omdat het gehoor ook in verband staat met bijvoorbeeld taal- en spraakontwikkeling, is onderzoek noodzakelijk, legt hij uit. ,,Er zijn nieuwe gehoorscreenings voor baby’s, al in de eerste weken na de geboorte. Dat is belangrijk:hoe vroeger je iets weet en er iets aan doet, hoe effectiever het is.” De audioloog legt uit dat zelfs een klein beetje meer horen van belang kan zijn bij de ontwikkeling van een kind.

Tijdens zijn loopbaan als audioloog is er veel veranderd. ,,Voor de Tweede Wereldoorlog had je al hoortoestellen, die je mee moest sjouwen”, vertelt hij. In de zestiger jaren kwamen er toestellen die achter het oor geplaatst konden worden. Die werden in de jaren zeventig ook individueel instelbaar, aldus Hoekstra. ,,Tegenwoordig gebeurt alles volledig automatisch. Er zit een chip in het hoortoestel die het inkomend geluid bewaakt en bewerkt. De audioloog kan dit instellen op grond van het gedane onderzoek.”

Hoe bekend is het probleem van slechthorendheid eigenlijk? ,,Ik heb het idee dat het steeds beter wordt”, denkt Hoekstra, ,,Dat komt door voorlichting en reclame. De Hoorstichting doet veel om aandacht te krijgen bij het grote publiek. Maar er moet nog een heleboel gebeuren.”

In de ‘Week van het Oor’ staat de werkplek centraal. Ook moet er nog wel wat gebeuren aan het imago van het gehoortoestel, vindt de Voorthuizenaar. ,,Veel mensen hebben nog steeds iets van: ‘Daar wil je niet mee lopen’.” Volgens de audioloog heeft één op de tien Nederlands last van slechthorendheid en heeft tweederde van hen baat bij een hoortoestel. De praktijk is dat maar de helft van deze groep zo’n hulpmiddel heeft.

Heeft Hoekstra nog tips met betrekking tot slechthorendheid? ,,Extreem lawaai mijden is erg belangrijk. En bij oorklachten moet je deskundig advies inwinnen.”

Hij gaat zijn werk wel missen, denkt hij. ,,Onderzoek met kinderen blijft boeiend. Maar ik blijf nog lid van een commissie voor audiologen.” Ook wil Hoekstra nog schrijven voor een internetleerboek voor audiologen. ,,Maar het bedenken van individuele oplossingen zal ik best missen.”

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie