Afbeelding
Pauw Media

Klaas Broer neemt na 38 jaar afscheid van de Barneveldse politie

17 mei 2014 om 12:11 lokaal

BARNEVELD Binnen het politiekorps staat Klaas Broer (61) al jaren bekend als 'De Rooie'. ,,Maar 'De Grijze' is tegenwoordig meer van toepassing'', verwijst hij lachend naar z'n huidige haarkleur. Na bijna 38 jaar trouwe dienst hangt de Barnevelder zijn uniform aan de wilgen. Vandaag blikt hij terug. Een verhaal over een schot in het centrum van Barneveld, de MKZ-crisis in Kootwijkerbroek, de 'Bocht van Broer' en de verandering van het politievak.

Geertjan Jansen

Grote vent, karakteristieke kop, stevige handdruk. Wijkagent Klaas Broer is een opvallende verschijning. Hij zet zijn koffie op tafel en neemt plaats in één van de verhoorkamers van het politiebureau in Barneveld. Een verhoor gaat het vandaag niet worden. Toch heeft het enige moeite gekost om Klaas voor een gesprek te strikken. Zijn vrouw en zes kinderen moesten er zelfs aan te pas komen om de agent in de krant te krijgen. ,,Ik was liever via de achterdeur vertrokken'', erkent hij. ,,Ik sta niet graag in het middelpunt van de belangstelling.''

Klaas is amper de twintig gepasseerd als hij zich begin jaren zeventig aanmeldt bij de politieschool. De jonge inwoner van Zutphen heeft dan net een periode in het leger achter de rug, een vast dienstverband bij Defensie ziet hij echter niet zitten. Eigenlijk is hij opgeleid voor een baan in de bosbouw of boomteelt, maar door de oliecrisis zijn er nauwelijks banen beschikbaar in die sector. De politie blijkt een goed alternatief. In een paar jaar tijd leert Klaas de kneepjes van het politievak. Dan komt het 'onbekende' Barneveld op zijn pad. ,,Na mijn opleiding wilde ik in de Achterhoek aan de slag, maar de leiding dacht daar anders over. Vanwege mijn geloofsovertuiging werd mij aangeraden om in 1977 een baan in Barneveld te accepteren. Ik stond niet te juichen, maar ben het avontuur toch aangegaan.'' Van die beslissing heeft hij nooit spijt gehad. ,,Ik had niets met Barneveld, maar nu wil ik er niet meer weg.''

Klaas omschrijft het Barneveld van de jaren zeventig als ,,dorps en gemoedelijk''. ,,Het hele denken was anders. Als er om 02.00 uur 's nachts iemand door de Langstraat liep, was dat bij wijze van spreken al opvallend. Dan spraken we die persoon aan. Meestal betrof het iemand die een feestje had gehad.''

Ook de politie-organisatie ziet er in die tijd totaal anders uit. De bezetting is veel ruimer en alle agenten zijn in dienst van de gemeente. ,,Je trok veel meer met collega's op dan tegenwoordig. Hierdoor kende je elkaars persoonlijke situatie beter. Dat had overigens ook nadelen, want het was niet allemaal rozengeur en maneschijn wat je te horen kreeg.''

De politie werkt in die periode met vaste ploegen, die zich beurtelings bezighouden met noodhulp, arrestantenzorg en de meldkamer. ,,Samen met collega's Hans Houtkamp, Tijmen Steenbeek Ben Bijenhof, Willem Palm en ploegbrigadier Gerrit Peters vormde ik een 'wilde ploeg''', zegt Klaas met een twinkeling in zijn ogen. ,,We namen het niet altijd even nauw met de officiële regels, hadden veel lol. Van dik hout zaagt men planken...''

Als voorbeeld noemt de agent een melding van inbraak bij De Bonte Koe in Barneveld (tegenwoordig De Hebberd, red.). ,,Wanneer het exact was, weet ik niet meer. De inbreker was de volkstuinen ingevlucht (tegenwoordig parkeerplaats De Vetkamp). Toen wij naar de man aan het zoeken waren, werd er geschoten. Achteraf bleek dat een collega, zijn naam zal ik niet noemen, in de lucht geschoten had op het moment dat hij de verdachte zag. Echter wij wisten niet wie er geschoten had. Was het de dader of een collega? Ik stond in de volkstuin en wist niet dat daar een diensthond aan het zoeken was. Ik drukte mij strak tegen een gereedschapshok. De hond had mij gelukkig niet in de gaten, maar vond de verdachte wel. Het ging allemaal niet volgens de officiële regels, maar de bijzondere aanpak werkte wel.''

Hoewel hij aanvankelijk twijfels heeft bij Barneveld, voelt Klaas zich snel thuis in het 'kippendorp'. In eerste instantie gaat hij in de kost bij ,,moe Reemst'' aan de Stationsweg. ,,Daar woonden destijds meerdere politieagenten.'' Later huurt hij samen met collega Fred Croezen woonruimte boven de winkel van Jan Prins aan de Jan van Schaffelaarstraat.

Bijzondere herinneringen heeft hij ook aan Kootwijkerbroek, het dorp dat hij via postcommandant en ploeggenoot Nico Ratelband leert kennen. ,,Hij regelde voor mij een bakhuisje bij jachtopzichter Dirk van den Top aan de Oosterbrinkweg. In die periode leerde ik ook mijn vrouw Bea kennen. Zij was gezinshulp bij Van den Top en van het één kwam het ander.''

Bijna veertig jaar na dato omschrijft Klaas de jonge versie van zichzelf als overmoedig en naïef. ,,Ik was een stevige vent die meende dat hij de hele wereld aan kon.'' Riskante acties gaat hij niet uit de weg. Als de Barnevelderbegin jaren tachtig een melding krijgt van een grote vechtpartij tussen Molukkers en Scherpenzelers, aarzelt hij geen moment. Samen met zijn maat spoedt hij zich naar de Kapteijnstraat in Barneveld om de oproerkraaiers aan te pakken. Het loopt anders: Klaas krijgt zelf klappen en raakt bewusteloos. ,,Achteraf gezien was dat een goed leermoment. Ik stond weer met beide benen op de grond.''

Terugblikkend constateert Klaas dat de maatschappij en dus ook het politiewerk geleidelijk aan zijn veranderd. ,,Vroeger dwong de functie van 'politieman' automatisch ontzag af. Tegenwoordig kijkt men hoe je bent als persoon. Ontzag moet je verdienen. Dat vind ik geen verkeerde ontwikkeling. Als agent maak je vanuit een bepaalde bevoegdheid inbreuk op iemands leven. Dat moet je altijd met respect doen.''

Ook aan de politie-organisatie is in de afgelopen decennia flink gesleuteld. Mede door vergaande automatisering. ,,Er kan tegenwoordig meer, maar er moet ook meer'', zegt Klaas. ,,Bij een melding van overlast door jongeren pleegde je vroeger een paar telefoontjes en vulde je een paar formulieren in. Tegenwoordig zijn er veel meer gesprekken en formulieren en krijg je gelijk met Jeugdzorg te maken. Ik zeg niet dat dit slecht is, maar het moet wel allemaal 'even' gebeuren.''

Klaas omschrijft zichzelf als een echte straatagent. ,,Administratie is nooit mijn ding geweest, maar het hoort er nu eenmaal bij. Of ik tegenwoordig meer moet registeren? Nou vroeger was de administratie ook veel werk hoor. Toen hadden we bijvoorbeeld van die bonnetjes die we uitdeelden aan mensen die zonder licht reden. Die bekeuring moesten we ter plekke incasseren en registeren en één keer in de maand moesten we dat geld afdragen. Dat was een heel gedoe.''

De afhandeling van een dodelijke aanrijding is nog tijdrovender. ,,Dan werd je uit de dienst gehaald om een compleet proces-verbaal op te maken. Dat moest je dan binnen 48 uur persoonlijk overhandigen aan de officier van justitie. Er waren nog geen specialisten om een verkeersongevallenanalyse te maken. Vroeger maakten we zelf schetsen en deden we onderzoek aan de hand van de sporen.''

De opkomst van Twitter en andere sociale media heeft de Barnevelder aan zich voorbij laten gaan. ,,'Ik denk niet dat ik jou aan het twitteren krijg', zei mijn baas een paar jaar geleden. Dat had hij goed gezien (lachend). In mijn ogen weegt de tijd die het twitteren kost niet op tegen wat het oplevert. Maar je hoort mij niet zeggen dat het allemaal onzin is. In sommige gevallen kan Twitter ook erg nuttig zijn, bijvoorbeeld bij een vermissing. Als ik jonger was, had ik ook getwitterd. Je moet toch mee.''

Klaas heeft nooit de ambitie gehad om te klimmen binnen de politie-organisatie. Zijn hart ligt bij de straatdienst. Toch aanvaardt hij in 2002 net na de MKZ-crisis de functie van wijkagent in Kootwijkerbroek. ,,Dat was ik eigenlijk helemaal niet van plan, maar moreel voelde ik mij bijna verplicht om 'ja' te zeggen. Mijn collega in Kootwijkerbroek was overspannen en ik kende het dorp goed. Mijn vrouw komt er vandaan en ik had er natuurlijk zelf ook gewoond. Uiteindelijk heb ik er bijna twaalf jaar goed gewerkt, al was het niet altijd gemakkelijk.''

Klaas kreeg de opdracht mee om een brug te slaan tussen overheid en de bevolking. ,,Dat was niet eenvoudig'', blikt hij terug. ,,Net als bijna iedereen twijfelde ik of er wel mond- en klauwzeer was geweest. Is het recht wat hier gebeurt? Maar als zo'n proces van ruimingen eenmaal loopt, kun je het niet meer stoppen. Dat was ook voor mij niet altijd gemakkelijk. Soms balanceerde ik op de grens tussen opkomen voor de eigen bevolking en mijn taak als agent.''

Na zijn periode in Kootwijkerbroek keert de Barnevelder terug naar zijn woonplaats. Sinds vorig jaar is hij wijkagent in Barneveld-Zuid/Oost. Hij is blij dat de rol van de wijkagent weer belangrijker wordt binnen de politie-organisatie. ,,Oude tijden herleven. Warme communicatie valt of staat met elkaar kennen. Dáár kan geen computer of telefoon tegenop. Als wijkagent hoor je wat, verbind je wat en los je zaken op. Daar draait het om bij de bestrijding van kleine criminaliteit.''

Officieel bereikt hij pas op 66-jarige leeftijd zijn pensioengerechtigde leeftijd, maar Klaas kiest ervoor om eerder te stoppen. ,,Ik neem nu levensloopdagen op en ga iets eerder met pensioen. Het is na veertig overheidsjaren goed geweest. Fysiek gaat het nog wel, maar ik merk dat ik ouder word. Ik ben dankbaar en blij dat ik de kracht en gezondheid heb gekregen om dit boeiende werk te mogen doen. Nu hoop ik van andere zaken te gaan genieten. Bijvoorbeeld lekker in de tuin bezig zijn, hout zagen en meer tijd met de kleinkinderen doorbrengen. Ook ben ik actief binnen de diaconie van de hervormde gemeente.''

Welke gebeurtenissen uit zijn politieperiode zal Klaas nooit meer vergeten? ,,Heftige dingen als ernstige ongevallen en zelfdodingen hebben de meeste indruk gemaakt. Soms moest ik het slechte nieuws aan de nabestaanden vertellen. Dan kwam je daar met het lood in de schoenen aanlopen en zag je een vrouw en kinderen gelukkig in de tuin rondlopen. Je wist dan dat hun wereld binnen een minuut compleet zou instorten… Vreselijk!''

Gelukkig waren er ook genoeg momenten om te lachen. Zoals die keer toen Klaas op jacht ging naar een inbreker bij Haanschoten. ,,Hij moest ergens in de zaak zijn. Toen ik onder een bed zocht, zag ik plotseling twee grote bange ogen.''

Het verhaal over de 'Bocht van Broer' is inmiddels een klassieker binnen de Barneveldse politie. ,,Begin jaren tachtig gingen niet alle agenten even netjes om met de politievoertuigen. Na meerdere schadegevallen was onze baas het meer dan zat. 'De eerste de beste die een auto kapot rijdt, krijgt een half jaar rijontzegging.' Ik werd de 'gelukkige'. Samen met een collega reed ik hard door de bocht bij de Zelderseweg, vlakbij de plek waar nu de McDonalds is gevestigd. Plotseling begon de auto te glijden en voordat we het wisten lagen we op onze kant. Daarna stond die bocht jarenlang bekend als de 'Bocht van Broer'.''

Aanstaande dinsdag neemt Klaas officieel afscheid van de politie. In De Essenburcht in Kootwijkerbroek staat een receptie voor genodigden op het programma. Een leven zonder uniform zal even wennen worden, erkent de Barnevelder. ,,Maar ik weet zeker dat ik thuis nog geregeld een oude politiepet voorbij zie komen. Mijn kleinkinderen spelen er graag mee.''

 

Afbeelding
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie