Afbeelding
Stefan de Vogel

Bootvluchteling Nguyen 25 jaar loempiaverkoper in Barneveld

28 september 2013 om 12:05 lokaal

BARNEVELD Half Barneveld weet wie hij is, maar bijna niemand kent zijn naam. Duc Biên Nguyen (61) staat al vijfentwintig jaar iedere vrijdag en zaterdag met zijn loempiakar in het dorp. Hij lijkt altijd vrolijk, maar achter zijn vriendelijke glimlach gaat een turbulent leven schuil. Een verhaal over een bootvluchteling die keihard werkte om zijn kinderen een toekomst te geven in Nederland.

Geertjan Jansen

Duc Biên woont al jaren in een doorsnee woonwijk in Veenendaal. De huizen zijn goed onderhouden en ogen ruim. Zeker voor de man die wekelijks tientallen uren doorbrengt in een krappe loempiakar. In de woonkamer springen de vele fotolijstjes en een brandend kaarsje in het oog. ,,Dat is mijn vader en op die andere foto staat mijn broer, omgekomen tijdens de oorlog in Vietnam'', wijst Duc Biên naar twee lijstjes. De inrichting is voor Nederlandse begrippen sober, maar de Veenendaler zegt de luxe niet te missen. Hij weet als geen ander wat het is om van weinig rond te moeten komen en is blij met alles wat hij bezit.

Duc Biên wordt in 1952 geboren in het zuiden van Vietnam (zuidoost-Azië). Hij is de jongste in een middenklassegezin met zeven kinderen. De Vietnamees is vijf jaar oud als er oorlog uitbreekt. De voormalige Franse kolonie is op dat moment opgedeeld in een communistisch, noordelijk deel en een anti-communistisch zuidelijk deel. Deze twee delen zijn van 1957 tot 1975 in een felle strijd gewikkeld, de zogeheten 29Vietnamoorlog.

Ondanks de hulp van de Verenigde Staten trekt het zuiden uiteindelijk aan het kortste eind. Duc Biên kan zich de bloedige strijd nog goed herinneren. ,,De oorlog was verschrikkelijk. De kogels vlogen ons letterlijk om de oren en bommen ontploften binnen enkele tientallen meters'', blikt hij terug. ,,Twee van mijn broers hebben de strijd niet overleefd en daarnaast zijn ook veel vrienden en bekenden gesneuveld.''

Zelf hoeft de Vietnamees niet te vechten. Als jongste van het gezin is hij namelijk wettelijk verplicht om de zorg voor zijn ouders op zich te nemen. ,,Daar was ik erg blij mee. Vooral ook omdat ik daardoor kon studeren. Ik had in die tijd één droom: leraar worden.''

Zover komt het echter niet. De communisten winnen de oorlog en treden streng op tegen de sympathisanten van de Verenigde Staten. Studeren en werken worden al snel verboden voor de inwoners van het zuiden en naarmate de tijd vordert, is er echt sprake van onderdrukking. ,,Op een gegeven moment liep ik het risico te worden opgepakt'', zegt Duc Biên. ,,Zover wilde ik het niet laten komen. Ik was inmiddels getrouwd en vader van twee kinderen van drie en één jaar. Eigenlijk zat er maar één ding op: vluchten. Maar ik kon mijn ouders en familie toch niet in de steek laten? Mijn moeder drong echter aan: 'Vertrek naar een land waar de kinderen een toekomst hebben!' Ze gaf ons geld, waarmee we met hulp van een geheime organisatie het land konden verlaten.''

In een donkere nacht vaart de familie Nguyen in een kleine houten boot de ruige zee op. ,,Samen met 56 anderen stapten wij in een boot van twaalf meter lang en tweeënhalve meter breed. Een grote gok, ik heb er nog wel eens nachtmerries van'', vertelt Duc Biên. ,,De kans dat we zouden omkomen was groot, maar in Vietnam blijven was ook geen optie. Twee dagen en nachten voeren we zonder eten en drinken op zee. Een echte bestemming was er niet. We hoopten dat de stroming ons naar Thailand of Maleisië zou brengen, maar dat liep anders. Wij hadden het geluk dat we werden opgepikt door een Nederlands vrachtschip.''

Na een verblijf van vier maanden in Thailand vertrekt de familie Nguyen in 1980 naar Nederland. Dat recht hebben de Vietnamezen verworven doordat ze zijn opgepikt door het Nederlandse schip. ,,We hadden geen flauw idee wat ons te wachten stond'', zegt Duc Biên over Nederland. ,,Ik kende het land uit de schoolboeken. Daarin werd het beschreven als koud en mooi. Ook stonden er 29plaatjes van tulpen en molens in, maar het boek gaf natuurlijk geen informatie over het leven in Nederland. We waren blij dat we veilig waren, maar hadden geen idee hoe we ons moesten redden.''

Duc Biên neemt een slok water en staart voor zich uit. ,,Eigenlijk wil ik het verleden het liefst vergeten'', zegt hij na een korte stilte. De bootvluchteling wil niet zielig gevonden worden. ,,Dat is ook de reden dat maar weinig mensen ons verhaal kennen. Als ik terugkijk, begrijp ik niet hoe mijn vrouw en ik het hebben gered in een vreemd land met drie jonge kinderen (de jongste dochter is in Nederland geboren, red.)''

De familie verblijft na aankomst anderhalf jaar in een asielzoekerscentrum in Apeldoorn, waar de Vietnamezen onder meer Nederlands leren spreken. Daarna verhuizen ze naar Veenendaal. ,,We hebben een heel zware tijd gehad, moesten helemaal opnieuw beginnen. Dankzij de gemeente Veenendaal konden de kinderen naar school. Zelf wilde ik ook graag studeren, maar dat was onmogelijk. Als bootvluchteling mocht ik alleen een beroep leren en kon ik geen studiebeurs aanvragen.'' Duc Biên volgt een opleiding tot banketbakker, maar slaagt er niet in een baan te vinden. ,,Ik wilde sowieso niet werkloos thuis zitten, maar wat moest ik gaan doen? Op een dag dacht ik aan de specialiteit van mijn vaderland: loempia's. Ik had ze nog nooit gemaakt, maar een paar oude Vietnamezen leerden mij de kneepjes van het vak. Ik ging aan de slag met eieren, groenten, vlees en Vietnamese kruiden en nog diezelfde week begon ik met de verkoop. Gewoon op een tafeltje. Eerst in Veenendaal en kort daarna in Barneveld. In die plaatsen kon ik vrij eenvoudig een vergunning krijgen. In het weekend 29verkocht ik ook in Den Haag.''

In de eerste maanden loopt de verkoop ronduit slecht. Een Vietnamese loempia is voor Nederlanders eind jaren tachtig net zo vreemd als een kroket voor Vietnamezen. ,,Vaak bleef het bij 'kijken, kijken, niet kopen'', lacht Duc Biên. Hij zet echter door en werkt zeven dagen per week in weer en wind. Zelfs als hij ziek is. ,,In de beginfase verdiende ik hooguit tien tot twintig gulden per dag. Na ongeveer anderhalf jaar ging de verkoop gelukkig iets beter lopen, maar het was zeker geen vetpot.'' Omdat het de loempiaverkoper niet lukt om een lening bij de bank te krijgen, knutselt hij zelf een verkoopkar in elkaar. ,,Dat ding was zo gammel dat het een hele toer was om bijvoorbeeld naar Barneveld te rijden.''

De familie Nguyen ontpopt zich tot een geoliede machine. De vrouw van Duc Biên verzorgt de kinderen en maakt de loempia's, terwijl de heer des huizes de verkoop voor zijn rekening neemt. ,,De opbrengst was eigenlijk niet genoeg om van te leven. Het deed ons pijn dat onze kinderen altijd in tweedehandskleding liepen, maar nieuwe kleren konden we simpelweg niet betalen. Terugkijkend is het een wonder dat onze kinderen alle drie aan de universiteit hebben gestudeerd. We konden de studies eigenlijk helemaal niet betalen, maar door keihard te werken en bijbaantjes van de kinderen is het toch gelukt. Hoewel ik altijd blij ben geweest dat ik zelf mijn geld kon verdienen heb ik tijdens koude dagen in de kar vaak genoeg gedacht 'ik stop ermee'. De wens om mijn kinderen een goede toekomst te kunnen bieden was echter sterker.''

Die missie is inmiddels geslaagd. ,,De kinderen werken als advocaat, bedrijfsleider en filiaalmanager'', zegt Duc Biên trots. ,,Ze wonen allemaal in Utrecht en redden zichzelf. Daardoor is het leven van mijn vrouw en ik in rustiger vaarwater gekomen. Mijn vrouw verkoopt loempia's in Veenendaal en ik in Barneveld. Degene die niet in de kar staat, doet thuis het voorbereidende werk. We werken nog steeds hard, maar hebben iets meer tijd om van het leven te genieten. Ik lees bijvoorbeeld graag boeken of speel gitaar. Hoelang ik nog doorga met werken? Zolang ik gezond ben, blijf ik loempia's verkopen. Thuiszitten is niets voor mij en daarnaast heb ik de inkomsten hard nodig, omdat ik nooit een pensioen heb opgebouwd.''

Hoewel Duc Biên met hard werken een plek heeft verworven in de Nederlandse samenleving mist hij Vietnam nog iedere dag. Voor de begrafenissen van zijn ouders keerde hij twee keer terug naar zijn geboorteland, maar nieuwe reizen staan niet op de planning. Het communistische regime houdt hem tegen. Desondanks hoopt hij zijn broers en zussen in Vietnam, Amerika en Australië nog een keer te ontmoeten. Enige haast is geboden, want zijn zus in Australië is al aardig op leeftijd. ,,Ik heb haar al dertig jaar niet gezien'', zegt Duc Biên, die aan het sparen is voor een ticket. De suggestie om het televisieprogramma 'All You Need is Love' in te schakelen om zijn familie te herenigen, wijst hij resoluut van de hand. ,,Ik wil alles zelf oplossen.''

Terugkijkend op zijn turbulente leven knaagt het aan Duc Biên dat hij nooit heeft kunnen studeren. ,,Ik denk vaak aan hoe het zou zijn geweest als ik zelf een opleiding had kunnen volgen. Maar nu ik 61 ben, moet ik accepteren dat dit er niet meer in zit. Mijn kansen zijn verkeken.'' Desondanks is hij blij dat hij zijn persoonlijke doelen heeft gehaald: ,,Ik heb altijd mijn eigen brood verdiend en de kinderen zijn goed terechtgekomen. Dankzij onze risicovolle vlucht uit Vietnam hebben zij een toekomst gekregen. Dat is het allerbelangrijkst.''

 

Afbeelding
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie