Afbeelding
Archief

Nieuwe Wet Affectieschade erkent verdriet van naasten en nabestaanden slachtoffers

16 februari 2019 om 19:28 Nieuws

Tot 1 januari 2019 hadden naasten en nabestaanden van slachtoffers van een verkeersongeval, arbeidsongeval, medische fout of misdrijf geen recht op vergoeding van hun emotionele schade voortvloeiend uit het verdriet dat zij lijden als gevolg van het ernstig blijvend letsel of overlijden van het slachtoffer.

De met ingang van 1 januari 2019 van kracht geworden Wet Affectieschade beoogt alsnog erkenning te bieden voor het verdriet dat deze naasten en nabestaanden lijden. Niet door toekenning van onbegrensde smartengeldvergoedingen, maar uitsluitend gestandaardiseerde bedragen die louter dienen als een bijdrage aan de genoegdoening en (blijk van) erkenning en daarmee aan de verwerking van het verdriet. Het verdriet dat naasten en nabestaanden lijden als gevolg van het ernstig blijvend letsel of overlijden van een naaste is met geld immers niet te compenseren en 'Amerikaanse toestanden' moeten in Nederland worden voorkomen, zo was de gedachte van de wetgever.

Het Nederlands Burgerlijk Wetboek kent twee soorten schade: 'vermogensschade' en 'ander nadeel'. Vermogensschade, ook wel materiële schade genoemd, bestaat bijvoorbeeld uit zaakschade (zoals cascoschade, kledingschade), gederfde inkomsten / winst, gemaakte kosten zoals medische kosten, reiskosten, kosten huishoudelijke hulp, etc., maar ook de kosten voor rechtsbijstand door een advocaat (buitengerechtelijke kosten) vallen onder het begrip vermogensschade. Onder 'ander nadeel' wordt de immateriële schade verstaan die bestaat uit de gederfde levensvreugde die men lijdt als gevolg van lichamelijk of geestelijk letsel. Per 1 januari 2019 is aan deze categorie dus nu ook de zogenaamde affectieschade toegevoegd.

Niet iedereen kan aanspraak maken op smartengeld vanwege affectieschade. De kring van gerechtigden is beperkt tot diegene die een zeer nauwe band met het slachtoffer hebben. Kort samengevat kunnen uitsluitend partners, gezinsleden zoals ouders en/of kinderen en andere personen die kunnen aantonen dat zij een hechte affectieve relatie hebben / hadden met het slachtoffer aanspraak maken op een smartengeldvergoeding. Alvorens aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van affectieschade zal moeten worden aangetoond dat er sprake is van ernstig en blijvend letsel dan wel overlijden. Bij ernstig blijvend letsel zal het moeten gaan om medisch objectiveerbaar letsel, waarbij dus niet het leed van degene die aanspraak maakt op vergoeding van affectieschade maar de aard en ernst van het letsel van het slachtoffer doorslaggevend is. Zo nodig zal een medisch deskundigenonderzoek moeten plaatsvinden om de mate van blijvende invaliditeit vast te stellen. Een dwarslaesie geeft bijvoorbeeld zeker recht op vergoeding van affectieschade, maar een whiplash waarschijnlijk niet, terwijl een whiplash niet alleen voor het slachtoffer zelf maar zeker ook voor de directe naasten zeer ingrijpende gevolgen kan hebben.
Dat de vergoeding van affectieschade vooral een symbolische betekenis heeft moge blijken uit de wettelijk vastgestelde bedragen: de vergoeding bedraagt maximaal € 12.500,-- tot € 20.000,--. Van belang is tevens dat naasten en nabestaanden uitsluitend aanspraak kunnen maken op vergoeding van affectieschade indien de schadeveroorzakend gebeurtenis heeft plaatsgevonden op of na 1 januari 2019. De wet heeft dus geen terugwerkende kracht en geldt dus niet voor schadeveroorzakende gebeurtenissen die vóór 1 januari 2019 hebben plaatsgevonden.

Hoewel de meningen over deze nieuwe wet verdeeld zijn vanwege de beperkte kring van gerechtigden en beperkte omvang van de vastgestelde vergoedingen, is hiermee in ieder geval een einde gekomen aan de zeer onrechtvaardige situatie dat naasten en nabestaanden in Nederland geen erkenning kregen voor het verdriet waarmee zij worden geconfronteerd als gevolg van het ernstig blijvend letsel of overlijden van het slachtoffer waarmee zij in een hechte familiaire of affectieve relatie leven / leefden. De tijd zal leren of het maatschappelijk debat over de geldelijke waardering van immateriële schade, zoals affectieschade, uiteindelijk zal leiden tot toekenning van hogere vergoedingen.

mr. F.A. (Frans) Janse Letselschade & Arbeidsrecht Advocaat

Dit artikel wordt u aangeboden door: Janse Advocaten, 0342 – 425642

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie