Utrecht/Rotterdam

26 mei 2023 om 10:24

Meeste meldingen van straatintimidatie

(MEDIAWATCH) In Utrecht en Rotterdam zijn in 2022 veruit de meeste meldingen van straatintimidatie binnengekomen. Dat blijkt uit een rondgang door het NPO Radio 1-programma Het Misdaadbureau van Omroep WNL onder gemeenten die zo’n speciaal meldpunt hebben.

In Utrecht zijn in het afgelopen jaar 284 meldingen van straatintimidatie gemaakt. In de meeste gevallen gaat het om vrouwen die door mannen worden lastiggevallen. Ze melden dat ze worden nageroepen, nagefloten, achterna gelopen of tegengehouden. De meldingen komen uit alle Utrechtse wijken. Utrecht wordt op de voet gevolgd door Rotterdam waar in het afgelopen jaar 276 meldingen zijn binnengekomen. De meldingen in Rotterdam gaan voornamelijk om plekken waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals OV-knooppunten, parken, pleinen en horeca- en winkelcentra. De meeste melders in Rotterdam zijn vrouwen tussen de 16 en 30 jaar. 6 procent van de meldingen is lhbtiq+-gerelateerd. Zowel in Utrecht als Rotterdam lopen grote publiekscampagnes om straatintimidatie onder de aandacht te brengen. Het hoge aantal meldingen heeft daar mogelijk mee te maken.


Baarn

Hakenkruizen op bevrijdingsmonument

(ANP) Het bevrijdingsmonument in Baarn is donderdag door onbekenden beklad. Op het monument zijn hakenkruizen getekend en is de naam Hitler geschreven. De gemeente heeft aangifte gedaan. Burgemeester Mark Röell noemt het bekladden van het monument "verwerpelijk, respectloos en volstrekt onacceptabel", omdat het een plek is "waar Baarn met eerbied de oorlogsslachtoffers herdenkt, zoals enkele weken geleden nog tijdens de dodenherdenking". Hij roept getuigen op zich te melden.

Volgens RTV Utrecht zijn ook verkeersborden beklad. Een deel van de hakenkruizen kon door de gemeente meteen worden verwijderd.


Hilversum

Gemeente in beroep tegen uitspraak overlastgevende vluchteling Oekraïne

(ANP) De gemeente Hilversum gaat in beroep tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter over de opvang van een overlastgevende Oekraïense vluchteling. De gemeente had de Oekraïner eind vorig jaar de toegang tot de opvanglocatie in Hilversum ontzegd, omdat hij ondanks meerdere waarschuwingen agressief gedrag bleef vertonen.

Toen de Oekraïner daarmee naar de rechter stapte, werd hij in het gelijk gesteld. Volgens de voorzieningenrechter had de gemeente de man het recht op opvang niet mogen ontzeggen en had de Oekraïner in plaats daarvan moeten worden overgeplaatst naar een alternatieve locatie.

Het Hilversumse college roept het ministerie van Justitie en Veiligheid op om snel met een oplossing te komen voor dit soort gevallen.