[-35-]

17 mei 2023 om 10:27


‘Ik ben er nu toch?’ zei Lisa. ‘Ik help u wel.’ Ze keek op de klok, het was kwart voor negen. ‘Hoe laat wilt u naar bed?’

‘Nou, als je het niet erg vindt, eigenlijk meteen,’ zei Stientje. ‘Ik ben bekaf. Al die consternatie!’

‘Dat snap ik, hoor,’ zei Lisa. ‘Kom, geef me maar een arm.’

Het was nog een heel gedoe om Stientje eerst naar het toilet te helpen – waar ze pertinent weigerde om Lisa te laten helpen met haar onderbroek laten zakken: ‘Nee joh, ik zou me doodschamen’ – en haar daarna in bed te helpen. Stientje gaf zelf aanwijzingen hoe ze het best geholpen kon worden bij het uittrekken van haar jurk – ‘eerst mijn goede arm en dan pas mijn zere arm’ – en ze vond het voor deze nacht handiger om in haar onderjurk te slapen dan om haar nachtjapon aan te trekken. Stientjes panty uittrekken ging Lisa handig af, vond ze zelf. Terwijl ze vanmorgen nog tegen Cora gezegd had dat ze niet zo’n zorgzaam type was. Maar voor haar lieve buurvrouw deed ze dat graag.

‘Maar als u nu moet plassen vannacht?’ vroeg ze toen Stientje uitgeput in bed lag.

‘Er staat een po in de bergkast, die heb ik nog van toen mijn ouders bedlegerig werden. Zou je die willen pakken en die hier op de stoel zetten, dan kan ik daar vannacht gebruik van maken als het nodig is.’

Lisa zocht en vond de po en zette die op een stoel naast Stientjes bed. Ook zette ze een nieuwe rol toiletpapier op het nachtkastje, en een glas water.

‘Verder nog iets?’

‘Misschien is het wel handig als ik jou een sleutel geef van de flat, dan kun je erin als dat nodig mocht zijn.’ Stientje vertelde waar Lisa de sleutel kon vinden, en Lisa hing hem aan haar eigen sleutelbos.

Lisa had zelf ook nog een idee. Ze had op de schoorsteenmantel een koebel zien staan, souvenir van een georganiseerde reis naar Oostenrijk, had Stientje weleens verteld.

‘Onze slaapkamers grenzen aan elkaar. Zal ik die koebel uit Oostenrijk op uw nachtkastje zetten? Als het nodig is, kunt u daarmee bellen, in de hoop dat ik het hoor.’

Stientje glimlachte vermoeid. ‘Dat is lief van je! Maar hopelijk heb ik hem niet nodig. Ik denk dat de eerste nacht het moeilijkst is, daarna gaat het vast wel weer beter.’

‘Kunt u bij de trekschakelaar van het licht?’ vroeg Lisa.

Stientje reikte naar de schakelaar. ‘Ja hoor, dat lukt wel. Tjonge, wat ben ik moe, ik denk dat ik zo slaap.’

Nadat ze Stientje een goede nachtrust had gewenst, trok Lisa de deur achter zich dicht. Ze besloot om zelf ook meteen naar haar slaapkamer te gaan, stel dat Stientje al snel zou bellen. Ze douchte kort, trok haar zomerpyjama aan en poetste haar tanden, waarbij ze bedacht dat ze dat vergeten was te doen bij Stientje. Nou ja, dat kwam morgen wel. Gelukkig was het morgen zaterdag, dan kon ze Stientje de eerste dagen vooruithelpen. Maandag zag ze dan wel weer, misschien moest ze extra thuiszorg inschakelen.

Ze zette de wekker op halfzeven, zodat ze er de volgende ochtend weer bijtijds uit was om Stientje uit bed te helpen. Daarna deed ze het licht uit.

De slaap wilde niet meteen komen, niet alleen door de schrik om Stientje, maar ook de vraag van Cora die haar de hele middag had beziggehouden: ‘Waar zou je over vijf jaar willen zijn’, drong zich weer op. In haar hoofd was langzaam een plannetje aan het rijpen.

Hoofdstuk 9

‘Ik denk erover om mijn hbo-opleiding af te maken in deeltijd.’

Lisa zat in Cora’s kantoor en keek hoe Cora op haar opmerking zou reageren.

Ze had er het hele weekend over nagedacht, tussen de bedrijven door tijdens het helpen van Stientje. Stientje had die eerste nacht gelukkig geen problemen gehad en had goed geslapen. Ze zat zelfs al in de woonkamer toen Lisa de volgende ochtend om zeven uur binnenkwam. Alleen vond ze het vervelend dat Lisa de po moest legen, dat lukte haar nog niet met één hand, zei ze. ‘Maar vanmorgen ben ik al zelf naar de wc gegaan,’ zei ze trots. Ook met aankleden had ze nog hulp nodig, al had ze die morgen zelf al met veel pijn en moeite een schone onderbroek aangetrokken na het plassen, en had ze bij de wastafel een nat washandje over haar gezicht gehaald.

Lisa had haar zo goed en zo kwaad als dat ging geholpen, en ze hadden zelfs veel plezier gehad samen als twee giechelende meiden. Lisa had boodschappen gedaan, en had zaterdag en zondag de maaltijden bij Stientje gebruikt. Ook had ze een flinke pan kippensoep gemaakt, en de soep in porties ingevroren, zodat Stientje die per keer kon opwarmen. Stientje was al een eind opgeknapt zondagavond, en werd steeds handiger met haar ene goede arm. Het voorstel van Lisa om extra thuiszorg in te schakelen, wimpelde ze af. ‘Niet nodig, hoor. Het gaat toch goed zo?’ Lisa had afgesproken dat ze de eerste dagen nog wel ’s morgens en ’s avonds aan zou wippen en eten voor haar zou koken, maar verder redde Stientje het wel alleen, zei ze.

Gisteren tijdens haar werk had de vraag van Cora haar weer beziggehouden. Wilde ze dit werk over vijf jaar nog doen? Het plannetje in haar hoofd nam steviger vormen aan, en vanmorgen had ze het er meteen uit gegooid zodra ze tegenover Cora zat.

[wordt vervolgd