Diny Lagerweij-van de Beek
Diny Lagerweij-van de Beek Pauw Media

‘Van geven word je alleen maar [gelukkiger’

19 mei 2023 om 07:36

Ze houdt niet van stil zitten. Diny Lagerweij- van de Beek (77) uit Kootwijkerbroek ontving een koninklijke onderscheiding voor haar inzet als vrijwilliger bij de Gereformeerde Kerk, het Rode Kruis, Welzijn Ouderen, Nieuw Avondrust en in besturen van verenigingen.

Hoe vindt u het, dat u een onderscheiding kreeg?

,,Er zijn zoveel mensen die iets voor een ander doen en zij krijgen geen lintje. De jongens hebben me wel verrast.”


[U kreeg samen met uw man Dirk drie kinderen: Arjen (51), Linda (53), Johan (47) en acht kleinkinderen. U ziet er nog heel fit uit. Voelt u zich ook zo?

,,Ja. Ik was altijd gezond, totdat ik in 2006 ineens ziek werd. Toen heb ik baarmoederhalskanker gehad en was ik er een half jaar tussenuit. Dat was best heftig. Toen de dokter dit ontdekte, hebben ze meteen actie ondernomen. Ik lag een week later al in het ziekenhuis. Dan staat je wereld ineens helemaal stil. Gelukkig hebben ze alles weg kunnen halen en waren de kwaadaardige cellen ingekapseld, zodat er geen sprake was van uitzaaiing. De arts zei dat ik een nieuwe kans kreeg en zo voelde dat ook. Het is nu alweer zeventien jaar geleden. Een paar vrouwen in deze omgeving hadden hetzelfde, maar zij hebben het niet overleefd. Dat kwam wel hard binnen. Toen vroeg ik me af wat er met mij ging gebeuren.”


[Wat betekende het geloof voor u in die tijd?

,,Dat was een houvast. Eerst vraag je je af wat je allemaal overkomt, maar op een gegeven moment ben je zover dat je denkt: ‘Uw wil geschiede’. Dan geef je het over, dat geeft een stuk rust. Gelukkig leefden familie en veel mensen uit de kerk met me mee. Dat doet je goed. Ik heb nog steeds een schoenendoos met kaarten uit die tijd bewaard. Ik vond het toen wel heel moeilijk om tegen mijn moeder te zeggen dat ik zo ziek was. Gelukkig is het allemaal goed gekomen. Nu denk je er niet eens meer aan, behalve als je hoort dat iemand anders kanker heeft.”


[Waar bent u opgegroeid?

,,Ik ben geboren in De Valk. Na een jaar verhuisden mijn ouders (familie Van de Beek) naar de bosrand bij Kootwijkerbroek. Op m’n twaalfde zijn we verhuisd naar de Kootwijkerdijk. Ik ben opgegroeid met een zus en vier broertjes. Ik was de oudste en daarom zeiden mijn ouders dat ik het goede voorbeeld moest geven. Als er boodschappen nodig waren, werd ik op pad gestuurd. Het voordeel was dat ik hierdoor snel zelfstandig werd en ik ervan houd om iets te organiseren. We hadden een boerderij. Het was goed thuis. De aardappelen werden met een machine gerooid. Wij moesten ze oprapen en sorteren. We hielpen ook bij het hooien. Ik ging naar de hervormde lagere school, met hoofdonderwijzer Kamphuis. Daarna ging ik twee jaar naar de huishoudschool, maar dat heette toen nog voortgezet lager onderwijs (vglo). Dat was op dezelfde plek. Toen ik veertien jaar was, kwam ik van school en ging ik aan het werk, want verder leren was niet aan de orde. Dat werd niet gestimuleerd. Ik had wat adresjes om in de huishouding te werken, totdat ik in de gezinsverzorging aan de slag kon.”


[U was lid van de meisjesvereniging van de kerk, waar u penningmeester in het bestuur was. Op 22-jarige leeftijd trouwde u met Dirk Lagerweij, nadat u hem had ontmoet bij de Christelijke Plattelands Jongeren (CPJ) in Kootwijkerbroek. Waar ging u toen wonen?

,,Op de plek waar hij geboren en getogen is, aan de Veluweweg. Hier wonen we nog steeds, al is de oude boerderij verdwenen en staat er nu een nieuw huis. Ik heb altijd meegeholpen op de boerderij. Eerst hadden we een gemengd bedrijf, maar in 1980 gingen we biggen fokken. Dat is wel veel werk. In 1998 zijn we ermee gestopt en hebben we onze rechten verkocht. De volgende tien jaar hebben we de oude stallen gebruikt voor caravanstalling.”


[U bent hervormd opgevoed, maar koos ervoor om met uw man naar de gereformeerde kerk te gaan. Dat kostte geen moeite?

,,Dit was vooral fijn omdat die kerk niet zo groot was. Daar zijn we ruim vierenvijftig jaar geweest, maar helaas is begin van dit jaar onze gereformeerde kerk in Kootwijkerbroek gesloten. Ze konden geen kerkenraad meer bij elkaar krijgen. Door de coronatijd is het nog harder achteruit gegaan. De geloofsgemeenschap is uit elkaar gevallen. Ik heb ervoor gekozen om niet naar een andere gereformeerde kerk in Voorthuizen of Barneveld te gaan, maar naar de hervormde kerk in onze woonplaats. Dat is prettig dichtbij en ik ken er ook heel veel mensen. Zo zit ik bijvoorbeeld bij de fietsgroep. Mijn leeftijdsgenoten ken ik allemaal, dus voel ik me daar heel welkom. Het is ons kent ons.”


[U was drie periodes van vier jaar ouderling in de kerkenraad bij de gereformeerde kerk (PKN) in Kootwijkerbroek. Hoe kijkt u daar op terug?

,,Ik weet nog dat op mijn veertigste verjaardag de telefoon ging. Ik hoorde dat ik als diaken gekozen was. Het huis zat vol visite. Tot die tijd was ik lid geweest van de zendings- en contactcommissie. Als diaken had ik de taak om te collecteren en bezocht ik mensen als ze het financieel moeilijk hadden. Met ziekte en narigheid kijk je naar elkaar om. Eerst was ik jeugdouderling (met catechisaties), dan zocht ik de jongeren ook wel op, om mee te praten. Drie keer was ik wijkouderling. Soms waren dat moeilijke gesprekken, vooral als je bij mensen komt die niet naar de kerk gaan en ze te maken krijgen met overlijden. Dan neem je dat mee naar huis en slaap je slecht, vooral als het jonge mensen betreft. Je gaat met lood in je schoenen naar die mensen toe en vraagt je af wat je moet zeggen. Maar luisteren is heel belangrijk en meestal voldoende. Je hebt niet overal een antwoord op. Soms kwam ik bij mensen over de vloer die al jaren geen bezoek uit de kerk hadden gehad. Dan waren ze blij dat ze hun verhaal eens kwijt konden.”


[U bent al ruim vijftig jaar lid van zangkoor U Prijst Ons Lied. Waarom is dat zo fijn?

,,Ik wil bij een gemeenschap zijn en vind het heerlijk om met anderen te zingen. We zingen bewerkte psalmen en mooie gezangen. Tijdens de dodenherdenking op 4 mei hebben we nog in het dorp gezongen. Ouderen haken af en er komen geen jongeren bij, dat is jammer. We zingen met Kerst, geven een zomerconcert en zingen in verzorgingshuizen. Het geeft veel voldoening om voor ouderen te zingen.”


[U doet graag iets voor senioren, want u kwam twintig jaar als vrijwilliger bij Nieuw Avondrust in Voorthuizen, om koffie te schenken en met ouderen te praten. Daarnaast hielp u één keer in de maand met de bingo. Bovendien steekt u vanaf 2008 al de handen uit de mouwen voor Welzijn Kootwijkerbroek. Wat motiveert u hiertoe?

,,Het is heel dankbaar werk. Deze mensen zijn altijd blij als je binnenkomt. In Kootwijkerbroek kook ik voor ouderen in dorpshuis De Essenburcht. Dan komen zo’n veertien mensen voor een spelletje en gezelligheid. Ze hebben vaak een beperking, zijn alleen of willen er even tussenuit. Dat gebeurt elke dag. Ik kook op de woensdag. We begonnen op twee pitten, daarna kregen we een oud aanrechtje en nu hebben we een nieuwe keuken. Ik kook meestal Hollandse pot, want daar houden deze mensen van. Aardappelen, groente en vlees. Als mensen ervan genieten, geniet ik ook. Bovendien is het een invulling van mijn leven, laten we eerlijk zijn, want ik houd niet van poetsen in mijn eigen huis. Ik vind het veel leuker om iets voor een ander te doen. In de coronatijd was het dorpshuis gesloten. Ik miste die activiteit enorm. Het was helemaal geen leuke tijd. Ik was blij dat ik weer kon gaan koken. Drie keer per jaar organiseren we ook speciale dagen met eten, dan maken we stamppot, pannenkoeken of erwtensoep. Want van geven word je alleen maar gelukkiger. Mijn man stond altijd achter me en heeft me volledig gesteund. We houden allebei van tuinieren.”


[In de tijd dat uw kinderen naar de basisschool gingen, maakte u deel uit van het schoolbestuur. Bovendien was u jarenlang penningmeester van de Christelijke Plattelands Vrouwenbond, waarbij elke maand een spreker werd geregeld en waar sociaal contact heel belangrijk was. Bovendien was u lange tijd algemeen bestuurslid bij de Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB). Dat lijkt me een mannenwereld, niet?

,,Ja, maar het heeft mijn grote interesse om over de agrarische wereld en bedrijven te praten. Het doel van de CBTB was gelijk aan die van het LTO nu, om de belangen van de boeren te behartigen.”


[Voor het Rode Kruis stak u de handen uit de mouwen van 1996 tot 2019. Wat deed u voor deze organisatie?

,,Ik ging mee met de Henry Dunant, als ouderen een boottocht van een week maakten. Als je met dat virus wordt aangestoken, raak je er niet meer vanaf, want dat is zó leuk! Je bezorgt mensen een onbezorgde vakantie, dat geeft heel veel voldoening. Iedereen zou eens een week moeten ervaren wat het is om die mensen te verzorgen. Het is heel intensief, maar die mensen genieten enorm. Deze boottochten bestaan helaas niet meer. Ik heb reisjes gemaakt in Duitsland, België en op de binnenwateren van Nederland. Over het water kijk je anders naar het land, dat is heel mooi. Later ging ik naar vakantiehuizen in IJsselvliet of Someren, om met ouderen te werken.”


[Welke bijbelfiguur spreekt u erg aan?

,,Petrus. Hij was altijd spontaan en actief. Dat mag ik wel. Hij had natuurlijk zijn fouten, maar die heb ik ook.”


[Hoe kijkt u naar Jezus?

,,Als we Hem als voorbeeld nemen in ons dagelijks leven, heb je een goede leidraad. Ik zag heel lang geleden bij iemand op een kaart de tekst ‘Stel bij alles wat je doet de vraag: wat zou Jezus doen?’. Dat spreekt me aan en dat blijft je bij. Ik probeer zo goed mogelijk met iedereen om te gaan. Dat schrijft Paulus in een van zijn brieven en dat is ook mijn streven. Het gaat erom dat je het met elkaar goed hebt. Bij mijn belijdenis in de kerk kreeg ik een hele korte tekst mee: ‘Volg mij!’. Dat vergeet je nooit meer. Het avondmaal vieren, vind ik ook heel waardevol, want dan gedenk je wat Jezus op Goede Vrijdag en met Pasen voor je gedaan heeft. Daar kun je mee verder in het leven.”