[-18-]

26 april 2023 om 08:24


‘Wil je erover praten?’ vroeg Ruben de veelgebruikte woorden, gevolgd door: ‘Ik kan goed luisteren.’

Lisa aarzelde. Wilde ze er wel over praten? Ze wilde toch heel die toestand met Luc wegstoppen in een diep, donker hoekje en er nooit meer aan denken? Maar anderzijds, als ze hem vertelde wat haar dwarszat, was het misschien van de baan en konden ze verder nog een gezellige dag hebben.

Ze zuchtte. ‘Ik weet niet wat wijs is.’

‘Ik wil je niet dwingen,’ zei hij voorzichtig, ‘maar soms lucht het op als je vertelt wat je zo van streek maakt.’

‘Weet je zeker dat je economie gestudeerd hebt, en niet psychologie?’ vroeg ze om de toon van het gesprek wat luchtiger te maken.

Hij lachte. ‘Ja, heel zeker. Maar mijn moeder is psychologe, dus daar heb ik wat van meegekregen.’

Dat trok Lisa over de streep. Ze vertelde in het kort wat haar de afgelopen maanden overkomen was, en besloot met: ‘En toen ik hoorde dat hij getrouwd was, voelde ik me zo bedrogen dat ik naar mijn zus ben gevlucht, in de hoop het achter me te kunnen laten. Maar ik ontdek nu dat dat niet lukt, het achtervolgt me.’

‘Logisch,’ vond Ruben. ‘Die verliefdheid is nooit meteen over, die zit al in je wezen.’

‘Heb jij ook…?’ vroeg Lisa.

Hij stond op. ‘Dat komt wel een andere keer. Wat doen we: sluiten we de dag hier af en doen we het een andere keer over, of gaan we nog iets leuks doen vandaag?’

Lisa voelde zich merkwaardig opgelucht dat ze hem toch verteld had van Luc. Dat had de lucht tussen hen geklaard.

Ze stond ook op. ‘Mag het ook alle twee? Nu nog wat leuks doen, maar het ook nog een keer overdoen? Want nu weet ik nog steeds niet waarom je in de Chinese Toren werkt.’

Hij lachte en stak zijn hand uit. ‘Deal!’

Hoofdstuk 5

‘Nu nog wat leuks doen’ werd uiteindelijk een lange wandeling langs de Isar. Tijdens die wandeling vertelde Ruben waarom hij nu bij de Chinese Toren werkte.

‘Toen mijn plannen om te gaan backpacken niet door konden gaan, heb ik mezelf een jaar gegeven om eens totaal iets anders te gaan doen. Wel in München, of in de buurt daarvan, zodat ik in mijn studentenflat kon blijven wonen en dicht bij mijn ouders kon blijven. Maar ik wilde tevens niet langer mijn hand ophouden bij mijn ouders, dus zocht ik een baantje. Toen zag ik een vacature bij de Chinese Toren, en dat leek me wel wat. Daar komen altijd veel toeristen, en op die manier kon ik mijn talenkennis gebruiken. Het bevalt me tot nu toe prima, maar ik ben al wel aan het rondkijken voor een baan op mijn vakgebied.’

‘Ook in München?’ vroeg Lisa.

Ruben haalde zijn schouders op. ‘Zo’n baan moet er dan wel zijn. Liefst wel in de buurt van München, zodat ik toch regelmatig naar mijn ouders kan. Maar voor hetzelfde geld kom ik een leuke baan in het buitenland tegen. Wie weet wel in Nederland,’ zei hij met een knipoog. ‘Eens een tijdje wat dichter bij mijn Nederlandse familie. En bij jou. Waar woon je in Nederland?’

Lisa’s hart sloeg een slagje over. ‘Ik woon in Goes.’

‘Goes, dat is toch Zeeland? Mijn opa en oma wonen in Woerden, en mijn ooms en tantes en neven en nichten wonen verspreid over Nederland, maar niet eentje in Zeeland. Daar ben ik dus nog nooit geweest. Ik weet niet of er iets op mijn vakgebied in Zeeland is, maar stel dat ik een baan in Nederland vind, dan zou jij me daar wat van de omgeving kunnen laten zien.’

‘Dat zou leuk zijn,’ zei ze zo neutraal mogelijk.

Hij boog zich wat voorover en keek haar schuin aan. ‘Alleen maar leuk?’ vroeg hij.

Lisa haalde licht haar schouders op. Wat wilde hij nu horen? Dat ze hem wel erg leuk vond? Ze genoot inderdaad van zijn gezelschap vandaag, maar zo kort na Luc… En hij was toch zelf ook al eens verliefd geweest wat verkeerd afgelopen was, had hij verteld?

‘Jij zei dat je ook een vervelende ervaring met een meisje gehad hebt?’ vroeg ze toen in de hoop zo een antwoord te omzeilen.

Hij keek meteen strak voor zich uit en knikte. ‘Ja, dat was heel vervelend.’

Lisa keek opzij. Hij had een bittere trek om zijn mond gekregen, zag ze. Ze aarzelde even, pakte toen zijn hand en trok hem naar het dichtstbijzijnde bankje toe. Ze bleef zijn hand vasthouden terwijl ze zei: ‘Vanmorgen zei je tegen mij dat het soms kan opluchten door erover te praten.’

Hij keek naar haar hand en kneep er even in. Toen zei hij: ‘Je hebt gelijk. Het zou niet eerlijk zijn als ik jou wel uitnodig om je verhaal te doen terwijl ik zelf mijn mond zou houden. Maar het is nog steeds heel pijnlijk om erover te praten.’

Hij haalde diep adem en vertelde toen: ‘Drie jaar geleden kreeg ik een vriendin, Dora heette ze. Ik had haar via via leren kennen en was smoorverliefd. Ze woonde in Neurenberg, daar studeerde zij ook, dus we zagen elkaar alleen maar in de weekenden, de ene keer ging ik naar haar, de andere keer kwam ze naar mij. Maar we belden elkaar elke dag. Toen ging ik voor die tweede master naar Wageningen, waardoor we elkaar ineens veel minder zagen. Ik ging één keer per twee maanden een weekend naar haar toe, maar zij zei dat ze het te druk had met haar studie om af en toe een weekend naar Nederland te komen, en ook bellen deden we nu maar één keer per week. Ik snapte dat wel, ik had het zelf ook heel druk, en zij was bezig met haar afstudeeronderzoek en dat vroeg veel tijd. Tenminste, dat zei ze.

[wordt vervolgd