Amateurgeoloog Martien Bakkenes bekijkt een bijzondere steen.
Amateurgeoloog Martien Bakkenes bekijkt een bijzondere steen. Kees van Reenen

Halfedelstenen op de Goudsberg bij Lunteren

20 november 2022 om 07:17 Natuur en milieu

LUNTEREN Hoe breed de opleiding tot natuurgids bij het IVN is, blijkt wel uit het feit dat naast planten, dieren en landbouw ook geologie aan de orde komt. Docent is Martien Bakkenes en de plek waar je moet zijn om er iets van te zien en te voelen is de Goudsberg bij Lunteren.

We schrijven het jaar 1935. Twee zware trekpaarden zeulen samen twee aan elkaar gekoppelde lege stortkarren over de mulle zandweg de Lunterse Berg op. Bovenaan gekomen springt Evert, een jonge boer uit Zwartebroek, van de bok en maakt de achterste kar los. Dan stuurt hij de paarden naar een gat waar een paar mannen klaar staan om de kar vol grind te scheppen. Een kuub, 50 cent. Op de andere kar een kuub zand. Dan kunnen de karren één voor één weer de helling af gereden worden. Beneden koppelt Evert de wagens weer aan elkaar en kan de terugreis aanvangen.

STUWWAL Vele jaren ging dit zo; om zand voor metselspecie en om grind voor op het erf kwamen de boeren van heinde en verre naar de Goudsberg. Amateurgeoloog Martien Bakkenes kan zich nog herinneren dat overal gaten te zien waren. ,,Toen ik klein was zaten wij hier altijd op de camping en liepen we natuurlijk veel in het bos. Ik was zo’n jongen die alles wat hij vond in z’n zak stopte: stenen, lieveheersbeestjes…”

Zo groeide ook zijn belangstelling voor de aardwetenschappen en daarover heeft hij onlangs een les gegeven voor de IVN-cursisten. Vandaag aanschouwelijk onderwijs. ,,We staan hier aan de rand van de stuwwal”, vertelt hij, vanaf het uitkijkpunt aan de Hessenweg met uitzicht over de helling en de Vallei. Die stuwwal, heeft hij al verteld, is gevormd door een enorme gletsjer die tijdens de grote ijstijd vanuit het noorden tot hier doordrong. Over hoe lang dat geleden is, wordt verschillend gedacht; Martien houdt het op 200.000 jaar.

GELE KLEUR Hij leidt de groep het holle zandpad op dat even langs de rand loopt en straks het bos in, en wijst. ,,Valt jullie de gele kleur van dit zand op? Daar komt de naam Goudsberg vandaan.” Minder kostbaar dan goud, maar toch goed geld waard, was het zand en het grind dat hier gewonnen kon worden; eerst op kleine schaal, vanaf de jaren zeventig op grotere schaal met als uitkomst het grote zandgat, het doel van de voettocht vandaag.

De zon schijnt helder door de snel kaler wordende bomen. Cursisten, plantendocent Wim Geelhoed en coördinator Henk van de Beek wijzen elkaar op goudhaantjes, goudvinken - heus waar - en zelfs een overvliegende houtsnip, op paddenstoelen en wilde planten. Ruth wil graag natuurgids worden en heeft haar jongste al warm gekregen voor vogels. ,,Als ik iets weet, draag ik dat graag over.” Sylvia is al even enthousiast, maar dan vooral over het kleine: insecten en vandaag de kleinste stenen en vooral het donkerrode steentje dat ze nu opraapt. Wat zou dat zijn?

SCANDINAVIË Martien Bakkenes heeft de aandacht van de groep verlegd van het grote verhaal naar de kleine sporen daarvan: uit Scandinavië afkomstige keitjes, die overal in en langs het pad te vinden zijn. ,,Vooral als het hard regent, moet je zoeken, dan spoelen de stenen schoon.” Cursisten komen met hun vondst bij hem: wat is dit? De witte en lichtgele blijken kwarts te zijn, waarschijnlijk het meest voorkomende mineraal. Kwartsiet, ook genoeg te vinden, is veelal wat donkerder van kleur.

Nog iets donkerder is bijvoorbeeld zandsteen. ,,Voel maar, dat voelt ruwer aan dan kwarts.” Echt ruwe rode brokken, die weinig wegen, blijken baksteen. Kennelijk is hier niet alleen materiaal weggehaald, maar ook wat naartoe gebracht.

VUISTDIK Een glad donkergrijs steentje blijkt lydiet, een vulkanisch gesteente dat vandaag hier en daar opduikt. Zelfs een pikzwart stukje steenkool komt tevoorschijn, evenals graniet en vuursteen. ,,Om de gesteenten te leren herkennen, moet je veel stenen meenemen en thuis determineren. Maar vertel dat niet door”, waarschuwt de docent. ,,Officieel mag je niets uit het bos meenemen, ook geen stenen.” 

Dat wordt een lastige opgave als je een hobbelig donkerrood steentje vindt dat geen kwartsiet of zandsteen heet, maar jaspis… een halfedelsteen. Sylvia is vandaag niet de enige. Bakkenes vond ooit zelfs een vuistdik exemplaar. ,,Ik dacht eerst dat het een baksteen was.”

door Kees van Reenen

Natuurgidsen in opleiding speuren langs de hellingen van de zandafgraving op de Goudsberg.
Op de Goudsberg en de Lindeboomsberg kun je met enig geluk jaspis vinden.
Fietsers en natuurgidsen-in-spe in het zandgat van de Goudsberg bij Lunteren.
Zandsteen is te herkennen aan het ruwe oppervlak.
Lydiet, een op de Lunterse Berg vrij schaars voorkomend vulkaansteen.
Ook graniet kun je vinden in het zandgat bij Lunteren.
Vroeger reden paarden en karren af en aan naar de grindgaten in de Lunterse Berg.