Jonge witsteelfranjehoeden op een bemost stammetje.
Jonge witsteelfranjehoeden op een bemost stammetje. Kees van Reenen

Verrassende natuur in Daatselaarse bos

6 november 2022 om 07:14 Natuur en milieu

RENSWOUDE Ingeklemd tussen Scherpenzeel en Lunteren ligt een uitloper van de provincie Utrecht: de noordpunt van Renswoude. Het landschap is bijzonder fraai en omvat meerdere bosjes, waarvan we er 3,5 jaar geleden al eentje bezochten aan de westkant. Ook aan de oostkant ligt een mooie.

De zon gaat schuil achter een wolkendek, maar het is ongewoon warm voor de tijd van het jaar. De bomen beginnen overal te verkleuren en sommige zijn al bijna kaal; verlaten vogelnestjes worden zichtbaar. Zelfs de eiken laten hun bladeren vallen. De herfst is op zijn hoogtepunt.

Een eenzame den aan de Daatselaarseweg markeert het begin van een landweg die richting een bosje voert, dat in de buurt bekend staat als het Daatselaarse bos. Rechts ligt een maïsstoppelland waarboven een laatste koolwitje fladdert, links begint een strookje bos, geflankeerd door prachtig rood kleurende Amerikaanse-eikenopslag. Even verder duikt het pad het bos in. Aan de bosrand staan de bebladerde stengels van Boheemse duizendknoop, een minstens even hardnekkige exoot, met uitbloeiende bloemtrossen.

SMAL PAD Uit de bomen dwarrelen bladeren richting het pad en de begroeiing rondom, waaronder bramen met eveneens kunstig verkleurd blad. Overal klinken vogelgeluiden: scherpe piepjes van pimpelmezen, ‘tjup’ van vinken. Blijf je even staan, dan laten de vogels zich ook zien hier en daar in de boomkruinen en in de struiken aan de bosrand. Verderop roept een bonte specht en in een braamstruik scharrelt een roodborst.

Intussen is links tussen de bomen door geen open veld meer te zien. Dit is dus het enkele hectaren grote Daatselaarse bos. Verderop loopt de laan volgens de kaart uit op een ander pad dat naar rechts via een boerenerf overgaat in de Beekhoekweg en naar links uitkomt bij een stuw in de Nederwoudse Beek. Aan de overkant daarvan kun je via een smal pad door een brede houtwal naar de Barneveldsestraat wandelen.

MUIZENHOLLETJES Af en toe doet een windvlaag de boomkruinen trillen en dwarrelen weer blaadjes naar beneden. Links langs het pad bloeien nog de roze bloemen van de dagkoekoeksbloem. Erachter ligt een ondiepe greppel en daarachter een dode boom waarvan de kale takken omhoogsteken. Dood hout doet leven, blijkt ook hier. Tussen hout en greppel groeien paddenstoelen. Lichtbruine die bij beschadiging melksap afgeven, melkzwammen dus; en een grote paarsbruine die peksteel blijkt te heten. Ook de zoogdieren zijn vertegenwoordigd: in de greppelkant zitten muizenholletjes. Toch even in het bos kijken wat er nog meer leeft.

RUSSULA’S Het voorste deel is open en beplant met sparren. Verspreide oude vliegdennen verraden een heideverleden. Eén is er half dood en zit vol spechtengaten. Een gevallen Amerikaanse vogelkers leeft gewoon door. Tussen het dorre blad groeien meer paddenstoelen, meest geelwitte russula’s. Ginds is de bosgrond begroeid met gras: pijpenstrootje; en dan begint ook een serieuze struiklaag. Eerst een paar jonge hulststruiken, een enkele met rode bessen. Dan wordt het dichter door een zwerm sporkehout. 

Aan de voet van een den groeien zwavelkopjes - dat zal er mooi uitzien in het donker onder uv-licht. Eén van de varens onder de boom is wit bespikkeld; daar bovenin moet een slaapplek van vogels zijn. In de top van een naburige den houdt een merelvrouwtje de wacht. Van ver weg klinken autogeluiden, overstemd door vogelroepjes en zacht getik van vallend blad. Hier waan je je ver van de bewoonde wereld.

BOSVEN Maar wat is dat? Op een dood stammetje groeien ongewoon kunstige paddenstoeltjes, bruin van boven en wit van onderen. Onderlangs de hoed is nog een randje wit. Het blijken jonge exemplaren van de witsteelfranjehoed.

Achter het sporkehout wordt het bos ondoordringbaar door dicht bramenstruweel. Maar wat is daar voor groene laagte? Na een kleine worsteling met de bramen staan we oog in oog met een bosven, vrijwel geheel bedekt met dwergkroos. Een paar bijna kale hazelaars hangen over het water en aan hun voet gedijen melkzwammen.

De conclusie is duidelijk: ondanks een paar kleine minpunten is zo’n plattelandsbosje van grote waarde voor natuur en landschap.

door Kees van Reenen

Pad naar het Daatselaarse bos, nu nog vol met bladeren.
Dagkoekoeksbloem bloeit hier en daar nog.
Mooi Renswouds landschap gezien vanaf de Daatselaarseweg.
Geelwitte russula is een algemene soort van loof- en naaldbossen.
Amerikaanse eik hoort hier niet thuis, maar levert wel mooie herfstkleuren.
Peksteel is een minder alledaagse paddenstoel die groeit op dood hout.
Nederlandse pimpelmezen krijgen in de herfst gezelschap van noorderlingen.
Oude, deels dode grove den met kever- en spechtengaten.
Melkzwammen aan de oever van de poel in het Daatselaarse bos.