[-9-]

30 december 2021 om 14:52


Huizenruil. Tja, heel af en toe kwam je zo’n verzoek weleens tegen. Het leek haar erg spannend om tijdens de vakantie van huis te ruilen. Je moest het maar durven om je huis open te stellen voor vreemden. Er kleefde altijd een risico aan, want er kon huisraad sneuvelen of beschadigen. Ze zou er meer vertrouwen in hebben als het bekenden waren met wie ze tijdelijk van huis kon ruilen. Toch een leuk idee, zo’n advertentie. Die jonge vrouw in Middelburg had daar vast een goede reden voor.

Ze liep weer naar binnen en legde het tijdschrift op tafel. Morgen zou ze de mooie quilt nog een keer bekijken. Het werd nu tijd om naar haar ouders te gaan. Ze ging snel naar boven om zich wat op te frissen en te verkleden. Daarna vertrok ze.

Zoals verwacht was het behoorlijk druk op de weg vanwege de avondspits. Een kwartier later dan gepland reed ze de straat in waar haar ouders woonden. Ze herkende meteen de fiets van Janine die bij de voordeur stond. Dat was gezellig, zo vaak zag ze haar zus nu ook weer niet.

‘Hèhè, eindelijk ben je daar dan,’ begroette moeder haar korzelig toen Agaath binnenkwam. Ze was een struise vrouw met een vermoeide blik in haar ogen. ‘Je mag wel wat vaker komen, Agaath. Zeker nu papa weer last heeft van die sombere buien. Ik kan dat niet altijd meer zo goed aan.’

Janine stond achter hun moeder en gaf Agaath stiekem een knipoog. ‘Ik ben er toch ook, ma. Je kunt van Agaath niet verwachten dat ze om de haverklap hier op de stoep staat.’

Agaath glimlachte. Janine had er begrip voor dat ze vanwege de afstand en haar drukke baan niet altijd in de gelegenheid was om bij hun ouders op bezoek te komen.

‘Ze kan altijd nog naar Eindhoven verhuizen,’ meende haar moeder. Een andere opmerking had Agaath ook niet verwacht. Het was altijd en eeuwig hetzelfde liedje. Ze gaf haar moeder een kus en ging aan tafel zitten waar Janine meteen een kop koffie voor haar inschonk. Daar had ze zin in.

‘Ligt pa nog steeds op bed?’ informeerde ze, terwijl ze koffiemelk door haar koffie roerde.

Janine ging met een kop koffie tegenover haar zitten. Moeder dronk thee en negeerde haar opmerking.

‘Zelfs Nikki komt vrijwel dagelijks bij me op bezoek,’ mopperde ze. ‘Mis jij je kind niet, nu ze hier in Eindhoven woont?’

Agaath zuchtte onhoorbaar. ‘Soms wel, mam,’ gaf ze eerlijk toe. ‘Maar Nikki is niet langer een kind, ze is een volwassen vrouw. En daarnaast heeft ze in deze plaats ook een leuke baan. Ik weet niet beter dan dat ze het goed naar haar zin heeft en gelukkig is met Arthur. Dat is toch het allerbelangrijkste.’

Haar moeder snoof geëmotioneerd. ‘Ja, dat komt omdat ik er drie jaar geleden bij Nikki op aangedrongen heb om naar Eindhoven te verhuizen. Mijn verstandige kleindochter heeft toen mijn advies opgevolgd. En zie, hoe goed het nu met haar gaat. Dat wens ik jou ook toe, Agaath. Je woont daar net buiten Dussen, helemaal alleen in dat huis. Ik heb er vaak geen rust van…’

‘Ik woon er nog steeds erg naar mijn zin, ma,’ onderbrak Agaath haar. Ze slikte haar ongenoegen in. Soms vond ze het moeilijk om met dat claimende gedrag om te gaan. Maar uiteindelijk had haar moeder nooit goed los kunnen laten. Ze was een mensenmens en had Janine en haar met alle kleinkinderen dagelijks het liefst om zich heen. Krampachtig graag zelfs. Zeker als vader, die somber van aard was, in een depressie terecht dreigde te komen.

Ze glimlachte en streek met haar hand opbeurend over de arm van haar moeder. ‘Hoe gaat het vandaag met pa?’

‘Pa ligt op bed. Het dreigt weer mis te gaan. Vanmorgen ben ik met hem naar de huisarts geweest,’ vertelde Janine omdat moeder zweeg. ‘De hoeveelheid antidepressiva is tijdelijk wat opgehoogd. Over vier weken moet hij terug voor controle, hopelijk gaat het dan weer beter met hem.’

Moeder schudde haar hoofd. ‘Ik kan het niet meer aan met die man, Agaath. Wat moet ik doen? Soms ben ik zó bang. Jij bent verpleegkundige, zeg jij het maar.’

Agaath glimlachte meewarig. De hulpeloosheid van haar moeder greep haar aan.

‘Je weet toch dat er tijd nodig is voordat de extra dosis medicijnen aanslaat, ma. Voorlopig moet je gewoon geduldig afwachten.’

‘Ja, dat kun jij nu wel zeggen. Maar jij bent er nooit als ik je nodig heb.’

‘Ik kan verder ook niets doen dan afwachten, net als jij. Pa heeft dit nu al zo vaak meegemaakt, je weet toch dat hij er met goede medicatie altijd weer bovenop komt.’

Ze kende haar vader niet anders, bijna elk jaar maakte hij wel een depressieve periode door. Soms sloeg de ziekte een jaar over, zoals nu. Het was al anderhalf jaar geleden sinds hij voor het laatst deze klachten had.

Haar moeder boog het hoofd en knikte. ‘Daar heb je gelijk in. Maar het valt niet mee. Hij is de laatste tijd ook erg vergeetachtig en soms verward. Dat komt er nu ook nog bij, mijn hoofd loopt over van de zorgen.’

Agaath keek over het hoofd van haar moeder met vragende ogen naar Janine. Had ze soms iets gemist? Toen ze twee weken geleden hier was voor zijn verjaardag leek alles heel normaal. Pa was zelfs vrolijk en opgeruimd.

[wordt vervolgd