[-75-]

1 december 2021 om 09:56


‘Dan ben ik toch nog ergens goed voor.’ Met zijn duim kraste hij over een van de planken van het prieel.

‘Dat meen je toch hopelijk niet?’

‘Thomas studeert in Amerika, Raymond is op zijn veertiende met een hartstikke leuk meisje thuisgekomen, Célina heeft dan wel weer aangepapt met Leander, maar ze heeft wel een superlief kind, en ik zorg alleen maar voor ellende.’

Ze registreerde hoe hij zijn handen tot vuisten balde.

‘Ik hoop niet dat ik je ooit dat gevoel heb gegeven.’

Er volgde geen reactie, maar hij veegde snel langs zijn ogen.

‘Want als dat zo is dan spijt me dat.’ Koortsachtig zocht ze naar woorden. ‘Jullie zijn allemaal op je eigen manier kostbaar voor me.’

Hij snoof. 

‘Kostbaar!’ Ze deed alsof ze dat niet opmerkte. ‘Er bestaat geen ander woord voor. Je bent mijn kind, ook al heb ik het idee dat we elkaar de laatste tijd niet meer kunnen bereiken. Ik wil dat je weet dat je altijd mijn kind zult zijn, mijn geliefde kind.’

Het leek er even op dat ze hem ook dit keer niet bereikte. Hij gaf geen krimp. De koude regen voelde nu onaangenaam tegen haar voorhoofd. ‘Zullen we even in het prieel gaan staan?’ stelde ze voor en zonder op zijn instemming te wachten ging ze naar binnen. De bank met dikke kussens, die er in de zomer altijd stond, was tijdelijk opgeslagen in de berging. Om een beetje warm te blijven stampte ze met haar voeten op de tegels en omarmde zichzelf. 

‘Mam?’ Hij leek geen last van de kou te hebben. Zijn jack hing open, zijn sjaal was losjes rond zijn nek geknoopt. Ze hoopte op toenadering, op een verklaring voor zijn onbenaderbaarheid van de laatste tijd. 

‘Zouden pa en jij het erg vinden als ik een poos bij opa zou willen wonen?’ Hij keek haar niet aan.

Haar teleurstelling en onbegrip waren zo groot dat ze eerst geen woord kon uitbrengen. 

‘Als opa dat ook wil natuurlijk,’ voegde hij eraan toe toen de stilte hem te lang duurde. ‘Want anders wordt het niks.’

‘Wil je dat echt?’ Ze kneep haar handen samen. ‘Ik bedoel, doe je het voor opa omdat hij straks alleen verder moet? Of wil je het echt zelf?’

‘Misschien een beetje voor het eerste,’ reageerde hij eerlijk. ‘Maar meer omdat ik het zelf wil, omdat ik het een poosje nodig heb.’

Ze probeerde zich flink te houden. ‘Ik zou het heel moeilijk vinden, maar als het goed voor jou is en het is wat jij graag wilt, zal ik je nooit tegenhouden.’

Het bleef een poosje stil. Ze vroeg zich af waar hij nu mee worstelde en of ze misschien nog meer moest zeggen. Hij moest wel weten dat hij altijd welkom was.

‘Dank je!’ 

Ze keek opzij. Hij ook. 

Hij glimlachte, zij ook.

Daarna volgde een saamhorig zwijgen.

‘Ik heb steeds het gevoel dat het een slechte grap is,’ zei Célina nu voor minstens de derde keer. Tevergeefs probeerde ze het benauwende gevoel op haar borst weg te zuchten. Leander streelde geruststellend haar nek.

Raymond en Luana zaten met Morris en Aiden op de grond. Luana las boekjes voor. Een leuk meisje, vond Célina. Al interesseerden haar de verhaaltjes niet, ze vond het fijn om naar de lichte, vrolijke stem van Luana te luisteren. Met verschillende grappige stemmetjes probeerde ze de kleintjes aan het lachen te maken. Dat lukte maar gedeeltelijk, hoe leuk ze het ook deed. 

‘Stiekem verwacht ik dat ze hier straks met z’n tweeën zomaar binnenkomen,’ ging ze verder.

‘Reken daar maar niet op,’ zei Leander. Samen met Lucas en Raymond had hij de tafel na het eten afgeruimd en de vuile borden in de vaatwasser gezet. Die draaide inmiddels op volle toeren. Hij gaapte, vermoeid van de drukte die hij niet gewend was en de warmte in de kamer. ‘Zullen we een eind gaan wandelen? Van hier in huis zitten wordt helemaal niemand beter. Als Kaj straks uit bed is en je hem hebt gevoed, halen we mooi even een frisse neus.’

Célina had er niet veel zin in, maar dat zei ze niet hardop.

‘Goed idee!’ viel Raymond hem bij. ‘Ik zit hier toch maar steeds aan oma te denken. Een beetje afleiding is wel goed.’

‘Is oma nou net zo dood als Flipje?’ informeerde Aiden. 

‘Flipje?’ Er verscheen een diepe denkrimpel bij Célina’s neus.

‘Die dikke kat van de buren,’ wist Lucas. Hij zat samen met Tycho naar tekenfilmpjes op televisie te kijken. ‘Die is laatst toch onder de auto gekomen?’

‘Toen was-ie hartstikke plat. Er stak van alles uit.’ Tycho keek vies. Célina herinnerde zich dat hij vreselijk had gehuild nadat hij de kat op het wegdek had ontdekt.

‘Zo ziet oma er dus niet uit,’ legde ze voor de zekerheid maar uit. ‘Ze is gewoon in haar slaap overleden, dus ik denk dat het net lijkt alsof ze zo weer wakker kan worden.’

‘We kunnen misschien wel met oma skypen,’ bedacht Tycho nu opgewekt. 

‘Echt?’ Aiden keek hem opgelucht aan. ‘Zullen we dat dan doen? Ik wil niet dat oma dood is.’

Tycho dacht diep na. ‘De hemel is ver… ik denk dat de verbinding dat niet trekt.’

Luana legde haar hand tegen haar mond en Célina had ook moeite om het niet uit te proesten.

[wordt vervolgd