Voor de etalage van groentehandel Weimer drie jeugdige deelneemstertjes aan de jaarlijkse optocht op Koninginnedag die trots waren op onze wereldkampioene schoonrijden op de schaats Sjouke Dijkstra.
Voor de etalage van groentehandel Weimer drie jeugdige deelneemstertjes aan de jaarlijkse optocht op Koninginnedag die trots waren op onze wereldkampioene schoonrijden op de schaats Sjouke Dijkstra. Gemeentearchief Barneveld

Een herenhuis en een [Vogelkooitje

10 december 2021 om 08:40

De aflevering van deze week gaat onder andere over een herenhuis dat, als het nog bestaan zou hebben, waarschijnlijk op de gemeentelijke monumentenlijst zou zijn beland. 

Dat zou dan al weer jaren geleden gebeurd moeten zijn, want begrippen als ‘monument’ en ‘cultureel erfgoed’ schijnen tegenwoordig helaas voorgoed uit de gemeentelijke encyclopedie te zijn verdwenen. Toch besteden we eerst aandacht aan het pandje links van dat herenhuis, de voormalige groentezaak van Weimer. 


OOIT EEN KOPERSLAGERIJ Lang geleden was die groentespeciaalzaak maar een klein woon- en winkelhuis. In 1705 woonde daar Barend Batavier over wie weinig bekend is. De familienaam komt onder andere voor in Amsterdam. Daar werd in 1918 een Barend Batavier ingeschreven voor de Nationale Militie, met als aantekening ‘kan goed met paarden omgaan’. Dat compliment had helemaal niets met zijn beroep te maken, want in het militieregister staat hij vermeld als ‘regenjassenplakker’… Ik vermoed dat het een Joodse familienaam betreft. In 1749 woonde Willem Otten in het pandje. Hij was daghuurder van beroep. 

Interessanter is de volgende bewoner die ik in 1806 aantrof: de rooms-katholieke koperslager Hendrikus Reijners (1777-1852), getrouwd met Catharina (de) Groot (1776-1863), wiens zonen later allemaal het beroep van koperslager – loodgieter zouden we tegenwoordig zeggen – zouden gaan uitoefenen. Reijners verhuisde voor 1827 naar de Jan van Schaffelaarstraat, naar het pand waar later Ter Rahé hetzelfde vak zou uitoefenen. In dat jaar – 1827 dus – trof ik twee bewoners/gebruikers in dit pand aan: Gerrit Roelofsen en schoenmaker J. Wijdom. Die laatste moet Jan Jacob Weijdom of Wijdom zijn geweest die daar tot het belastingjaar 1835/’36 schoenen en laarzen lapte. Weijdom vertrok later naar Nieuwer-Amstel waar hij, 59 jaar, op 2 november 1840 zou overlijden.  


LATER EEN SLAGERIJ Het pand werd in 1850 bewoond en als winkel gebruikt door Harmanus van den Brink (1816-1882), zoon van Wouter Gerritsen van den Brink en Naatje Bosman. Van den Brink komt in de periode 1848-1850 voor als winkelier en broodverkoper en daarna als timmerman en wagenmaker. Ik betwijfel of hij die laatste beroepen daar ook heeft uitgeoefend of dat hij is verhuisd. Hoe dan ook, in 1895 oefende Evert Jan van Spankeren (1833-1908) hier het vak van vleeshouwer of, moderner uitgedrukt, slager uit. Waarschijnlijk oefende ook zijn vader Dirk hier al dat vak uit. Evert Jan en zijn vrouw Cornelia van den Berg (1834-1892) kregen drie kinderen: Dirk, geboren in 1871, Maria, geboren in 1872 en Johan, geboren in 1877. Johan koos voor het bakkersvak en Dirk werd ook slager, maar staat bij zijn overlijden als ‘koopman’ te boek. Of Dirk hier nog het slagersvak heeft uitgeoefend is mij niet bekend. Hij nam in 1897 de zaak van zijn vader over en overleed op 29 december 1928. Zijn echtgenote Arendina van Dronkelaar, overleed op 15 augustus 1944 in Ede.


TENSLOTTE EEN BLOEMENZAAK Voor zover ik kon nagaan, komt de familie Weimer oorspronkelijk uit Amsterdam. Daar werd op 28 november 1910 Theodorus Johannes Marinus Weimer geboren. Hij trouwde op 31 oktober 1934 in Apeldoorn met Betje Keizer, dochter van haltechef Lammert Keizer en Grietje Akkerboom. Hij was toen al groentehandelaar van beroep en woonde in Barneveld. Aanvankelijk was hij overigens tuinman. Een broer van Theo, Gerrit Jan Weimer, was kleermaker van beroep en woonde ook in Barneveld. Hij trouwde op 10 april 19347 in Barneveld met Grietje Keizer, de toen 27-jarige zus van Betje. Hij woonde in de Torenstraat. In de telefoongids die in 1949 verscheen, stond als beroep groenten, aardappel- en fruithandel vermeld. Een bekende telg uit de Weimer-familie is Kees, die een succesvol metaalkunstenaar is en zijn atelier aan de Valkseweg heeft.


HET HERENHUIS Hoewel ik geen idee heb wanneer het pand werd gebouwd, weet ik wel dat er in 1705 op deze plek een zekere Aalbert Stephensen van de Vaerst woonde. In 1749 woonde karman Jan Lubbertsen van Boeyen hier, maar vanaf 1806 wordt het interessant en kan ook het fraaie herenhuis gebouwd zijn. In dat jaar woonde rentenier Jan Antony van Rouwendal hier, die overigens al op 4 april 1808 in Barneveld zou worden begraven. Het was niet zijn eerste adres in het dorp. In 1766 vestigde zich Jan Antony van Rouwendal als chirurgijn vanuit Amsterdam in Barneveld. Mogelijk had dit te maken met zijn relatie met Anna Elizabeth Beek, dochter van de schout Johan Beek en diens echtgenote Elisabeth Rhomberg. Hoe het ook zij, hij liet er een baan bij de marine voor schieten! Van Rouwendaal huwde met Anna Beek op 16 oktober 1767 in de grote kerk en ruim tien jaar later kreeg hij in onze gemeente te maken met de bestrijding van de, epidemische vormen aangenomen hebbende, rode of persloop. Het was een dysenterie-epidemie die tussen 1778/79 en 1782/83 in Gelderland veel slachtoffers eiste.


NOG EEN CHIRURGIJN Na hem woonde Gerrit van den Bijlard (ook Bijlard en Van der Bielert) (1786-1835) in dit huis. Dat deed hij in elk geval van 1815 tot 1835/’36. Hij was, eigenlijk net zo als zijn voorganger, chirurgijn, apotheker, heelmeester en artsenijmenger van beroep. Dat vak oefende hij eerst korte tijd in Voorthuizen uit. De met Dina Johanna Botvis (-1872) getrouwde Van den Bijlardt werd in 1786 in Nijkerk geboren. Het echtpaar kreeg in Barneveld negen kinderen. Van den Bijlardt overleed op 4 november 1835, zijn weduwe pas op 27 april 1872. In 1850 werd het huis bewoond door de weduwe Jeanette Swanenburg-van de Wall Perné. Zij was op 3 januari 1803 in Amsterdam geboren als dochter van Pierre van de Wallperné en Helena Gertruijda Schaaij en zou op 24 april 1881 in Ede overlijden. De reden van haar komst met haar kinderen naar Barneveld is niet helemaal bekend, wel dat een dochter van haar Kornelia Maria (1824-1909) in 1856 trouwde met de Barneveldse boekhandelaar Pieter Andrae Menger.


HOUTHANDEL In 1895 woonde timmerman Hendrik de Boer sr. In het huis en na hem Frank van Roiekel, die als houthandelaar te boek stond. Zijn bedrijf strekte zich van achter zijn woning uit tot over het Eerste Achterdorp, nu de Gowthorpestraat. In feite werd hier de kiem gelegd voor de Eerste Barneveldse Houthandel die later naar het industrieterrein De Harselaar verhuisde. 

 

‘T VOGELKOOITJE Tussen het herenhuis en de bakkerij van Heineman stond nog een klein, door een mansardekap gedekte woning, die vroeger als ’t Vogelkooitje bekend stond. Daar woonde in 1705 Aris Hendriksen en in 1749 Wouter Harmsen van den Broek. In 1806 woonde daar Hendrik Pauw (1772-1843) die vellen- of leerbereider van zijn beroep was. In 1827 had Cornelis van Leeuwen er zijn kuiperij gevestigd, die later door zijn zoon Geurt werd overgenomen. In 1895 werd het pandje bewoond door der weduwe van Geurt, Evertje Mulder die op 11 maart 1897 zou overlijden. In 1939 was hier de garage en het taxibedrijf van Christianus Johannes Jacobus van Roon gevestigd. Hij trouwde in Barneveld op 8 juni 1940 met Antonia Wilhelmina Baars. Later werd hier het bouwbedrijf van Van Zomeren gevestigd. Alle, in deze aflevering genoemde panden, werden afgebroken, om plaats te maken voor een appartementencomplex, met daaronder winkels zoals het Pakhuis van Ome Jan en de Zeeman. Ik wacht nog steeds op een fusie tussen de Wibra en de Zeeman, waardoor er wellicht een Zebra zou ontstaan!

‘Groente, Fruit, Visch’ staat er boven de ventwagen te lezen. Nooit geweten dat Weimer ook vis uitventte.
Een nogal beschadigde foto waarop enkele van de beschreven panden in winterse sferen zijn afgebeeld.
Een prachtige, wat beschadigde foto van het rijtje huizen wat vandaag in dit artikel wordt besproken. Het fraaie herenhuis heeft inmiddels plaats gemaakt voor een ‘jarenvijftig woning’ .
Het rijtje huizen zoals ze staan afgebeeld in de stratenatlas ‘Als eene stadt betimmert’.
Hetzelfde rijtje maar nu aangevuld met het bouwbedrijf van Van Zomeren. Uiterst rechts de bakkerij van Aelbers
De winkel van groentehandelaar J. Weimer met reclame voor 7up en de aankondiging van een voetbalwedstrijd.