Van links naar rechts: de kapperszaak van Konstapel, ’t Centrum’ van later J. Bielderman, het woonhuis van Zegers en de bakkerij. De foto werd in 1927 gemaakt wat kan worden afgeleid uit de affiche voor de historische optocht die in dat jaar werd georganiseerd.
Van links naar rechts: de kapperszaak van Konstapel, ’t Centrum’ van later J. Bielderman, het woonhuis van Zegers en de bakkerij. De foto werd in 1927 gemaakt wat kan worden afgeleid uit de affiche voor de historische optocht die in dat jaar werd georganiseerd. Gemeentearchief Barneveld

Van de melkhandel van Nijhof tot en met de [bakkerij van Zegers

1 december 2021 om 15:06

Vandaag komen er vier, eigenlijk vijf panden of adressen, aan de beurt. In de al zo vaak genoemde stratenatlas ‘Als eene stadt betimmert’ kregen ze de volgnummers 91 tot en met 94. 

Dat ‘eigenlijk’ slaat op het eerste woon- en winkelhuis dat, ook volgens de reconstructietekening, twee etalages en twee voordeuren kende. In dat pand waren zowel de zuivelhandel van Geurt Nijhof als de kapperszaak van Jan Willem Konstapel te vinden. 


ZUIVELHANDEL Links was de zuivelhandel van Geurt Nijhof gevestigd, ook die kan ik me nog herinneren. Of hij er bovendien met boter, kaas, melk, vla en yoghurt met een handkar op uitging is mij niet bekend. Zonder het exact te weten, veronderstel ik dat Geurt op 6 december 1939 in Hoogland trouwde met Wilhelmina Adams. Van Nijhof weet ik nog dat hij beschikte over een prachtige – door zijn zoon? – gerestaureerde oude Morris die in een ook al oude garage achter slijterij Erkens onderdak vond, naast de honingzemerij van Van ’t Land.


Later werden de twee winkels samengevoegd en werd er de autoboetiek van de daar tegenover gelegen garage Stronks in gevestigd, die winkel werd gedreven door hun helaas veel te jong overleden dochter. Je kon er siervelgen, schoonmaakmiddelen voor auto’s en dergelijke kopen. Later vestigden Rien en Kitty Schueler er hun restaurant in dat, na een fikse schilderbeurt, ‘Het Groene Pandje’ werd genoemd. Nu kunt u er nog restaurant Madern vinden.


KAPPER KONSTAPEL Jan Willem Konstapel (1910-1996) beschikte over een grote, en dorst makende verzameling miniatuurflesjes sterke drank. Om welke reden hij die verzamelde werd me nooit helemaal duidelijk; alle flesjes waren keurig gesloten en waren dus nog nooit geopend. Jij keek er kennelijk alleen maar naar, en zijn klanten deden dat ook. 

Na zijn pensionering vroeg hij of zijn collectie niet bij Museum Nairac kon worden ondergebracht. Zijn echtgenote, Grada Woudenberg (1913-1981), was immers al overleden en kennelijk was er geen verdere familie die zich over de verzameling wilde ontfermen. Met spijt in het hart heb ik toen, op een miniatuurflesje Barneveldse ‘Zwarte Kip-advocaat’ na, zijn vriendelijk aanbod van de hand gewezen en hem verwezen naar het Nationaal Distilleerderij Museum in Schiedam. 


Konstapel was niet de eerste bewoner van dit pand. In 1705 woonde smid Gerrit Jansen er en in 1749 karman Hendrik Campert jr. In 1806 moet kleermaker Steven Geurtsz van Leeuwen (1792-1839) er hebben gewoond. Hij was op 9 april 1790 in Barneveld gehuwd met de in Bemmel gedoopte Susanna Jacoba Meijer (1753-1813). In 1827 werd het pand bewoond door Gerrit Krijger, die bakker van beroep zou zijn, maar die ik in de registers van de burgerlijke stand slechts als dagloner tegenkwam. In dat zelfde jaar moet schilder Gerson Cohen (1801-1871) zich hier hebben gevestigd. Hij was bovendien glazenmaker, rijtuig- en huisschilder, behanger en winkelier. Gerson moet er in elk geval tot het belastingjaar 1852/’53 werkzaam zijn geweest. Op enig moment vertrok hij naar Arnhem, waar hij is overleden. 


In 1877 woonde hier, links of rechts, u mag kiezen, de weduwe Arnolda Winsen- van den Hoven (1852-1927). Zij had de winkel van haar man Everhardus van Winsen, overleden op 29 april 1891, voortgezet. In augustus 1913 liet ze haar winkel in galanterieën en modeartikelen verbouwen. Arnolda overleed op 8 februari 1927 in Barneveld. 


‘T CENTRUM Naast het hoge, dubbele winkelpand stonden omstreeks 1900 twee piepkleine huisjes. Het linker droeg vroeger het huisnummer 72. Daar was in mijn jeugd de sigarenzaak van J. Bielderman gevestigd. In de jaren dertig van de vorige eeuw en zeker in de eerste decennia na de bevrijding van ons land in 1945 stak menigeen er eentje op, of het nu een forse bolknak of een Chief Whip-sigaret was. Van ‘held’ (,,het is geen man die niet roken kan”) werd de man, en in toenemende mate, de vrouw, een outcast die op de perrons van grote stations later zelfs een eigen ‘stankcirkel’ kreeg. Het zijn nu mensen geworden om wie je, nu dus bijna letterlijk, in een grote boog heen loopt! 

Ook de geschiedenis van dit pand gaat bijna twee eeuwen terug. In 1806 woonde hier de rooms-katholieke schoenmaker (Christiaan Wilhelmus) Willem Schlaghek, wiens vader Antonie Schlaghecke heette, zodat we gevoeglijk kunnen aannemen dat we hier met een van de naar Barneveld geëmigreerde katholieken uit het Münsterland te maken hebben. Willem overleed op 9 mei 1857. In 1895 woonde hier kleermaker Hendrik Prins en in 1939 J.W. van den Brink. Na de opheffing van de sigarenzaak van Bielderman werd hier de muziekwinkel van Cees van Willigen in gevestigd.


VAN KLEERMAKERIJ TOT WOONHUIS Niet veel groter dan het huisje ernaast was het volgende optrekje, dat later werd verbouwd tot woonhuis, van bakker M. Zegers, die zijn winkel weer daarnaast had. Ook de geschiedenis van dit pandje gaat echter terug naar het begin van de negentiende eeuw. De eerste bewoner die ik aantrof, was Hendrik Harmsen Smink. Hij was kleermaker van beroep. Ook hij was rooms-katholiek. Uit zijn huwelijk met Geeruida Florissen werden vier kinderen geboren, onder wie Joanna, die op 19 maart 1805 werd gedoopt. Zij trouwde op 29 februari 1828 met wever Christoffel Nieuwland (1797-1884). Het echtpaar kreeg, voor zover bekend, zes kinderen, onder wie Johannes Nieuwland (1838-1895) die barbier van beroep was en ongehuwd overleed. 

Later werd dit pand het woonhuis van bakker Marinus Zegers, om in 1997 bij de muziekwinkel van Cees van Willigen te worden getrokken, waar diens zoon Ronald nu met veel plezier veel instrumenten verkoopt.


BAKKERIJ ZEGERS Ook hier stond in 1705 al een huis, waar wever Joost Jacobsen woonde. Hij was mogelijk getrouwd met Grietje Severes. In 1749 trof ik de naam Jacob Campert aan, die schoenmaker van beroep was. In 1806 woonde daar de weduwe Hendrikje Claassen, die zich als dagloonster een karig inkomen verschafte. Vanaf 1823 woonde hier winkelier Gerrit van den Berg, op 22 oktober 1797 in Maartensdijk gehuwd met Willemijntje van den Eikelenkamp, die bovendien als kroeghouder en suikerballenmaker bekend stond. Die stopte je vroeger tijdens het koffiedrinken in je mond als een soort klontje. 

Gerrit overleed in Barneveld op 30 maart 1840, waarna zijn zoon Willem, aanvankelijk klompenmaker van beroep, de winkel overnam. Willem was op 10 oktober 1828 getrouwd met Maria van Nieuwenhuizen. Hij zou, 88 jaar, op 5 mei 1891 overlijden. Zijn vrouw was al eerder, op 14 juni 1879 overleden. 


TWEE BAKKERS MARINUS ZEGERS In de gemeente Barneveld kenden we in die tijd twee bakkers die beiden Marinus Zegers heetten. Alle twee werden ze in Putten geboren. Op 2 september 1863 kwam Marinus Zegers, zoon van bakker Jacob Zegers en Fennetje Plat ter wereld. Hij zou zich later als bakker in Zwartebroek vestigen en was getrouwd met Willempje van den Heuvel. Deze was het dus niet.


De op 18 april 1873 in Putten geboren Mar(t)inus Zegers nam de winkel van Van den Berg over en maakte er een bakkerij van. Hij trouwde op 7 april 1899 met Willempje van Surksum (1874-1955), met wie hij vier kinderen kreeg. Marinus overleed op 29 januari 1948, zijn vrouw op 19 december 1955. De twee oudste kinderen overleden al snel na hun geboorte, maar Evert Jan (1910-1977), getrouwd met Geertje Hendrika Rijken, dochter van postkantoorhouder Hendrikus Rijken in Kootwijkerbroek, nam de bakkerij van zijn vader over en werd een van de bekendste bakkers van het dorp. Links naast de bakkerij werd zijn woonhuis gebouwd, waarvan al eerder in dit artikel sprake was. Na afbraak van het pand werd hier de opticienzaak van Niek de Boer (Blitz Brillen) gevestigd, die eerst in de Nieuwstraat te vinden was.


AMBTSPOMP Wie het tekeningetje uit de stratenatlas goed bekijkt, ziet tussen de twee kleine huisjes de daar vroeger staande ambtspomp ingetekend, waar de bewoners van dat gedeelte van de Langstraat hun drinkwater konden gaan tappen. Op 13 juni 1917 nam de gemeenteraad het besluit om deze pomp, en die voor de huizen van Van der Weerd en Van der Mheen aan de Schoutenstraat, te laten verwijderen.

Een prachtige foto van het woonhuis en de bakkerij van Zegers. Wat hij voor f. 3,95 aanbood, kon ik helaas niet lezen.
De weduwe Winsen op bezoek bij de familie Verloop aan de Jan van Schaffelaarstraat.
Dit ‘uithangbord’ van bakkerij E.J. Zegers kunt u tegenwoordig bij het Oude Ambachtenmuseum in Terschuur bewonderen.
Het rijtje huizen waarover deze aflevering gaat. In het midden tussen de nummers 92 en 93 de gietijzeren ambtspomp die in 1917 werd verwijderd.
Marinus Zegers voor zijn oven omstreeks 1920.
Zo ziet dit stukje Langstraat er nu nog uit.