Commissaris van de Koning John Berends tijdens de benoeming van waarnemend burgemeester Eppie Klein. Volgens de rechter mocht Berend de door hem aangestelde Klein ook ontslaan,
Commissaris van de Koning John Berends tijdens de benoeming van waarnemend burgemeester Eppie Klein. Volgens de rechter mocht Berend de door hem aangestelde Klein ook ontslaan, RUKVB

Rechter: Berends mocht Klein ontslaan (update)

26 november 2021 om 16:35 Politiek

ARNHEM/SCHERPENZEEL De voorzieningenrechter in Arnhem heeft vrijdagmiddag het verzoek om voorlopige schorsing van het besluit, om waarnemend burgemeester Eppie Klein uit zijn functie te ontheffen, afgewezen. Dat betekent dat Klein uit zijn functie ontheven blijft tijdens de bezwaarprocedure, die hij tegen zijn ontslag heeft aangespannen bij de provincie, én commissaris van de Koning John Berends tussentijds een nieuwe waarnemer kan benoemen.

De rechter oordeelde dat de bevoegdheid van de commissaris van de Koning volgens art. 78 van de Gemeentewet, om voor een gemeente te kunnen voorzien in een waarnemend burgemeester, niet alleen het benoemen, maar ook het (kunnen) ontheffen uit de functie inhoudt. ,,Bij de keuze om gebruik te maken van die bevoegdheid heeft de commissaris beslisruimte. Dat betekent dat de voorzieningenrechter die keuze terughoudend moet toetsen’’ lichtte de rechter zijn besluit toe. 

Hij concludeert dat de commissaris zijn besluit om Klein te ontheffen uit zijn functie baseert op twee redenen. De eerste reden is dat er een vertrouwensbreuk is ontstaan en de tweede reden is dat Klein zich niet heeft gehouden aan de opdracht waarvoor hij in het ambt is benoemd. Voor het verliezen van het vertrouwen kon reden zijn, vindt de rechter. ,,De waarnemend burgemeester heeft op een cruciaal moment, vlak voor de stemming door Provinciale Staten over het herindelingsadvies, voor ophef gezorgd door een e-mail te (laten) sturen waarbij hij de integriteit rondom het herindelingsproces in twijfel trekt. Dit had hij volgens de rechter direct moeten onderbouwen met de informatie die hij hiervoor stelt te hebben. ,,Los van de vraag of deze informatie de bestuurlijke interventie van de waarnemend burgemeester al dan niet rechtvaardigde, had hij meer openheid moeten geven.’’ De rechter rekent Klein ook aan dat hij hierover een onduidelijke houding heeft aangenomen door wisselende, of in elk geval voor verschillende interpretaties vatbare, verklaringen af te leggen.

Het argument van Klein en zijn advocaten dat het besluit in strijd zou zijn met het zorgvuldigheidsbeginsel omdat de gemeenteraad hierover niet op de juiste manier is geconsulteerd, deelde de rechter niet. Hij verwijst ernaar dat Berends op de zitting heeft toegelicht dat hij in het gesprek met Klein op 7 oktober weliswaar heeft meegedeeld dat zijn voornemen om hem uit zijn functie te ontheffen weliswaar ‘ononderhandelbaar’ was, maar hem voor het nemen van het besluit wel in de gelegenheid heeft gesteld om hierop te reageren en zijn belangen kenbaar te maken. Vervolgens heeft de commissaris gesproken met alle fractievoorzitters van de gemeenteraad en daarmee heeft hij in de ogen van de rechter voldaan aan de eisen van zorgvuldigheid. 

Op het besluit zelf had de rechter nog wel wat aan te merken, omdat het niet, zoals wettelijk vereist, was voorzien van een motivering. Berends had tijdens de zitting betoogd dat dit achterwege was gelaten ter bescherming van de waarnemend burgemeester. Dat argument gold voor de wet echter niet. Ook bevreemdde het de rechter dat deze motivering wel is verzonden aan de minister en aan Provinciale Staten. Het ontbreken van het motiveringsbesluit alleen, vond de rechter echter onvoldoende, ook omdat de commissaris dit kan herstellen in de beslissing die nog moet worden genomen op het bezwaar dat Klein daartegen heeft aangetekend. 

De omstandigheid dat, mede door de grote belangstelling in de media, het besluit de eer en goede naam van Klein kan aantasten, maakt het besluit volgens de rechter niet onevenredig. Die aantasting is naar zijn oordeel meer een gevolg van de onderliggende feiten en openbare discussie, dan van het besluit op zichzelf. Al met al kwam de rechter tot de voorlopige conclusie dat het bezwaar van Klein tegen zijn ontslag geen redelijke kans van slagen heeft en wees daarom het verzoek voor voorlopige schorsing van het besluit af.

Het college van b. en w., die zich om reden van het spoedeisend belang in de zaak van het schorsingsverzoek van Klein bij de voorzieningenrechter gevoegd, zegt in elk geval blij te zijn met de duidelijkheid die door de uitspraak van de rechter is ontstaan. ,,Het maakt de komst van een nieuwe waarnemend burgemeester in elk geval minder ‘beladen’, ook voor de persoon zelf’’ zo laat het college middels een woordvoerder weten.

Commissaris Berends laat weten blij te zijn dat het besluit van de rechter hem in de gelegenheid stelt om zo snel als mogelijk is, in overleg met een delegatie uit de gemeenteraad, een nieuwe waarnemend burgemeester te benoemen voor Scherpenzeel. ,,Een waarnemer die onafhankelijk is en er is voor alle inwoners en partijen. Zodat deze het college en de raad kan bijstaan bij het verder werken aan een gezonde toekomst van de gemeente Scherpenzeel.

In een eerder gesprek met de vertrouwenscommissie (fractievoorzitters, red.) van Scherpenzeel en de commissaris was al afgesproken dat, met het oog op de zelfstandige toekomst, de procedure voor een nieuwe kroonbenoemde burgemeester eerst na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 opgestart zal worden. 

Klein zelf, die vanwege corona vorige week niet op de zitting aanwezig kon zijn, was nog niet bereikbaar voor commentaar. Zijn advocaat, Arjan Klaassen van BVD Barneveld, liet desgevraagd weten teleurgesteld te zijn in de uitspraak. ,,We moeten de overwegingen van de rechter nog eens goed gaan lezen en bespreken, maar we hebben wel de indruk dat hij de niet onderbouwde beweringen van de commissaris erg zwaar heeft laten wegen. Afgezien van de juridische kwestie over de bevoegdheid voor ontslag, ging het toch ook met name om de zorgvuldigheid waarmee dit besluit door de commissaris is genomen. Op de wijze waarop dit is gebeurd - zonder het vereiste motiveringsbesluit of het voldoende horen van de gemeenteraad – had de rechter naar onze mening wel wat kritischer mogen kijken. Wij zien echt nog wel wat punten die wellicht in een bodemprocedure nog wat verder uitgespit zouden kunnen worden, want de verklaringen van zowel Klein als sommige fractievoorzitters staan lijnrecht tegenover elkaar. Maar we gaan de zaak in de komende tijd nog eens goed bestuderen en bespreken. Dan wordt ook bepaald hoe we verder gaan.