Melkzwammen danken hun naam aan het melksap uit de plaatjes.
Melkzwammen danken hun naam aan het melksap uit de plaatjes. Kees van Reenen

Melkzwammen en nog veel meer op landgoed De Schaffelaar

7 november 2021 om 09:13 Natuur en milieu

BARNEVELD Hoe het fotograferen van paddenstoelen in z’n werk gaat, weten we sinds vorige week. Echter, hoe die zwammen zelf te werk gaan en hoe ze heten, dat is het domein van Evert van den Berg. Op zoek naar melkzwammen en wat er nog meer te ontdekken valt.

Het is druk op landgoed De Schaffelaar op deze zonnige herfstdag. Laag vallend licht speelt door de goudgeel verkleurende bladeren van de markante bomen bij het kasteel en rond de Koewei. Onlangs leidden vier IVN-gidsen hier een excursie, na een periode met weinig activiteit. Eén van hen, Evert van den Berg, maakt graag een afspraak om de paddenstoelenzoektocht nog eens dunnetjes over te doen.

,,Deze eik heeft een probleem’’, begint de paddenstoelenkenner. Hij wijst op een bundel vreemde grijsbruine zwammen aan de voet van een machtige boom, die aangevallen wordt door de eikhaas, een zwakteparasiet. Dit vormt een kapstok voor een uiteenzetting over de verschillende manieren van leven in paddenstoelenland.

OPRUIMERS Hij heeft het al vaker verteld, maar Van den Berg zet graag nog eens de getallen op een rij. ,,Tachtig procent van de paddenstoelen, in Nederland 700 tot 750 soorten, behoort bij de saprofieten, de opruimers, die dood materiaal verteren. Bijna twintig procent valt onder de symbionten, samenwerkers, die bomen en struiken voorzien van afweerstoffen en de wortels helpen bij opname van water en mineralen. En dan is er nog twee procent parasiet, waarvan het overgrote deel alleen verzwakte bomen aantast, de zwakteparasieten. Slechts een paar soorten vallen gezonde bomen aan.”

Rustig zoekt hij verder tot hij een groepje fraaie paddenstoelen ontdekt, wit met een paarsrode hoed. ,,Russula’s, symbionten. Van alle bomen en struiken is tachtig procent van zulke schimmels afhankelijk; ze vergroten de opnamecapaciteit van de wortels met een factor honderd of meer. In ruil daarvoor krijgen ze suikers van de boom. Die heeft een boom altijd wel over. Nu trekken de bomen de suikers terug naar de wortels, waardoor er voor de schimmels een overvloed is; een goed moment om vruchtlichamen te maken.” 

VELE KLEUREN Aha, vandaar dat de meeste paddenstoelen er zijn in de herfst. Russula’s zijn er overigens in vele kleuren en moeilijk uit elkaar te houden soorten, die Van den Berg niet allemaal kent. Met zijn telefoon maakt hij een foto, waarna applicatie ObsIdentify de naam mag verklappen. ,,Zwartpurperen russula, 61 procent zekerheid.” Het kan dus ook nog wat anders zijn. 

De verderop groeiende plooivoetstuifzwam herkent de gids meteen, evenals porseleinzwammetjes die tegen een dode beuk groeien. Aan de voet van de stam staat echter iets dat hij niet kent. ,,Misschien een hertenzwam’’, oppert hij. ObsIdentify denkt aan beukwortelzwam, maar de aanhechting van de plaatjes onder de hoed geeft Van den Berg gelijk.

OVERNEMEN Zo’n vijftien jaar geleden begon hij zich te verdiepen in paddenstoelen. ,,Ik heb altijd belangstelling gehad voor de natuur, en toen ik de natuurgidsencursus had gevolgd vroeg dé paddenstoelengids van die tijd, Mieke Luitjes, of ik dat niet van haar wilde overnemen. Dat heb ik gedaan en inmiddels zijn er gelukkig ook anderen die erover kunnen vertellen tijdens een rondleiding.” 

Van den Bergs bijzondere belangstelling ligt bij de houtzwammen en dat bleek verrassend goed aan te sluiten op het werk dat hij deed vóór zijn pensionering: onderzoek naar winning van actieve koolstof, onder meer uit hout, voor waterzuivering. Toch is hij meer het type generalist die graag het geheel bekijkt, dus zoekt hij ijverig door, wijst op scherpe schelpzwammen en oranjerode stropharia’s, mycena’s en franjehoeden.

UNIEK VERSCHIJNSEL Hij staat stil bij een lichtbruine paddenstoel onder een beuk. Met een spiegeltje bekijkt hij de onderkant: ,,Een melkzwam. Beetje trechtervormig, plaatjes breekbaar.” Het wordt bevestigd als in een beschadiging een druppel wit melksap verschijnt, een uniek verschijnsel. ,,Het lijkt de kaneelkleurige, al groeit die onder eiken.” Het kan dus best één van de vele andere bruine melkzwammen zijn. Tien meter verder is het duidelijker. Daar groeit de grijsgroene melkzwam, die een samenwerkingsverband heeft met beuken. Is het verbeelding of staat deze beuk er werkelijk fleuriger bij dan de andere?

Door Kees van Reenen

Fors uitgegroeide zwartpurperen russula in grasveld nabij De Oranjerie.
Natuurgids Evert van den Berg bestudeert een boomstronk met houtzwammen.
Een hertenzwam, herkenbaar aan fijn gestreepte hoed en niet aan de steel vastzittende plaatjes.
Oranjerode stropharia in het Schaffelaarsebos.
Klein maar fijn: de mycena’s, hier waarschijnlijk bundelmycena.
Plukken niet nodig: spiegel maakt onderkant langsteelfranjehoed zichtbaar.
Een melkzwam, mogelijk de bitterzoete, die samenleeft met beuken.
De grijsgroene melkzwam heeft een samenwerkingsverband met beuken.