Afbeelding
Pauw Media

‘Samen zingen doet iets met mensen’

20 oktober 2021 om 15:12 hartenziel

BARNEVELD Ze heeft haar hart verpand aan de kerkmuziek en aan de katholieke parochie in Barneveld. Carla Schulte (64) is er dirigent van drie koren: Sint Caecilia, Cantabile en Vivace. Haar passie is groot. Een gesprek over wat zingen voor gelovigen kan betekenen.

Ik bespeur een zachte g als u spreekt. Komt u uit het zuiden van het land?

,,Inderdaad. Ik kom van oorsprong uit Kerkrade en groeide op in een gezin met een vader die mijnwerker was. Ik zie hem nog thuiskomen met zwartomrande ogen en zijn broodtrommeltje in een geblokte handdoek achter op de fiets. Ik zie mezelf soms ook nog bij de poort van de mijn op hem wachten, totdat hij mee naar huis ging. Mijn moeder had haar handen vol aan vijf kinderen.”

En met haar boterde het minder goed dan met uw vader. Hoe beleefde u dat?

,,Daarom ging ik op mijn zeventiende het huis uit, maar daar wil ik het liever niet over hebben. Gelukkig kon ik me op de muziek storten, want dat heeft me altijd geraakt. Dat is mijn leven.”

Van wie heeft u het muzikale gen geërfd?

,,Van mijn vader, want na het eten speelde hij altijd piano. Daar stond ik als klein meisje naast. Dan mocht ik de bladzijden omslaan, want ik kon toen al zo ongeveer zien waar de noten heen gingen. Na de eerste communie ging ik op zevenjarige leeftijd al naar het kinderkoor van de kerk. Dat was meteen mijn lust en mijn leven. Daar heb ik heel veel plezier aan beleefd, terwijl ik op de middelbare school met klasgenootjes ook muziek ging maken. Ik spaarde mijn zakgeld op om een mondharmonica en een melodica te kopen. Toen ik veertien jaar was, mocht ik van mijn ouders eindelijk op pianoles. Na de mavo volgde ik in de avonduren de meao. Ik ben een laatbloeier, ik ben nooit gestopt met studeren.”

Even de focus op uw dagelijkse werk. Want u werkt al zeventien jaar als directiesecretaris bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Zijn monumenten het wel waard om zoveel geld aan te besteden voor restauraties?

,,Het bepaalt de kwaliteit van een dorp of een stad. Mensen vinden dat heel belangrijk. Het geeft een gezicht en uitstraling aan een plaats. Je kunt gebouwen laten verkommeren of afbreken, maar wat rest er dan voor de volgende generatie? Veel kerken moeten tegenwoordig helaas hun deuren sluiten. Het bijzondere vind ik dat het grootste protest dan vaak komt van mensen die niet meer naar de kerk gaan. Ze vinden het gebouw mooi en vinden niet dat het gesloopt moet worden, want voor veel stads- en dorpsbewoners zijn juist de kerken de gebouwen waar iedereen wel eigen herinneringen aan heeft. Daar moet je oog voor hebben, je kunt leren verder te kijken dan alleen het gebouw. 

In 1981 trouwde u met een Barnevelder die u op vakantie in Italië had leren kennen. Met hem kreeg u drie kinderen. Hoe beviel de verhuizing naar het Veluwse dorp?

,,De eerste jaren waren heel moeilijk en eenzaam. Ik kende niemand. Na een paar weken ging ik meteen op zoek naar een kerk. Toen ik de Catharinakerk binnenliep, voelde ik dat er iets met me gebeurde. In Limburg ging ik als kind gewoon uit traditie mee met mijn ouders en als tiener had ik andere interesses. Maar in deze Barneveldse kerk voelde ik me direct thuis. Ik ben er nooit meer weggegaan. De saamhorigheid is groot. Ik werd aangesproken en had meteen een klik. Totdat mijn oudste kind naar school ging. Dan kom je onder de mensen, zodat ik me tussen de andere Barneveldse inwoners ook thuis ging voelen.”

U werd lid van een kerkkoor en werd zeven jaar geleden gevraagd om het dirigeerstokje over te nemen toen de dirigent ermee ophield. Die muzikale handschoen heeft u opgepakt, terwijl u al bezig was met een studie Cultuurwetenschappen. Ging dat samen?

,,Nee, die studie heb ik geparkeerd, zodat ik een zesjarige opleiding tot dirigent kon volgen in Utrecht en een opleiding tot kerkmusicus in Rotterdam. Met de vakken liturgie en notentheorie, terwijl de muziekgeschiedenis ook reuze interessant is. Zo leer je de muziek plaatsen in de tijd en begrijp je waarom sommige liederen een specifieke klank of ritme hebben.”

Wat vindt u de mooiste muziek?

,,Oei, dat is heel moeilijk. Als ik voor zondag de vieringen samenstel, kijk ik naar het thema en welke liederen daar bij passen. We hebben nu, buiten de vaste bundel, ruim vierhonderd liederen in onze map zitten. Dan kijk ik wat het beste past en wat wij mooi vinden. Het repertoire is heel breed, van Huub Oosterhuis tot de Italiaanse componist Palestrina, dus van liederen uit de Renaissance en Barok tot heden. Het is heel divers. Natuurlijk vind ik ook Gregoriaanse muziek heel mooi, die is tenslotte de oorsprong van de kerkmuziek.”

Als u er toch één lied uit moet plukken waar uw hart sneller van gaat slaan, welke is dat dan?

,,De koren zingen vaak tijdens uitvaarten. Dan zingen we ‘Langzaam zie ik hen gaan’, een aangrijpende tekst op een prachtige melodie, gebaseerd op cantate 106 van Bach, die is herschreven door Felicity Goodwin op een tekst van Ida Gerhardt: ‘Langzaam zie ik hen gaan, die ik nog bij mij had. De bocht om van het pad. Wat goud doorschenen stof, dan wordt het in de hof, nog stiller dan voorheen. De liefsten, de liefsten, de liefsten, één voor één…’. Dat raakt me tot in het diepst van mijn ziel. Naarmate je ouder wordt, zie je steeds meer mensen om je heen wegvallen, dat hoort helaas bij het leven.”

Wat voor doel heeft muziek bij uitvaarten?

,,Je ziet dat het mensen raakt. De woorden komen veel beter binnen. Emoties hoef je niet op te kroppen, je mag ze laten gaan. Verdriet mag er zijn, je mag huilen en je probeert mensen te troosten. Natuurlijk wil ik mensen tijdens de zondagdiensten wel met een positief gevoel naar huis laten gaan. Over het slotlied zeg ik altijd: ‘Ze moeten met een positieve boodschap de deur uit lopen’.”

Waarom wilt u eindigen met iets lichts, in majeur?

,,Omdat ik ervan overtuigd ben dat er na dit leven iets is. Het is geloof en nooit zeker weten, maar ik zag doodzieke mensen op hun sterfbed gaan die geroepen werden. Een dag voor zijn dood ging mijn vader ineens rechtop zitten. Hij keek naar de deur en zei met een stralend gezicht: ‘Papa, mama’. Hij zag zijn eigen vader en moeder en werd opgehaald. Dat is prachtig. Sinds die tijd weet ik zeker dat er een hiernamaals is.”

Is dat alleen een plek voor gelovige christenen?

,,Nee. Volgens mij kom je in een lichte omgeving waar je graag bent en je veilig voelt. Ik denk dat dit ook geldt voor mensen die niks met de kerk hebben.”

Dat is wel bijzonder, omdat u zoveel waarde hecht aan uw eigen kerk.

,,Volgens mij is er uiteindelijk voor iedereen genade, al moet je daar wel open voor staan. Hoe elk mens dat dan doet, weet ik niet.”

Wat vindt u zo bijzonder aan het kerkgebouw aan de Langstraat van de Barneveldse tak van de Sint Lucasparochie?

,,Hier is iets, dat voel je. Het is een hele warme, intieme ruimte die je omarmt. Kijk eens naar die prachtige kleuren aan de muur, op de vloer en in de glas-in-loodramen. Of naar de staties, de lijdensweg van Jezus. Deze kerk heeft een geweldige akoestiek en dat is echt heel bijzonder. Daarom worden hier ook wel eens cd’s opgenomen.”

En als mensen die aankleding maar bijzaak vinden en af vinden leiden van het Woord?

,,Dat snap ik, maar dit hoort bij onze katholieke traditie, net als het aansteken van kaarsen, de wierook en het gebruik van wijwater. Dit vind ik juist heel erg mooi.”

De kaarsjes worden meestal aangestoken in de Mariakapel. Wat heeft dit voor functie?

,,Je doet iets en bent even bezig met het licht. Dat brengt je in verbinding. Maria is onze voorspraak bij God. Ze is de moeder van Jezus. Je moet je voorstellen wat zij meegemaakt heeft. Ze is de vrouw onder de vrouwen en mijn grote voorbeeld in het geloof. Ze was zó geduldig, vol liefde en compassie. Daarom vind ik onze Maria-liederen ook zo mooi.”

U bent gescheiden van de vader van uw drie kinderen. Hoe kijkt u daar op terug?

,,Daar stap je niet gemakkelijk overheen, want dit wil je nooit voor je kinderen. Dat was een hele heftige tijd, want de kinderen waren nog jong. Maar nu gaat het goed. Als het te maken heeft met verjaardagen van kinderen en kleinkinderen, vieren we dat allemaal samen, ook met de nieuwe partners. In die moeilijke tijd bid je tot God, maar je moet wel je eigen weg zoeken. Het geloof was toen een houvast, een ankerpunt. Ik kon het bij Hem neerleggen, want Hij was erbij. Voor de mensen hield ik de problemen verborgen en kwam de scheiding onverwachts.”

Nu bent u alweer twintig jaar hertrouwd. Wat is het geheim van een goede relatie?

,,Dat je geestelijk en inhoudelijk op hetzelfde niveau zit, dat je elkaar kunt begrijpen. Niet alleen over de dagelijkse dingen, maar dat je ook een klankbord hebt. Communiceren is superbelangrijk. Mijn man kan me echt opbeuren, beschermen en op het goede pad zetten. Ik ben een heel enthousiast mens en pak heel veel dingen op. Dat is goed zolang je er energie van krijgt, maar zodra je er doodmoe van wordt, is het tijd om te stoppen. En dat heeft mijn man in de gaten.”

U dirigeert maar liefst drie koren bij de kerk. Hoe verschillen die onderling?

,,We hebben het kerkkoor Sint Caecilia dat elke zondag tijdens de diensten zingt. Dat groeit nog steeds met leden, en dat is best bijzonder. Daarnaast is er kleinkoor Cantabile met acht goede zangers met wie ik a capella zing. Dat is echt een uitdaging en heel mooi. Dan staat bij ons soms het kippenvel op de armen. Hiermee doe ik dit jaar de vespervieringen. Bovendien dirigeer ik interkerkelijke koor Vivace. Hierin zingen zesentwintig mensen met allerlei achtergronden. Hoe meer dat er zijn, hoe makkelijker het zingt. Op 13 november is er in het kader van het kerkjubileum een concert met Vivace, Cantabile en het Philharmonisch orkest van de lokale harmonie. Op 21 november komt kardinaal Eijk naar onze kerk om het jubileumjaar af te sluiten. Dan zingen wij met een solist de Kleine Orgelmesse van Joseph Haydn. Dat is prachtig. Met Vivace werken we aan een Kerstconcert op 19 december. Zingen doet iets me je als je dat met hart en ziel doet. Als je het gevoel er buiten laat, kun je het ook niet goed overbrengen op de luisteraars.”

Wat wilt u tijdens uw eigen uitvaart graag dat er gezongen wordt naast ‘Langzaam zie ik hen gaan’?

,, Jazeker, maar ook psalm 139, bewerkt door Huub Oosterhuis en Antoine Oomen: ‘Gij peilt mijn hart, Gij doorgrondt mij’. Wat er ook gebeurt: Hij weet het. ‘Gij kent mijn gedachten van verre, mijn reizen, mijn trekken, mijn rusten, mijn wegen, alle zijn bij U bekend. Ieder woord dat komt op mijn lippen, onuitgesproken nog, Gij hoort het allemaal’. Dat is toch mooi?”

Hoe heeft u als muziekliefhebber het coronajaar beleefd?

,,Ik heb nog nooit zo’n verschrikkelijke Kerst gehad als vorig jaar. Het was een tijd van geestelijke armoede, juist ook doordat we niet samen konden zingen. Sinds kort zingen we gelukkig weer met hele koor. Samen zingen doet iets met mensen.”

Freek Wolff

Carla Schulte
Afbeelding