[-3-]

14 september 2021 om 13:36


Haar ouders hadden na het bekend worden van haar zwangerschap aangedrongen om gewoon door te gaan met haar lessen, maar daar voelde ze zich niet tegen opgewassen. Er was zoveel om te verwerken: haar zwangerschap, de breuk met de vader van Kaj. Wonderlijk genoeg voelde ze zich wel veilig in de supermarkt waar ze al jaren als weekendkracht werkte, en waar ze tijdelijk uitbreiding van uren kon krijgen. 

Haar collega’s waren al snel van haar zwangerschap op de hoogte en iedereen leefde mee, ook klanten informeerden regelmatig hoelang ze nog moest. Na de geboorte van Kaj had zijn geboortekaartje op het prikbord voor in de winkel gehangen, en ze was overstelpt met kaarten en kleine cadeautjes. 

In die tijd was ze een echte huilzuil. Alles wat er gebeurde had haar tot tranen toe geroerd. 

Nu was Kaj al bijna twee maanden oud en ze was verliefd op haar kleine zoon. Als het aan haar had gelegen, was ze niet verdergegaan met haar studie, maar haar vader en moeder hadden flink aangedrongen. Vanmorgen had ze het zo moeilijk gevonden om weg te gaan.

Nu ze eenmaal onderweg was, ging het beter.

Ze besefte dat ze geluk had dat ze haar studie kon doorzetten omdat haar moeder tijdens de uren dat ze op school zat voor Kaj wilde zorgen. Op haar advies was ze Kaj borstvoeding gaan geven. ‘Dat zijn zulke intieme momenten tussen een moeder en een kind,’ had haar moeder gezegd. ‘Kaj heeft in dit huis heel veel vaders en moeders en juist daardoor zullen die momenten voor jou van onschatbare waarde kunnen zijn.’

Ze kon niet anders dan haar moeder gelijk geven, want haar broertjes en zusjes verdrongen zich allemaal om Kaj heen. Als het aan haar tweelingzusjes Loïs en Felice lag, hingen ze de hele dag boven de wieg. Wanneer hij ook maar een kik gaf, stonden zij al boven. Daar had haar moeder ook al snel korte metten mee gemaakt. ‘Célina is de moeder van Kaj. Alleen zij beslist of hij uit de wieg mag of niet. Jullie wachten rustig af.’

Vertederd zag Célina hoe Loïs en Felice echt probeerden om zich er niet mee te bemoeien als Kaj huilde. Vaak liet ze hen gewoon wachten tot ze Kaj uit de wieg had gehaald, maar soms gaf ze aan dat ze mee naar boven mochten. Dan waren ze de koning te rijk.

Het schoolgebouw, waar ze een deel van deze dag zou moeten doorbrengen, lag inmiddels voor haar. Ineens zag ze als een berg tegen deze dag op. Alles zou anders zijn dan vorig jaar en ze verlangde nu al naar Kaj.

Speurend keek ze om zich heen of ze bekenden zag, maar ze zag alleen onbekende gezichten. 

Het zou vast snel wennen, probeerde ze zichzelf te troosten.

‘Célina!’

Ze schrok op toen ze haar naam hoorde, en nog voordat ze hem zag, wist ze al dat het Leander was. 

Leander, de vader van Kaj, die niet had gewild dat zijn zoon werd geboren.

Waarom stond hij hier?

Ze meende dat hij het eindelijk had opgegeven. Met bonzend hart en een kleur als vuur liep ze verder, zorgvuldig vermijdend zijn kant uit te kijken. Hij was de laatste die ze nu wilde zien. Gelukkig dat ze zich kon aansluiten bij een groep studenten totdat ze bij het gebouw was. Binnen haalde ze opgelucht adem, maar haar opluchting was van korte duur. Dit keer had ze hem kunnen negeren, maar Leander kennende zou hij het er niet bij laten.

Wat wilde hij nu nog van haar? 

De koffie was op. Gemma bracht haar kopje naar de keuken en zette het op het aanrecht. Na de afgelopen weken, waarin alle kinderen in verband met de schoolvakantie thuis waren, was het prettig om nu alleen met de twee kleintjes te zijn. Morris zat nog steeds druk te tekenen. Af en toe bracht hij haar een van zijn kunststukken om tentoon te stellen op het enorme prikbord in de keuken.

De koffie had haar goedgedaan, en langzaam durfde ze erop te vertrouwen dat ze op een dag weer de oude zou worden. De ziekte van Lyme had een flinke aanslag op haar gezondheid gepleegd, en ze merkte dat ze er ook geestelijk een flinke knauw van had gekregen. Het had lang geduurd voordat de diagnose werd gesteld. Haar huisarts had haar steeds met een kluitje in het riet gestuurd. Het was aan Célina te danken dat ze uiteindelijk de moed had gevonden om weer een nieuwe afspraak te maken om nog eens aan te dringen op onderzoek naar deze ziekte, die langzaam maar zeker haar lichaam sloopte. Op de dag dat ze belde was dokter De Greef, haar eigen huisarts, ziek. Er was een vervangster die haar ogenblikkelijk serieus nam en naar een speciale lymekliniek doorstuurde. Daarna was het niet direct rozengeur en maneschijn geworden. De eerste antibioticakuur sloeg niet aan. Van de tweede knapte ze langzaam maar zeker op, en nog steeds was ze herstellende. Voor haar zou gezondheid nooit meer vanzelfsprekend zijn. Erger was dat ze haar vertrouwen in verschillende mensen was kwijtgeraakt. Allereerst in dokter De Greef. Dat hadden Ruud en zij opgelost door zich naar een andere praktijk over te laten schrijven. Lastiger was het dat ze moeite met haar schoonouders had. Ze hadden altijd voor hen klaargestaan. Wanneer Gemma in Ruuds bakkerij werkte, pasten zij op. Ze was op Dick en Erna gesteld. Misschien kwam de opmerking van haar schoonmoeder tegen Ruud dat ze maar eens naar een psycholoog moest daardoor extra hard aan.

[wordt vervolgd