Dokter Van Maanen bewoonde het huis ‘De Briellaerd’ aan de Achterveldseweg en verhuisde later naar het centrum van het dorp. De verkoop van veel oude bomen op het landgoed werd in 1871 in de krant aangekondigd.
Dokter Van Maanen bewoonde het huis ‘De Briellaerd’ aan de Achterveldseweg en verhuisde later naar het centrum van het dorp. De verkoop van veel oude bomen op het landgoed werd in 1871 in de krant aangekondigd. Gemeentearchief Barneveld

Nieuws uit 1871: Barneveld krijgt een [eigen krant]

10 september 2021 om 05:44

Barneveld zonder een eigen krant; al bijna 150 jaar een onvoorstelbare situatie. Elke dag het recente nieuws in druk op je deurmat of in elk geval in je brievenbus zorgt er, samen met radio, tv en sociale media voor dat je bij blijft en bewust deel uit kunt blijven maken van de samenleving, zowel lokaal, interlokaal als internationaal. Je kunt je bijna niet voorstellen dat we het voor oktober 1871 in onze dorpen en regio zonder krant moesten stellen of je moest een abonnement hebben op een van de weinige regionale of landelijke kranten die destijds bestonden. Dat kon zich alleen de lokale elite destijds permitteren. Er ontstonden overal, ook in Barneveld, zogenaamde ‘lezerskringen’ waarvan artsen, de burgemeester, de notaris en enkele gegoede inwoners deel uitmaakten. Eén van hen nam een abonnement op een krant en de anderen betaalden de abonnee vervolgens een deel van het bedrag en verwierf zich zo het recht om de krant ook te mogen lezen. In Barneveld was in elk geval de Arnhemsche Courant voor 1871 een van de populairste nieuwsbronnen. Het gemeentearchief bewaard nog steeds enkele ingebonden jaargangen van die krant uit de jaren twintig van de 19de eeuw.  

DUUR DAGBLADZEGEL Natuurlijk gebeurde er toen van alles in de wereld, ons land en onze eigen gemeente, maar daar werd hoogst zelden over bericht. Dat had twee reden: de Barneveldse Krant bestond tot oktober 1871 nog niet en in bijvoorbeeld de Arnhemse Courant, werd lang niet al het nieuws uit de Veluwse steden en dorpen opgenomen. Dat onze gemeente nog geen eigen nieuwsbron had, kwam onder andere door de beperkende maatregelen die de rijksoverheid al tijdens de eerste helft van de 19de eeuw had genomen. Dat had namelijk te maken met het zegelrecht dat voor kleine kranten moest worden betaald en volgens de toenmalige minister F.A. van Hall (1791-1866) was dat niet zonder reden. Hij vond dat de inhoud van die ‘kleine krantjes’ een verderfelijke invloed hadden op de mensen uit de lagere sociale standen. Door hem werden alle bestaande ontheffingen op het verplichte dagbladzegel per 1 januari 1846 ingetrokken. Daardoor werden kranten waanzinnig duur waardoor het aantal abonnementen sterk terugliep, ook al omdat de oplage beperkt moest worden. In 1850 telde ons hele land slechts 92 dag- en weekbladen. Desondanks werd er in de meer gegoede kringen veel gelezen. Het duurde nog tot 1869 voordat het zo gehate dagbladzegel verdween waardoor de oplagen en het aantal kranten in ons land snel steeg.


PIET VAN SCHOTHORST Eind jaren zestig, begin jaren zeventig van de vorige eeuw had ik nogal eens contact met de helaas te vroeg overleden Piet van Schothorst, een van de twee directeuren van de Van Schothorstfabriek aan de Stationsweg. Hij interesseerde zich voor alles wat met de geschiedenis van Barneveld te maken had en dus ook voor de geschiedenis van onze krant. Veel van wat hij wist werd opgeschreven, maar het overgrote deel van zijn aantekeningen is later helaas vernietigd. Over het begin van de krant schreef hij destijds: ‘In Barneveld woonde in die tijd nogal wat gepensioneerden. Onder hen waren hoge ambtenaren, officieren, doktoren en andere invloedrijke persoonlijkheden. Zij kwamen in Barneveld van rust en natuurschoon genieten. In die tijd was Barneveld een cultureel centrum, dat met menige grote stad kon wedijveren. (…) Op een goede dag kwam een van de heren met de opmerking dat Barneveld eigenlijk een drukkerij zou moeten hebben, vooral om een weekblad te kunnen uitgeven voor het dienen van de ontwikkeling.’ Barneveld was rijp voor een eigen krant en enkele leden van de toen in Barneveld bestaande sociëteit reisden af naar Wageningen om daar bij een bekende drukkerij (Van Gortel?) inlichtingen in te winnen. Die maakte de heren attent op Boonstra die werd aangeprezen als een bijzonder kundig man. Die kwam op een mooie augustusavond vanaf het Moleneinde het dorp inrijden. De afgeladen wagen hield halt in de Langstraat ter hoogte van het gangetje tussen de latere Spaarbank van 1845 en het latere pand van Soels. Aan dat gangetje stond de schuur waarin de drukkerij zou worden ondergebracht. Boonstra ging voortvarend aan het werk en in zijn op 29 september 1871 verschijnende proefnummer schreef hij: ‘Met bescheidenheid wordt dit nummer als proef den ingezetenen aangeboden, in de hoop en het vertrouwen, dat zij door deelname zullen willen medewerken tot het in stand brengen van een eigen weekblad in deze gemeente.’ 


WELK NIEUWS MISTEN DE BARNEVELDERS? Welk nieuws werd de meeste inwoners van Barneveld in de periode voor oktober 1871 onthouden? Zo wist de gemiddelde Barnevelder niet dat een zoon van kostschoolhouder G.J.Kapteyn bij Koninklijk Besluit van 2 januari was benoemd tot opzichter eerste klas bij het Stoomwezen. Van wellicht groter belang – misschien zou er nu zelfs wel een ‘NL Alert’ zijn uitgezonden – was begin februari 1871 het bericht dat een met hondsdolheid besmette hazewindhond vanuit Apeldoorn onze gemeente was binnengetrokken. Hij had zijn baas al in zijn hand gebeten, maar omdat de wond onmiddellijk werd uitgebrand hield die er geen nadelige gevolgen aan over. Enkele andere honden die door hun dolle soortgenoot werden aangevallen werden doodgeschoten en nu was het dier dus op weg naar Garderen, Voorthuizen of wie weet waar naartoe. Uiteindelijk zou het arme dier in Kootwijk het loodje leggen. De Apeldoornse Courant berichtte erover, Garderenen, Voorthuizenaren en Kootwijkers wisten van niks. 

DE IEPENSPINTKEVER Tegenwoordig maken we ons druk over de bestrijding van de eikenprocessierups waarvan de brandhaartjes veel jeuk en ander ongemak veroorzaken. De boom zelf lijkt er weinig onder te lijden. In 1871 was de bestrijding van de iepenspintkever, die in maart op gang kwam, het gesprek van de dag. Jammer genoeg konden de inwoners van onze gemeente in de krant dit ook niet volgen terwijl juist in Barneveld en in Zutphen het probleem met een voor die tijd revolutionaire methode werd opgetreden. De aangetaste bomen werden, net zoals de hoofden van kinderen met hoofdluis vroeger, ingesmeerd met petroleum! Ruim 20 jaar oude bomen in Barneveld werden zo behandeld en waren, zo meldde Het Volksblad, radicaal genezen. 


EINDE KOSTSCHOOL KAPTEYN Begin april deelde hiervoor al genoemde kostschoolhouder Gerrit Jacobus Kapteyn mee dat hij besloten had zijn beroemde instituut dat onder de naam ‘Benno’ aan de latere Kapteynstraat te vinden was, na afloop van het schooljaar te sluiten. Maar liefst 32 jaar had Kapteyn zich gewijd aan het geven van onderwijs aan vele bollebozen uit ons land die het later schopten tot hoogleraar, minister of tot hoge officieren in onze toenmalige krijgsmacht. W.R. Kreiken zou hem als kostschoolhouder opvolgen.


GARDERENS KERKHOF Eind juli kreeg burgemeester C.A Nairac een brief van de kerkvoogden en notabelen van de hervormde gemeente in Garderen dat de ongehuwde en derhalve ook kinderloze kerkvoogd Teunis van Zomeren hen een terrein aan de Koningsweg had geschonken waarop een begraafplaats kon worden aangelegd. Voorwaarde was wel ‘dat een door een kennelijk teken afgebakend gedeelte daarvan ter beschikking van de gemeente is en blijft.’ Aldus geschiedde en slechts enkele graven bleven achter bij het kerkgebouw in het centrum van het dorp. 


EEN SCHAT GEVONDEN Ongetwijfeld zou het verhaal over het vinden van een schat nu voorpaginanieuws zijn geweest. In de tweede helft van oktober 1871 vonden een paar arbeiders tijdens graafwerkzaamheden voor de bouw van het nieuwe weeshuis (de Westerveldstichting) aan de Amersfoortsestraat) een Keulse pot met maar liefst 2000 gouden Spaanse matten, dubloenen en bisschoppelijke munten! Het gewicht ervan werd op ongeveer 14 kilo geschat. Een enorme vondst waarvan echter in de toen al bestaande Barneveldse Courant geen gewag werd gemaakt! Vreemd, want het was landelijk groot nieuws waarover veel kranten uit die tijd berichtten. De verkoop ervan in 1912 bracht f. 7.462,26 op. Geen idee of een deel van de schat werd omgesmolten. De Delfsche Courant schreef in die tijd namelijk: ‘Men verneemt met genoegen, dat een onderzoek zal worden ingesteld naar de meerdere of mindere zeldzaamheid van sommige muntstukken, alvorens ze naar de smeltkroes te zenden.'


SLOT Honderdvijftig jaar geleden kwam de nieuwsvoorziening in Barneveld en omgeving nog maar aarzelend op gang. In het begin kreeg Boonstra ook nog niet de door hem zo gewenste informatie vanuit bijvoorbeeld de gemeente. Mondjesmaat vond het lokale nieuws een plekje in het weekblad dat in het begin nog door maar weinig mensen gelezen werd. Daar is in al die jaren gelukkig verandering in gekomen. Benieuwd hoe het er destijds bij het 25-jarig bestaan van de krant met Barneveld gesteld was. Daarover later meer.

Dokter Jean Rudolph van Maanen bemoeide zich niet alleen met de lichamelijke maar ook met de geestelijke gesteldheid van zijn patiënten. Hij vond dat het lezen van een (lokale krant daartoe bij kon dragen en stimuleerde het opzetten van leeskringen.
Bij de graafwerkzaamheden voor de bouw van de Westerveldstichting aan de Amersfoortsestraat, werd een pot met gouden munten gevonden.
Gerrit Boonstra – zelf noemde hij zich naar zijn vader Gerrit Wytze – kwam in augustus 1871 op uitnodiging naar Barneveld om daar met de uitgave van een weekblad te starten.
Burgemeester mr. C.A. Nairac kreeg van de Garderense kerkenraad te horen dat molenaar Teunis van Zomeren een perceel grond aan de Koningsweg schonk voor de aanleg van een begraafplaats
G.J. Kapteyn kondigde begin april 1871 aan dat hij zijn kostschool ging sluiten. Dat hield overigens niet in dat de school verdween, want Kapteyn werd opgevolgd door W.R. Kreiken.
Links het oude pand aan de Langstraat waarin de drukkerij en uitgeverij werd gevestigd (thans de herenmodezaak van Soels).