Zussen Eva en Ruth kijken of ze beestjes kunnen vinden tussen platgewaaid gras.
Zussen Eva en Ruth kijken of ze beestjes kunnen vinden tussen platgewaaid gras. Kees van Reenen

Ruth en Eva op sprinkhanenjacht in Barneveld

12 september 2021 om 09:13 Natuur en milieu

BARNEVELD Net op tijd waren we vorige week. Kort na de speurtocht met broers Joah (7) en Sem (2) werd het voormalige gazongrasland aan de Nederwoudseweg bij Barneveld omgeploegd. Iets minder vluchtige natuur, maar volgend jaar misschien ook verdwenen, ligt aan de overkant.

Meisjes houden niet van zulke dingen”, houdt de 6-jarige Ruth de boot af. Maar eigenlijk is ze gewoon te druk met het maken van traktaties voor haar verjaardag. Als ze een paar dagen haar broer en broertje in de krant ziet staan lijkt haar dat toch ook wel wat. Ze weet haar 11-jarige zus Eva over te halen ook mee te gaan naar een nog onbekend plekje.

TERREIN GROEIT DICHT Aan de linkerkant van een fietspad ligt achter een paar moestuintjes een ruig terrein. Ooit was het weiland, vervolgens werd het niemandsland. Jongens uit de nieuwbouw legden er een crossbaan aan, totdat de woekerende, tot wel drie meter hoge dijkviltbramen de strijd wonnen. Dat leverde overigens wel een keer een zingende nachtegaal op. Vorig jaar veegde een kraanmachinist het hele terrein schoon, waarop buurtjongens en vaders meteen aan de slag gingen met de aanleg van een nieuwe hindernisbaan. De natuur laat zich echter niet tegenhouden; langzaam maar zeker groeit het terrein toch weer dicht, nu met ruigtekruiden als honingklaver en bijvoet.

Aan de andere kant van het fietspad ligt een brede sloot. Om aan de overkant te komen, moet je een hardhouten balk over. Eva en Ruth kijken bedenkelijk. Ruth vertelt over de speurtocht die ze met vriendinnetjes heeft gehouden. ,,Maar hier zijn we niet geweest, want dit bruggetje leek niet sterk genoeg.”

Toch blijkt dat mee te vallen. Als Eva haar een hand geeft, durft ook Ruth over te steken naar een rustig, door bomen en struiken omgeven en met platgewaaid dor gras begroeid veld. Het terrein hoort eigenlijk bij hoeve De Burgt. Volgend jaar staan er misschien huizen, dus nu moeten we het waarnemen.

SPITSKOPJE Ook hier rukt de dijkviltbraam op. De meeste vruchten zijn eraf, maar vorige week nog niet en toen zat er een zuidelijk spitskopje op. Dat is een sprinkhaan die, ongetwijfeld geholpen door zachtere winters, vanuit Zuid-, Midden- en Oost-Europa steeds verder oprukt naar het noorden en inmiddels bijna heel Nederland heeft veroverd. Voor het op naam brengen van de soorten heeft een niet-kenner trouwens veel gemak van de automatische beeldherkenning van bijvoorbeeld Waarneming.nl.

Het spitskopje is niet klein, maar het kan nog veel groter: in het gras scharrelde een grote groene sabelsprinkhaan, de grootste soort van Nederland. Het merkwaardige is dat je bijna alleen maar vrouwtjes ziet, te herkennen aan de lange legboor aan het achterlijf. De in het donker actieve mannetjes laten zich niet vinden.

HONDERDEN Het is rustig hier, maar stil is het niet. Overal tsjirpen sprinkhanen. Het moeten er honderden zijn. Voor je voeten springen ze ook regelmatig weg, maar een sprinkhaan te zien tsjirpen, dat vergt zeer groot geduld of veel geluk. De meisjes speuren rond, totdat Ruth iets ontdekt: ,,Een lieveheersbeestje!” 

Goed gevonden. Hoeveel stippen heeft het? ,,Vijf… nee, zeven. Dat is-t-ie zeven jaar.” Helaas, het werkt anders. Een lieveheersbeestje wordt nog geen jaar oud. Dit heet een zevenstippelig lieveheersbeestje. ,,Daar, een sprinkhaan’’, wijst Eva dan. Het blijkt een kustsprinkhaan, met zijn ietwat verwarrende naam. Het krassende tsjirpgeluid, de sprinkhanenzang, lijkt echter afkomstig van krassers, te herkennen aan korte vleugels. 

PROOI ,,Een spin!”, schrikt Ruth opeens. Het is de geel-zwart gestreepte wespspin, ook een nieuwkomer. Daarvan blijken er heel wat te zitten hier, elk midden in zijn opvallende web. Eentje is bezig een gevangen en ingesponnen vlieg leeg te zuigen.

Zouden ze ook sprinkhanen vangen? Dan hebben ze hier genoeg te eten. Een kleine sprinkhaan schiet met zijn lange achterpoten voor onze voeten weg, zonder goed uit te kijken - midden in het web van een wespspin. Met een snelle beweging weet hij zich los te werken, maar een soortgenoot een paar meter verderop is minder gelukkig. Razendsnel is de spin erbij, slingert zijn prooi rond en binnen een paar seconden is de sprinkhaan ingepakt in spinrag. De dikke spin heeft de buit binnen. Voorlopig kan hij vooruit.

Door Kees van Reenen

Grote groene sabelsprinkhaan (vrouwtje met legboor) ‘verstopt’ zich achter dode distelstengel.
Wespspin wacht rustig tot de kustsprinkhaan per ongeluk in het web springt.
Eva en Ruth aarzelen even voordat de sloot oversteken.
Drie kustsprinkhanen op één witbolgrasblad.
Zuidelijk spitskopje (vrouwtje met enorme legboor) op een braam.
Eva en Ruth tellen de stippen van een lieveheersbeestje.
Wespspin (tijgerspin) met zojuist gevangen sprinkhaan.