Vaak gebeurde dat trouwens aan de achterkant van het pand. Of daar elf man voor nodig waren? We vragen het ons af.
Vaak gebeurde dat trouwens aan de achterkant van het pand. Of daar elf man voor nodig waren? We vragen het ons af. Collectie Westeneng

De familie Kap en de [smederij van Viets

3 september 2021 om 08:11

Het dorp Barneveld kon vroeger uit drie richtingen worden bereikt: via de Langstraat, de Jan van Schaffelaarstraat en de Schoutenstraat; heel lang geleden ook bekend als het Moleneinde, het Bekeneinde en het Schouteneinde. 

Veelal konden de reizigers die vroeger het dorp inreden, aan het begin daarvan een uitspanning (herberg) en vaak ook een hoefsmid vinden. Dat was ook bij het Moleneinde het geval, waar de herberg ’t Vliegend Paar te vinden was en, twee panden eerder, de smederij van Van Beek, later Viets. Over dat pand en de vroegere groentehal van Kap gaat deze aflevering van Bruisend Barneveld. In de stratenatlas – voor zover u daarover beschikt – zijn de panden 73 en 74 genummerd.


GERRIT DE HOENDERKOPER EN ANDERE BEWONERS De bewoners dan wel eigenaren van beide panden zijn vanaf het begin van de achttiende eeuw bekend. Het linkerpand, hierin is momenteel het Chinees-Indische restaurant Azië gevestigd, had in 1706 de kleermaker Jacob(us) Hunter als bewoner. Het moet een zogenaamd ‘half huis’ zijn geweest waarop onze Jacob een hypotheek, groot f. 200,- met de Diaconie en huisarmen van de Hervormde gemeente afsloot. In 1749, Hunter woont er dan nog steeds, lijkt de diaconie het huis in eigendom te hebben en lijkt, als huiszittende arme een uitkering van de diaconie te krijgen. Jacobus Hunter was op 3 mei 1704 in Barneveld in ondertrouw gegaan met Hermine Coenders, waarna het huwelijk enkele weken later werd voltrokken. Hij moet in elk geval twee kinderen hebben gehad. Dochter Katrijntje werd op 10 mei 1704 gedoopt. Van zoon Willem kon ik de doopdatum nog niet vinden. Het pand werd in 1806 bewoond door ‘Gerrit de Hoenderkoper’. Ik vermoed dat we hier met een bijnaam te maken hebben. Zijn echte naam werd – in combinatie met zijn bijnaam – helaas nergens vermeld. In 1827 – uit dat jaar stamt het eerste bevolkingsregister van het dorp – woonde leidekker Hendrik Westerveld in dit huis. Hij was volgens de registers op de patentplichtigen bovendien loodgieter, koperslager en winkelier van beroep. Westerveld moet tot het belastingjaar 1847/’48 in het pand hebben gewoond en gewerkt. Waarschijnlijk is hij daarna naar de Jan van Schaffelaarstraat, verhuisd waar we hem later weer tegen zullen komen.


EEN ZADELMAKER De rooms-katholieke Jan van Betua woonden in 1850 in het huis. Hij was zadel- en tuigmaker van zijn vak. Zijn officiële naam was Gradus Johannes van Betuw of Van de Betuwe, geboren op 29 februari 1816 in Arnhem. Hij trouwde op 27 april 1848 in Barneveld met de toen ook 32-jarige Catharina Bos, dochter van wever Willem Bos en weefster Maria van de Weerd. Gradus was een zoon van Gerrit Marinus van Betuw en Hendrika Liethof. Catharina van Betuw-Bos overleed op 7 januari 1875; nog geen maand later, op 1 februari, overleed haar dochter Wilhelmina Catharina, dienstbode van beroep. Ze werd slechts 23 jaar. Gradus zelf werd maar liefst 92 jaar en overleed op 2 januari 1909. Uit dit huwelijk werden in elk geval drie dochters geboren, onder wie Hendrina die in 1877 zou trouwen met de eveneens katholieke zadelmaker Jan van de Beld. Hendrina overleed op 24 december 1910. De in Epe geboren Jan van den Beld overleed op 25 juni 1920 in Barneveld.


EN EEN KLOMPENMAKER In de eerste helft van de negentiende eeuw woonde klompenmaker Aegidius Kap in dit pand. De familie zou er vele decennia blijven wonen. Aegidius (1837-1916) en zijn vrouw Gerritje van Veldhuizen (1837-1917) kregen twaalf kinderen, van wie er enkele al jong overleden. Eén van hun zonen, geboren op 6 december 1867 en overleden op 24 mei 1942, kreeg ook de voornaam Aegidius. Hij werd metselaar. Hij trouwde op 28 februari 1896 met Evertje Meijer (1869-1941), dochter van dagloner Gerrit Meijer en Grietje Hogeweg. Ook uit dit echtpaar werden veel kinderen geboren waaruit, logisch eigenlijk, de ‘metselaartak’ van de familie zou voortkomen. Maar liefst vijf zonen uit dit huwelijk besloten namelijk om dat ambacht te gaan uitoefenen: Aegidius, geboren in 1896, Gerard, geboren in 1901, Evert Jan uit 1902 en Wijnand en Hendrikus, beide geboren in 1908, namen de troffel ter hand en metselden er gedurende hun leven lustig op los. Het bedrijf zou later aan de Nairacstraat worden gevestigd en nog weer later aan de Nijkerkerweg, tegenwoordig Schoutenstraat. Er woonde in 1939 nog steeds een Aegidius Kap in het pand aan de Langstraat. In de jaren vijftig van de vorige eeuw was hier de groente- en fruithal van Henk Kap te vinden, zoon van Gerrit Kap, beter bekend als Gaart Kap die slachter was geworden. Deze bezigde een breed assortiment uitdrukkingen, waarvan er één luidde: ,,Een kort gebed en dan een lange met… worst!’. Na de opheffing van de groente- en fruitzaak werd hier het Chinees-Indische restaurant Azië gevestigd; het eerste in zijn soort in het dorp Barneveld.


VAN BAKKERIJ NAAR SMEDERIJ Ooit heb ik de voormalige serviezenwinkel en smederij van de familie Viets uitgescholden voor ‘Het Molentje’. U mag van mij aannemen dat ik dat ooit ergens heb gelezen. Het zal wel fout zijn, want het logement ‘Het Molentje’ was zo’n vijftig meter verderop, achter de kruidenierszaak van Meulenkamp (‘De Kroon’ ) te vinden. In het pand, in elk geval in de winkel, was tot het begin van de negentiende eeuw ogenschijnlijk geen smederij te vinden. Jacob Dercksen, van wie verder niets bekend is, woonde er in 1705. 

Halverwege de achttiende eeuw was hier de bakkerij van Aalt van Mourik gevestigd. Hij was getrouwd met Evertje Jans en had in 1758 een hypotheek op zijn pand gekregen van dominee Kolf uit Amersfoort. De in de vorige aflevering genoemde schuur/woning ‘Het Veerloosje’ lag achter het pand van Van Mourik en kostte in 1777 driehonderdvijftig gulden. Op 24 mei 1794 verkochten de weduwe van Aalt van Maurik en haar kinderen hun huis en hof voor duizend gulden aan Evert van Beek en Lubbertje Goudkuijl. Het werd een smederij. Het echtpaar kreeg negen kinderen, van wie de op 28 april 1805 gedoopte zoon Jan later de zaak van zijn vader zou overnemen, en na hem diens zoon Marinus die de zaal weer aan zijn zoon, opnieuw een Jan, de (hoef)smederij zou overdoen. In de winkel aan de voorzijde kon men, voor zover ik me kan herinneren, allerlei zaken kopen, waaronder pannen en dergelijke. Later werd het een schitterende porseleinwinkel, waarin een blind paard voor veel schade had kunnen zorgen. Die winkel verbind ik nog steeds met een anekdote die mij eens werd verteld. Vroeger kreeg je van aanstaande bruidsparen of naaste familie van hen een zogenaamd wensenlijstje. Dat leidde ertoe dat op zekere dag een struise, wat boerse vrouw de winkel betrad en vroeg: ‘Hebt u ook servies van de weduwe G. Wood?’. Na enig nadenken raadde de eigenaresse van de winkel dat de klant ‘Wedgewood’ bedoelde, en ja hoor, dat verkocht ze wel!


NOG EEN ANEKDOTE Achter de winkel was de eigenlijke smederij gevestigd, waar ook paarden werden beslagen en allerlei ander smeedwerk werd vervaardigd. Daar stond vroeger ook zo’n grote industriële weegschaal waarop zware goederen konden worden gewogen. 

Alweer een anekdote: verder op in het begin van de Wilhelminastraat stond de garage en het woonhuis van de eigenaar van het taxi- en autoverhuurbedrijf van Jan van den Broek of ‘Jan Broek’, zoals hij vrij algemeen werd genoemd. Jan leed aan obesitas, maar dat woord kenden ze toen gelukkig nog niet. Jan liet zich altijd bij smederij Viets wegen, omdat zijn eigen huishoudweegschaal thuis het liet afweten als Jan weer eens wilde weten hoe zwaar hij nu precies was. ‘300’ wees de schaal bij de smid dan aan, waarop Van den Broek trots scheen uit te roepen: ‘En dat zonder zak!’. Bij deze mysterieuze uitspraak zakten de monden van de kinderen Viets bijna uit hun scharnieren.

De smederij en de mooie winkel van de familie Viets zijn verdwenen. Er kwam een vestiging van ‘Domino’s Pizza voor in de plaats. Aan u de keus of u dat een verbetering vindt.


De komende weken even geen nieuwe afleveringen van ‘Bruisend Barneveld', maar een korte serie gewijd aan het 150-jarig bestaan van de Barneveldse Krant, waarin over elk zilveren jubileum een artikel is geschreven. Daarna gaan we weer verder met ‘De Kroon', om daarna de overzijde van de Langstraat en de Schoutenstraat te beschrijven.


Wijnand en Drikus Kap voor hun pand aan de Langstraat.
Hoewel je hier een pizza kunt eten of thuis kunt laten bezorgen, is het pand van Viets vrijwel intact gebleven als u de kleuren tenminste wegdenkt.
Wie goed kijkt ziet in de verte, links van het paar bomen, de zogenaamde ‘travail’ van smid Viets, waarin een paard kon worden vastgezet om nieuwe hoefijzers bij te kunnen aanbrengen.
Zo zag het pand er nog recentelijk uit.
Op deze foto heeft het Chinees-Indisch restaurant ‘Azië’ al haar intrek genomen in de voormalige groentehal van Henk Kap.
Een prachtige foto van dit gedeelte van de Langstraat met rechts het pand van de familie Kap en links de firma De Heus.