Moeder en zoon tijdens de diploma-uitreiking in Nijmegen, eerder dit jaar.
Moeder en zoon tijdens de diploma-uitreiking in Nijmegen, eerder dit jaar. eigen foto

Edenaren vluchtten twintig jaar geleden uit Afghanistan: ‘Dit is dezelfde Taliban als toen’

2 september 2021 om 07:30 Maatschappelijk

EDE Halsoverkop vertrekken naar een ander land, omdat je leven in gevaar is. De beelden uit Afghanistan van de laatste weken maken indruk op veel mensen. Onder andere in Harskamp zijn vluchtelingen opgevangen en de situatie opent bij Oisa Rahmani (47) en haar zoon Baham Atval Omar (24) oude wonden. Zij deden in 2001 hetzelfde en kwamen via omzwervingen in Ede terecht. Daar wonen ze inmiddels twintig jaar. ,,Ik moest ook vluchten voor de Taliban. Ondanks de mooie praatjes zijn ze nog precies hetzelfde.” Over martelingen, onzekerheid, AZC’s en een leven opbouwen in Nederland.

Toen onlangs duidelijk werd dat de kazerne in Harskamp een tijdelijke opvanglocatie ging worden voor vluchtelingen, waren de reacties (op social media) wisselend. Het varieerde van ronduit haatberichten tot opmerkingen van mensen die het beste voor hebben met vluchtelingen die duizenden kilometers van huis zijn. Tussen alle berichten, de tekst van Oisa Rahmani. Gericht aan de gemeente Ede. ,,Kunnen wij ook iets doen om te helpen? Ik kom zelf uit Afghanistan.”

ERVAREN We vragen als eerste aan moeder en zoon hoe ze de berichten, die via onder andere televisie binnenkomen, ervaren. ,,Het is met name voor mijn moeder erg aangrijpend”, zegt Baham Atval Omar. Een diepe zucht van Oisha Rahmani, voordat ze van wal steekt. ,,Nu de Taliban weer aan de macht is, en dat is sinds 15 augustus, is mijn nachtmerrie weer begonnen. Mijn familie woont in Kabul. Zij hebben allemaal voor de overheid gewerkt en zitten nu vast in hun huis. Banken zijn geblokkeerd, waardoor ze geen geld hebben om boodschappen te kopen. De Taliban zorgt ervoor dat er een foutief beeld via de media naar buiten gaat. In werkelijkheid is er sprake van ontvoering van jonge meisjes. Ze worden verkracht en vermoord. Ondertussen doet de Taliban poeslief en ze zeggen dat ze veranderingen hebben ondergaan. Dat is niet waar. Het is nog dezelfde Taliban van twintig jaar geleden. Militairen die voor de overheid hebben gewerkt, worden vermoord. Ze doen rare, enge dingen.”

Oisa Rahmani praat, desgevraagd, over haar verleden. ,,Over mijn leven kun je een boek schrijven”, zegt ze direct. ,,In de tachtiger jaren was er oorlog met de Sovjet-Unie. Als weeskind ben ik naar dat land gebracht. Ik heb er school gevolgd en vervolgens gestudeerd. Daarna moest ik terug naar Afghanistan waar net de Taliban aan de macht was. Wilde niet opnieuw oorlog meemaken en ben direct gevlucht naar Moskou. Daar heb ik een tijdje gewoond en gewerkt en daardoor spreek ik vloeiend Russisch.” Het is datzelfde Rusland waar haar zoon in 1997 geboren is. De reis ging naar Nederland waar moeder en zoon(tje) in het voorjaar van 2001 arriveerden. ,,Het was erg koud en ik heb later foto’s gezien dat we allebei een t-shirtje droegen. We gingen van asielzoekerscentrum naar asielzoekerscentrum”, weet Baham Atval Omar, met name uit de verhalen van zijn moeder. ,,Ik zou liegen als ik me alles zelf nog kon herinneren.” 

Doordat mijn moeder zo’n zwaar leven heeft, heb ik extra hard gewerkt om er ook wat van te maken

Zijn moeder noemt een handvol plaatsen op, waaronder Emmen en Zevenaar, waar het tweetal tijdelijk heeft gebivakkeerd in een AZC. Uiteindelijk eindigde de onzekere reis in Ede en daar konden moeder en zoon een appartement betrekken. ,,Gelukkig waren er toen met name positieve reacties”, zegt Oisa Rahmani. ,,Ik weet nog goed dat de huismeester, hij is inmiddels overleden, wel erg negatief was over onze komst. Het waren luxe appartementen en daar zag hij liever geen asielzoekers.” De toen twintiger zat niet bij de pakken neer en ging opnieuw studeren. Het leverde een diploma Sociaal Pedagogisch Medewerker 3 op en dankzij dat papiertje kreeg ze een Nederlands paspoort. Ook haar zoon kreeg deze nationaliteit. Oisa Rahmani vond werk bij een kinderdagverblijf en later, toen deze failliet ging, bij een kinderopvang. ,,Weet je”, zegt Baham Atval Omar, ,,doordat mijn moeder zo’n zwaar leven heeft, heb ik extra hard gewerkt om er ook wat van te maken. Dan heeft zij het in ieder geval niet voor niets gedaan. Zo moest ik leren hoe het Nederlands schoolsysteem in elkaar zit. Wist niet eens wat een CITO-toets is. Dat moest ik allemaal zelf uitvogelen.” Het leverde zoonlief eerder dit jaar uiteindelijk een HBO-diploma op van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. ,,Ik heb nu een vast contract bij een IT-bedrijf waar ik werk als accountmanager.”

VERGELIJKEN We vragen of de situatie, twee decennia geleden, te vergelijken is met de Afghanen die onlangs in Harskamp tijdelijke huisvesting kregen. ,,Nee. Het grote verschil is dat deze mensen Nederland geholpen hebben. Dan zie je dat het Nederlandse leger ruimte aanbiedt in de eigen kazernes. Eigenlijk is het in alle ellende een veel mooier verhaal.” Zoon Baham Atval Omar gaat in op de actie van de (met name) jongeren die in Harskamp protesteerden tegen de komst van de Afghanen. ,,Ik heb vrienden in die plaats en vind het raar dat mensen zo reageren. Er werd zelfs gesproken over NSB’ers. Dan vraag ik me echt af van wie een twintigjarige jongen deze informatie krijgt. Waarom zit er zoveel haat in hun harten. Dat begrijpen mijn moeder en ik echt niet.”

Toch kijkt hij niet op dat het juist in een kleinere plaats mis is gegaan. ,,Hadden ze dan verwacht dat zoveel vluchtelingen zomaar welkom zouden zijn? Was een negatieve reactie niet te voorzien in een kleine gemeenschap? Waarschijnlijk waren er veel minder reacties gekomen als de mensen opgevangen waren in een grote plaats als Ede.”


Baham Atval Omar (in het wit) in een politieauto in Afghanistan (2011). (eigen foto)

Er is geen vrouwonvriendelijker land ter wereld dan Afghanistan

In 2011 keerden moeder en zoon kort terug in Afghanistan. Laatstgenoemde zegt daarover: ,,Ik was toen dertien en ik constateerde dat er geen vrouwonvriendelijker land ter wereld is dan Afghanistan. En dat terwijl, als ik de geschiedenis lees, het vroeger zo’n mooi, toeristisch land was. In plaats van zich als land verder te ontwikkelen, is het alleen maar achteruit gegaan. Het is slechter dan slecht. Het land werd tegelijk met Japan onafhankelijk en kijk nu eens waar Japan is qua technologische ontwikkeling etc. Helaas is Afghanistan ver achtergebleven.”

Juist vanwege hun eigen ervaringen, willen moeder en zoon andere vluchtingen helpen. Dat doen ze al een tijdje en ook nu staan ze klaar. ,,Dat kunnen eenvoudige zaken zijn, zoals het inzamelen van kleding tot aan het begeleiden van kinderen. Soms doen we wat leuks met ze, zoals naar de bioscoop gaan.” Oisa Rahmani vult haar zoon aan. ,,Of met de auto meerijden naar de Afghaanse ambassade in Den Haag om papieren te regelen.” Ondanks het feit dat moeder net chemokuren achter de rug heeft én haar zoon veertig uur per week werkt, willen ze er zijn voor de medemens. ,,Daar waar je iemand kunt helpen, moet je dat doen. Bijvoorbeeld voor jongens uit Eritrea die in onze buurt wonen en mensen die komen uit landen als Syrië en Iran.”

SAMENWERKEN Verwachten ze dat het ooit weer rustig wordt in Afghanistan? Moeder: ,,Er zijn heel veel problemen tussen etnische groepen. Daardoor gaat samenwerken erg slecht in Afghanistan. De president is zelfs gevlucht.” Ook Baham Atval Omar geeft vervolgens zijn mening. ,,Als andere landen samenwerken, moet het goed gaan komen. Er is de afgelopen tientallen jaren zoveel geld geïnvesteerd. Dat moet niet zomaar stoppen nu. Je kunt zo’n land niet in de steek laten. Probleem is dat er zoveel ellende is op de wereld dat de blik nu slechts tijdelijk op Afghanistan is gericht. Straks is er ergens anders ellende en dan wordt Afghanistan vergeten. Er woonden veel hoogbegaafde mensen die het land op kunnen bouwen, maar zij zijn gevlucht. Ik kan me niet herinneren dat er ooit rust is geweest.” 

De twintiger gaat verder: ,,Er is ook veel slechte invloed uit Pakistan. Daar leiden ze de jongens van de Taliban op en leveren ze geld en wapens. Daar moet naar gekeken worden en dat mag niet in de doofpot verdwijnen. Ik vind dat de Verenigde Staten sancties moet opleggen tegen Pakistan.”

Anno 2021 zitten moeder en zoon op hun plek in Ede. ,,Veel dank aan de mensen uit Nederland die geholpen hebben. Gelukkig zijn we hier nu niet meer weg te denken en ik ga echt nooit meer verhuizen”, besluit Oisa Rahmani.

Door Barry Wensink

Oisa Rahmani in 2011 in Afghanistan.