[-36-]

20 juli 2021 om 11:29


‘Mama heeft je zeker gebeld?’ Ze zette een kopje onder het espressoapparaat en drukte op de knop. ‘Daarom ben ik eerst hiernaartoe gekomen.’ Ze aarzelde even. ‘Ik dacht dat je bij slecht nieuws naar huis zou willen en ik zou het best even van je over kunnen nemen.’

‘Er is geen nieuws,’ merkte hij somber op. Hij keek hoe ze zijn kopje op tafel zette en een theeglas vulde met heet water. Zorgvuldig zocht ze in de theedoos een zakje groene thee uit. ‘Er zijn geen bijzonderheden gevonden.’

‘Dat was de andere kant van mijn verhaal, want dit had ik ook bedacht. Ik weet niet waar ma op is geprikt, maar tussen de middag zat ik even te googelen. Ik heb alle symptomen ingevoerd en ontdekte van alles. Toevallig kwam ik ook een verhaal tegen van een vrouw die de ziekte van Lyme had. Ik herkende daar zoveel van ma in. De Greef heeft haar daar niet op laten prikken. Misschien moet dat alsnog gebeuren.’ Ze pakte het tweede kopje en schoof op de kruk aan de hoge tafel die midden in de kleine bakkerij stond. ‘Want er moet toch iets gebeuren, pa? Jij bent ’s avonds nog tot laat bezig met allerlei klussen die zij normaal altijd deed. Ik doe er naast m’n studie momenteel van alles bij om haar te ontlasten. Dat is niet zo erg, maar we moeten dat wel vol kunnen houden en bovendien maak ik me hartstikke veel zorgen om haar.’

‘De Greef zal daar vast niks van willen weten.’ Hij wreef over zijn kin en nam nadenkend een slok van zijn koffie. ‘Maar we kunnen erop staan. Je hebt gelijk dat er iets moet gebeuren.’ Dankbaar keek hij zijn dochter aan. ‘Je kwam als geroepen, weet je dat?’

‘Ik voelde het.’

Zijn dochter was weer even terug, bedacht hij toen hij in haar lachende ogen keek. Zijn oudste, op wie hij zo trots was. Sinds Leander leek ze verdwenen en dat had hem meer bezeerd dan hij wilde toegeven. Gemma probeerde hij gerust te stellen met de dooddoener dat kinderen zich moesten losmaken en ondertussen had hij er minstens zoveel moeite mee als zij. Maar nu even niet.

‘Dank je wel,’ zei hij en hij dronk snel zijn kopje leeg, zodat ze zijn ontroering niet zou opmerken.

Gemma keek op haar horloge. Over een uurtje moest ze Aiden ophalen. Naast haar stond de wasmand, nog halfvol met wasgoed dat gevouwen moest worden. Aan strijken deed ze nauwelijks meer. Alleen overhemden van Ruud of katoenen bloesjes en jurken die verkreukeld uit de wasmachine waren gekomen. Naast haar op de bank lagen keurige stapeltjes theedoeken en opgevouwen kledingstukken. Elk kind had zijn eigen stapeltje, net als Ruud en zij. Gelukkig dat Morris vanmorgen braaf aan het spelen was. Ze had hem de garage gegeven. De oudere kinderen zouden het daar waarschijnlijk niet mee eens zijn omdat hij hun zo zorgvuldig geparkeerde autootjes allemaal op een hoop had gegooid, maar dat was van later zorg. Ze hoorde Morris tevreden ‘broem, broem’ zeggen, net zoals de anderen deden als ze een auto voortbewogen. Hij imiteerde zijn grote broers en zussen in alles en hing nu aan tafel al de clown uit, zo klein als hij was.

Vertederd sloeg ze hem gade, terwijl ze een beetje onderuit schoof en haar handen werkeloos in haar schoot bleven rusten. Haar oogleden voelden zwaar.

Met een schok ging ze weer rechtop zitten. Het zou niet best zijn om nu in slaap te vallen. Morris was nogal ondernemend en ze moest echt op tijd bij school staan om Aiden op te halen. Wanneer hij hele dagen naar school ging, liep hij na schooltijd met de andere kinderen mee naar huis, maar ze vond hem nog te jong om alleen over straat te gaan. Hij was nog zo speels, en zelfs in hun dorp reden automobilisten soms onverantwoordelijk hard.

Ze legde een vestje van Felice op haar stapel. Daarna een vestje in een ander model en een andere kleur op de stapel van Loïs. Al vanaf hun geboorte had ze ervoor gekozen om hen verschillend te kleden. Ze waren een eeneiige tweeling, en ze deden alles samen, maar ze waren wel twee individuen. Dat wilde ze op die manier onderstrepen. Het bijzondere was dat Loïs en Felice een verschillende kledingsmaak hadden ontwikkeld. Ze wist niet of zij daartoe de aanzet had gegeven, maar ze was er blij mee. 

Haar handen vouwden verder, ondertussen hield ze Morris in de gaten. Automatisch schoof ze weer wat naar onderen. Ze knipperde met haar ogen. De spijkerbroek van Tycho lag stil op haar schoot.

‘Broem, broem…’ zei Morris. Hij gooide een autootje van het dak van de garage af. ‘Pot!’ riep hij triomfantelijk toen hij een afgebroken wieltje signaleerde. 

Het drong nauwelijks tot Gemma door. Niet in slaap vallen, herhaalde ze in zichzelf. Niet in slaap vallen. Maar haar oogleden werden ondraaglijk zwaar. Ze moest haar ogen sluiten. Even maar, om ze wat rust te gunnen. Ze viel niet in slaap. Ze moest op Morris letten.

‘Broem, broem…’ Het klonk steeds verder weg, en ten slotte hoorde ze het niet meer.

Op het moment dat Gemma werd gewekt door het geluid van haar telefoon, had ze even geen idee van tijd. Slaapdronken drukte ze de groene knop in. Haar ogen zochten automatisch de oude schoolklok aan de wand, gleden naar de verstilde garage. 

Al voordat Yvonne, de leerkracht, was uitgepraat, drong tot haar door dat er iets heel erg verkeerd was gegaan. Aiden stond al een kwartier op haar te wachten, en waar was Morris?

[wordt vervolgd