De Langstraat, met rechts het pand van loodgieter Van de Kamp.
De Langstraat, met rechts het pand van loodgieter Van de Kamp. Collectie Westeneng

De rijwielzaak van Van de Hul en [de wagenmakerij van Van Dronkelaar

1 juli 2021 om 16:54

Eerst even een aanvulling op de aflevering van de vorige week. In het pand waar u nu de Zuivelhoeve kunt vinden, was na het vertrek van dominee Koffijberg de sigarenzaak van J.W. van der Meij gevestigd. Mogelijk was dit de 68-jarige, op 27 september 1929 overleden Jan Willem van der Meij. Weet u dat ook weer.

STRATENATLAS NR. 48 Naast de winkel van Broekhuis Woninginrichting stond vroeger een fietsenzaak, maar daar begint de geschiedenis van dit pand natuurlijk niet. In 1705 woonde daar Gerrit Rengertsen en vanaf 1731 Franck Reijersen, die karman van beroep was; hij had dus een transportonderneminkje. In 1751 nam de, al sinds 18 maart 1739 in het dorp wonende, meester-chirurgijn Jacobus Dijck zijn intrek in dit pand. Hij kwam uit Harderwijk en zal zijn opleiding wel genoten hebben aan de Gelderse Hogeschool in die stad. Van Dijck tekende op 4 april 1743 een contract met de kerkenraad, waarbij hij zich verplichtte om tegen een bepaald (laag) tarief de armen geneeskundige zorg te verlenen. In december 1740 was Van Dijck getrouwd met de uit Arnhem afkomstige Mechteld van Wageningen, weduwe van Nicolaus Brantsen. Van Dijck overleed in 1762 en werd op 12 maart van dat jaar begraven. Zijn weduwe zou later met timmerman Geurt Rutgers Mulder (1737-1826) hertrouwen. Zij overleed in Barneveld op 2 december 1773, maar Geurt zou tot 1781 in dit huis aan de Langstraat blijven wonen. Daarna vertrok hij naar Huizen. De nieuwe bewoner werd weer een Geurt: Geurt van Leeuwen die er slechts drie jaar woonde, waarna Jan van der Horst er voor een jaar introk. Aart Wouters en Bart van Lissel woonden er ook slechts kort. In 1787 vestigde Hendrik ten Ham er zijn schoenmakerij in en blijf er wonen tot 1805. 


WILHELMUS COZIJNSEN (COUSIJNSEN) De op 14 juni 1785 geboren Wilelmus Co(u)zijnsen nam in 1805 zijn in trek in het huis. Hij was vanaf zijn twaalfde jaar schoenmakersknecht (bij Frank van Wessel, tot 1802) en daarna wieldraaier van beroep. Over dit laatste vak schreef hij dat hij er aanleg voor had. In de periode oktober 1811 - 1817 komen we hem tegen als gemeentebode, vanaf 1817, na het overlijden van Anthonie Schuur, als gemeenteveldwachter en tot 1820 ook als deurwaarder van het plaatselijk bestuur. Vanaf 1820 blijkt hij opeens weer gemeentebode te zijn, een functie die hij zal blijven vervullen tot 1869. In dat jaar werd hij ,,wegens hooge leeftijd en zwakheid" eervol ontslagen en opgevolgd door de bekende gemeentebode en (ook) amateurhistoricus Hendrik Bouwheer. Behoudens het feit dat Wilhelmus Cozijnsen gelijk Abraham in het bekende liedje 'zeven zonen' kreeg, lijkt er op het eerste gezicht niets bijzonders aan de hand, maar schijn bedriegt. Wilhelmus is belangrijk geweest voor de geschiedschrijving van Barneveld eind 18e, begin 19e eeuw, wat te maken heeft met zijn maatschappelijke carrière. Het is bewezen dat de herinneringen van Cozijnsen veel hebben bijdragen tot de kennis van Bouwheer over het dorp Barneveld en de gemeente. Cozijnsen overleed in Barneveld op 14 april 1876. 


BAKKER AMERIJN Toen woonde Cozijnsen allang niet meer in dit pand, want in 1814 was hier de kruidenierswinkel en brood- en banketbakkerij van Philippus Amerijn gevestigd; een zaak die na zijn overlijden door zijn weduwe werd voortgezet. Broodbakker Amerijn werd in 1769 in Middelburg geboren en was in 1810 alhier gehuwd met Hendrika van den Ham. Hun dochter Everdina, geboren op 3 januari 1815, komen we binnenkort tegen als echtgenote van brievendistributeur Wouterus Blokhuis. In 1896 werd dit huis bewoond door Elizabeth Antonia Gaasbeek, dochter van Aart Schut Gaasbeek. Zij overleed, 83 jaar oud, op 4 februari 1910. 


FIETSENWINKELS Zes maanden later, in juni 1910 vestigde Teunis van den Hul in dit pand een rijwielzaak. De timing was perfect, want de fiets was in die tijd al enorm populair. In 1914 adverteert hij met zijn rijwiel en rijwielonderdelen. Samen met Cornelis Martinus Schimmel begon Van den Hul een rijwielfabriekje dat werd gevestigd achter het pand ‘Bella Vista’ aan de Amersfoortsestraat. Rijwielhandelaar Van den Hul zorgde voor de benodigde technische knowhow en Schimmel voor de pecunia. Dat het hier om een assemblagebedrijf ging, moge duidelijk zijn. De heren betrokken de frames, velgen, banden, enzovoorts van andere ondernemingen en zetten vervolgens een fiets in elkaar die onder de merknaam H&S ‘Beri’ op de markt werd gebracht. In september 1921 moet Van den Hul zijn zaak hebben overgedaan aan J. van de Kieft uit Nijkerk. Later – het precieze jaar kon ik helaas niet nakijken – kwam de rijwielzaak in handen van Jan Willem van de Kieft. Hij werd op 14 mei 1904 in Barneveld (Esveld) geboren als zoon van tolgaarder Reindert van de Kieft aan de Stationsweg en Aaltje van Koetsveld. Hij trouwde met Martina Koetsveld, dochter van postbode Jan Koetsveld en Gerritje Methorst. Veel oudere Barnevelders zullen zich deze winkel nog wel herinneren. In de winkel werden in mijn jongere jaren de nieuwe fietsen verkocht door mevrouw Van de Kieft en achter, in de werkplaats, plakte haar man voor een luttel bedrag je voor- of achterband. Van de Kieft was bij ons thuis de tweede fietsenmaker. De eerste, Hofland, komt pas veel later in deze serie aan de bod. Nadat Ab Schut er een aantal jaren zijn cafetaria annex petit-restaurant uitbaatte, kwam er de lunchroom ‘Hey daar’ in en inmiddels vindt u er lunchroom ‘De Levensgenieter’. 


TABAKSWINKEL EN WAGENMAKERIJ Tussen Van de Kieft en het vroegere loodgietersbedrijf van Van de Kamp lag een brede steeg die toegang gaf tot de werkplaats van het bedrijf. Ook van dit pand zijn de eigenaren/bewoners vanaf het begin van de 18e eeuw bekend. In 1705 was er een chique zaak in dit huis gevestigd, te weten de tabakswinkel van Cornelis Gerritsen Noij. 

Die tabakswinkel zou later door de weduwe en daarna de kinderen worden voortgezet en bestond tot 1788. In dat jaar vestigde Harmen Mulder zich met zijn echtgenote Geertjen Geurts hier. Ze bewoonden het pand tot 1793. Timmerman Aalbert Top werd de volgende huurder dan wel eigenaar. In 1827 begint Evert van Dronkelaar hier een wagenmakerij en woont de dagloner Jan Mijnten Bos bij hem in. Rademaker en wagenbouwer Evert Cornelissen van Dronkelaar was een zoon van Cornelis Wolbertsen (van Dronkelaar) en Gerritje Evers. Hij trouwde op 27 februari 1833 in Barneveld met Gerritje Jansen van Schoonhorst. Dochter van Jan Woutersen van Schoonhorst en Melisje Willems. Voor zover bekend kreeg het echtpaar zeven kinderen. Evert overleed, 70 jaar, op 22 maart 1875. De wagenmakerij moet waarschijnlijk al in 1891 van de hand zijn gedaan. In een advertentie in de Barneveldse Krant van 13 maart van dat jaar worden al het wagenmakershout en de gereedschappen te koop aangeboden. 


VAN WINKEL TOT LOODGIETERSBEDRIJF Het pand wordt op 1 april 1894 als winkel in gebruik genomen door Aris Blankespoor, gehuwd op 14 mei 1890 in Nijkerk met Eva Timmers, dochter van Daniël Timmers en Reijntje van Ginkel. Blankespoor was toen nog huisknecht van beroep. Hun dochter Reijntje trouwde op 21 juli 1915 met slager Pieter Poot, die in het slachthuis werkte. 

Een andere dochter, Reintje Jacoba, trouwde een maand later, op 25 augustus 1915 met de onderwijzer Friedrich Arnold Fickweiler. Aris Blankespoor verkocht hoeden en petten en 'koloniaalwaren' aan het winkelend publiek. Hij moet dat tot augustus 1916 hebben gedaan. Aris zou op 29 oktober 1943 in Barneveld overlijden. Zijn vrouw was al eerder, op 25 december 1926 overleden.


VAN DE KAMP Koperslager Albertus van de Kamp oefende in 1939, en waarschijnlijk al enige tijd daarvoor, zijn beroep in dit pand uit. In 1939 luidde het adres Langstraat 55 en in 1949 Langstraat 57. Aan de voorzijde bevond zich de winkel en daarachter de werkplaats. Albertus was een zoon van Willem van de Kamp, koperslager en Francijn (Francina) Agatha Camper. Hij was op 22 mei 1908 getrouwd met de dienstbode Jacomina Hol, die op 14 februari 1946 zou overlijden. Tot en met 1945 luidde het beroep van Van de Kamp koperslager, maar in 1949 stond hij te boek als loodgieter en pompboorder. Hij zou volgens op internet geplaatste gegevens op 4 augustus 1958 overlijden. Vanaf 1941 is er sprake van de firma A. van de Kamp en Zoon. Die zoon was de op 12 maart 1913 geboren Willem Hendrik van de Kamp, gehuwd met Elisabeth Jacoba Aleida Zoetmulder. Nadat het loodgietersbedrijf wegens ruimtegebrek naar het industrieterrein De Valk was verhuisd, vestigde de herenmodezaak Klapwijk zich in het pand en later Van Dal. Deze laatste zaak verhuisde enkele jaren geleden naar het veel grotere pand ernaast en in de voormalige loodgieterszaak vindt men nu de damesmodezaak Only.

De tekst op het raam bleef dezelfde, maar op de deur staat al de naam van de nieuwe eigenaar: J. v.d. Kieft.
Zowel tijdens de Eerste- als tijdens de Tweede-Wereldoorlog maakte het loodgietersbedrijf carbidlampen die in het hele land werden gebruikt.
Een foto vanaf de toren van de St. Catharinakerk laat de beide panden duidelijk zien.
Na ‘De Straaljager’ van Ab Schut werd lunchroom ‘Hey daar’ in de voormalige rijwielzaak gevestigd en inmiddels vindt u daar ‘De Levensgenieter’.
Een prachtige foto van de rijwielzaak van Teunis van den Hul, met op het winkelraam de tekst ‘Goedkoope winkel van rijwielen & Onderdeelen’. De fiets in het midden heeft (nog) geen banden.
De rijwielplaatjes die behoorden bij het fietsenmerk ‘J.v.Schaffelaar  van T. van den Hul.