Rechts het fraaie pand waar in 1871 de boek-, courant- en handelsdrukkerij van Boonstra in werd gevestigd.
Rechts het fraaie pand waar in 1871 de boek-, courant- en handelsdrukkerij van Boonstra in werd gevestigd. Gemeentearchief Barneveld

Bakermat van de [Barneveldsche Courant]; tegenwoordig een herenmodezaak

2 juni 2021 om 06:54

De aflevering van vandaag is gewijd aan slechts een pand, maar wel een met een bijzondere geschiedenis en bijzondere bewoners. Ik heb het dan over de herenmodezaak van Soels in de Langstraat.

Driekwart van de 18e eeuw, misschien nog wel langer, was er in dit pand een bakkerij gevestigd. Er woonde een chirurgijn in het huis, later een (scheeps)arts, een gepensioneerd beroepsmilitair die later griffier werd en vanaf 1871 Gerrit Boonstra, de man die toen met de uitgave van de Barneveldsche Courant begon. Een geschiedenis die bijzonder genoeg is om er wat meer dan normale aandacht aan te besteden.


BAKKERIJ De familie Lambertsen woonde van 1705 tot en met 1780 in het huis. Ze hadden er een bakkerij. Lucas Lambertsen woonde er vanaf 1705 en waarschijnlijk nog wel eerder. De uit Beekbergen afkomstige bakker trouwde hier op 6 maart 1664 met Henrikje Hendriks. In 1723 werd de bakkerij overgenomen door zijn zoon Lambert Lucassen, gehuwd met Neeltje Willems, die op 30 maart 1745 in Barneveld werd begraven. Hun zoon Willem, gedoopt op 10 april 1699 neemt de bakkerij over. Hij overleed op 18 januari 1778, waarna een dochter van hem tot 1780 in de bakkerij blijft wonen. Ik stel me zo voor dat de bakkerij niet meer werd voortgezet, want in 1780 vestigde Gerrit van Boeijen zich in het huis aan de Langstraat. Wat Gerrit van beroep deed, is helaas niet bekend. Hij werd op 4 maart 1782 tot diaken bij de hervormde gemeente benoemd en had veel te maken met het twee jaar later gestichte Gast- en Proveniershuis. Hij woonde er tot 1785. Twee jaar later kochten hij en zijn vrouw Helena van Sandhuisen, samen met het echtpaar Van den Ham, een kamer met hofje aan het zogenaamde Domineesdijkje (tegenwoordig de Gasthuisstraat). Hij was op 3 januari 1788 vanwege een zware ziekte niet aanwezig bij een kerkenraadsvergadering en moet vrij snel daarna zijn overleden, want zijn weduwe hertrouwde al op 9 november 1788 met de uit Lunteren afkomstige Johannes Hendriksz. Berkhof. Over Jan van der Horst, bewoner van het huis in de Langstraat in de periode 1785-1787, en Jan Aalten Prins 1787-1796 is weinig bekend.


CHIRURGIJNSWINKEL De in ‘Het Loo’ bij Apeldoorn geboren Laurens IJzerman (1769-1823) vestigde zich op 18 juli 1794, met een op 7 maart in Amsterdam afgegeven attestatie, in Barneveld. Mogelijk volgde hij de in 1793 overleden chirurgijn Willem Kok op. Kort daarvoor had hij zijn chirurgijnsexamen afgelegd. Hij beschikte bij zijn aanstelling door de Barneveldse ambtsjonkers dan ook over een verklaring van de Amsterdamse chirurgijn Hendrik Benraad van 27 juni dat hij bij hem ‘het collesie in anatomie, chirurgie en over de morti interi’ had gevolgd en het examen voor chirurgijn kon afleggen. Ná zijn aanstelling in Barneveld volgde op 23 mei 1799 een verklaring van de examinatoren van chirurgijns, vroedmeesters en -vrouwen, ondertekend door de destijds zeer bekende Harderwijker hoogleraar Matthias van Geuns, dat de toen dertigjarige IJzerman bekwaam werd geoordeeld ’om de konst der chirurgie te kunnen excerceeren’.


IJzerman was tweemaal gehuwd. De eerste keer trouwde hij in 1797 met Aaltje (van) Voskui(j)l(en), overleden in 1807 in Barneveld. Hij hertrouwde in 1808 met Grietje Groenestein, dochter van bakker Gijsbert Aalten Groenestein en Rikje Aalberts. Laurens IJzerman overleed op 30 september 1823 in Barneveld. In de Arnhemsche Courant van 3 november 1823 staat een advertentie over een openbare verkoping voor notaris H.M. Mettenbrinck. Naast meubilair werd ook te koop aangeboden: ‘eene kompleete en welingerigte apotheek, met al de voorhanden zijnde medicamenten, flessen, karaffen potten, doozen, kasten en verder Toestel, chirurgicale instrumenten, boeken, enz.’.


De weduwe Barendje (ik kwam ook de voornaam Berendina tegen) van der Zanden-Kleinpaste woonde in 1827 in het huis. Zij woonde er met haar dochter Maria Sara die naaister van beroep was. Moeder overleed op 7 december 1836 en de dochter op 14 april 1844.


MATAK FONTEIN De in Harlingen geboren Pieter Dirk Matak Fontein (1811-1867) kreeg zijn admissie als plattelands-heelmeester en als vroedmeester in Haarlem op 16 juli 1831. Hij vestigde zich als voormalig scheepsarts (officier van gezondheid 3e klasse) in mei 1850 in Barneveld. Bij raadsbesluit van 14 juni 1852 volgde hij vroedmeester C.P. Silvius als zodanig op en hij was verder als genees- en heelmeester werkzaam. Hij woonde aanvankelijk in de Catharinastraat (Jan van Schaffelaarstraat) en later in de Langstraat.

De heelmeester ondertekende op 18 juli 1857 bij notaris De Feijfer een akte waarbij hij zich als borg stelde voor zijn zoon Dirk, voor diens studiekosten aan de Kweekschool voor Militair geneeskundigen. Dirk zou, nadat hij zou zijn geslaagd, naar Nederlands-Indië vertrekken. Pieter Dirk Matak Fontein overleed in Barneveld op 23 februari 1867 en werd op 14 maart opgevolgd door Herman Guillaume ter Haar. Zijn weduwe, Wilhelmina van Langeveld (1811-1901) vertrok op 1 mei 1871 naar Wageningen en overleed er.


BONTING De in Harderwijk geboren oud-militair Gerardus Marinus Bonting (1827-1882) woonde in 1870 in het huis. Hij was driemaal gehuwd; eerst in 1858 met de in Nederlands-Indië geboren Elisabeth Henriëtte Gerhardina van der Sluijs. Na haar overlijden in 1868 in Hellevoetsluis hertrouwde hij in Barneveld op 27 januari 1870 met Gijsbertha Groenestein. Ze werd op 17 september 1839 in Barneveld geboren als dochter van bakker Gijsbertus Groenestein en Geertruida Stoffelsen. Na het overlijden van zijn tweede vrouw in Barneveld in 1880 hertrouwde de toen 54-jarige Bonting op 29 april 1881 met de toen 27-jarige zuster van zijn tweede vrouw, Gijsberta Elisabeth Groenestein. Dat had natuurlijk te maken met zijn nog thuiswonende jeugdige kinderen. De militaire carrière van Bonting was indrukwekkend en werd door de vroegere gemeentebode en amateurhistoricus Hendrik Bouwheer minutieus opgetekend.


De uiteindelijk als kapitein in 1867 uit de dienst ontslagen Bonting had nogal wat tropenjaren. Hij meldde zich in 1841 als vrijwilliger aan en werd als tamboer voor acht jaar en twintig dagen geëngageerd. Hij werd op 21 juli 1842 bevorderd tot fuselier en op 2 mei 1843 tot korporaal. Per 31 december 1843 ging hij, krachtens een Koninklijk Besluit, over naar het Koloniaal Werfdepot dat, zoals wellicht bekend is, in Harderwijk was gevestigd. Daar bracht hij vrijwel zijn hele militaire leven door. Op 10 december van dat zelfde jaar ontving hij het onderscheidingsteken voor langdurige Nederlandse dienst als officier. Hij werd op 27 april 1867 op eigen verzoek eervol ontslagen, met behoud van recht op pensioen.

Bonting woonde in Barneveld op verschillende adressen. Hij werd op 20 oktober 1873 griffier ter secretarie, in plaats van Wouterus Blokhuis. Na het overlijden van zijn tweede echtgenote op 12 juni 1880 besloot hij om met zijn dochters naar Harderwijk terug te keren. Hij verliet Barneveld op 4 april 1882 en overleed enkele maanden later, op 6 september, in zijn geboorteplaats.


UITGEVER BOONSTRA Gerrit Boonstra (1841-1908) werd in Leeuwarden geboren en was gehuwd met Neeltje Griffioen (1845-1909). Uit hun huwelijk werden negen kinderen geboren. Boonstra vestigde zich officieel op 19 september 1871 in Barneveld, komende vanuit Wageningen. Aan die komst waren nogal wat besprekingen voorafgegaan, want de vestiging in Barneveld was bedoeld als start van de 'Barneveldsche Courant', een wens van een groep vooraanstaande Barnevelders die van mening was dat de gemeente diende 'te worden opgestoten in de vaart der volk'ren'. Tot die tijd las een enkeling de Arnhemsche Courant of een andere regionale of nationale krant, maar er bestond behoefte aan een combinatie van (inter)nationaal en lokaal nieuws. Het eerste proefnummer van de Barneveldsche Courant kwam uit op 20 september 1871. De boek-, courant- en handelsdrukker Boonstra kan worden beschouwd als de grondlegger van de Koninklijke BDU BV zoals deze vandaag de dag nog steeds bestaat. Het moet een soort 'duizendpoot' zijn geweest die neveninkomsten niet schuwde. Zo had hij tussen 1878 en 1880 naast zijn drukkerij/uitgeverij ook nog een zogenaamde '30-cents-bazar', waar alle te koop aangeboden artikelen dertig cent kostten. Later werd de drukkerij overgebracht naar het Dijkje en fuseerde de uitgeverij met die van Jelle Bijlsma die ‘De Barnevelder’ uitgaf.


SOELS De uit Utrecht afkomstige kleermaker Aart Soels (1900-1957), getrouwd met Gerarda Haanschoten (1894-1952), begon in 1931 in het pand een zaken in herenmode. Dat kan worden afgeleid uit het feit dat in 1956 mejuffrouw M. van Ginkel het feit vierde dat ze er al 25 jaar werkte. De winkel werd na het overlijden van de grondlegger in 1958 ingrijpend verbouwd en bestaat gelukkig nog steeds.

Portret van Gerrit Boonstra die zich hardnekkig – naar zijn vader – Gerrit Wytze Boonstra bleef noemen.
Een advertentie van Boonstra, waarin hij zichzelf aanbeval voor boekdrukwerk.
Jacob Haanschoten hing ver uit zijn bovenraam om deze foto van de Langstraat met het pand van Boonstra te kunnen maken. Op de stoep pakken met drukwerk .
Zo ziet het pand er nu uit. Niets eraan duidt erop dat hier in 1871 voor het eerst een Barneveldse Krant van de pers rolde.
Het briefhoofd van het bedrijf.
Een mij onbekende foto van het pand van Boonstra met in de deuropening mogelijk zijn vrouw Neeltje Griffioen.