[-66-]

27 mei 2021 om 12:58


‘Gaat het wel met je?’ vroeg Ellis zacht.

‘Prima,’ loog Josta. ‘Ik ben alleen moe van het vele lopen. Het was nogal een schok toen ik merkte dat ik ergens verkeerd gegaan was en ik de weg terug niet meer kon vinden. Maar ik ben er weer.’ Ze probeerde daar opgewekt bij te kijken. ‘Gaan we nog iets leuks doen vanavond?’

‘Er is livemuziek buiten,’ wist Beatrice te melden. ‘Kunnen we dansen, Roderick.’ Ze stootte hem aan.

‘Daar ben ik altijd voor te porren, zoals je weet.’

Josta liet de gesprekken langs zich heen gaan, ze zei alleen iets als er rechtstreeks tegen haar gesproken werd. Ondanks de lange wandeling van die middag had ze weinig trek en prikte ze slechts een beetje lusteloos in haar eten. Na het eten kondigde ze aan dat ze eerst wilde douchen voor ze naar het terras trokken voor de muziek.

‘Ik ben zo plakkerig geworden door de warmte,’ zei ze verontschuldigend.

Ellis zag haar kans onmiddellijk schoon.

‘Ik ga met je mee, dan kan ik nog een uurtje liggen voor de avond begint,’ zei ze.

Hoewel Josta liever even alleen had willen zijn, protesteerde ze daar niet tegen. Ze kon moeilijk tegen Ellis zeggen dat ze niet mee naar hun kamer mocht. Ze hoopte dat Ellis inderdaad in slaap zou vallen, maar dat was Ellis geenszins van plan. Zodra ze in hun kamer waren, ging ze op het bed zitten en trok ze Josta zonder plichtplegingen naast zich.

‘Jij en ik moeten praten,’ zei ze op een toon die geen tegenspraak duldde. ‘Wat is dat voor onzin dat je niets met Pascal wil beginnen vanwege mij?’

Josta trok wit weg en sloeg haar hand voor haar mond.

‘Hoe weet je dat?’ vroeg ze gesmoord.

‘Van Pascal natuurlijk. Hij kwam meteen naar me toe na jullie onderonsje bij het strand. Gelukkig wel, want het slaat natuurlijk nergens op.’

‘Pascal is jouw ex.’

‘Ja, ja, erecode onder vriendinnen, blablabla.’ Ellis maakte een ongeduldig gebaar met haar hand. ‘Dat is allemaal heel leuk en netjes van je, maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat jij en Pascal allebei ongelukkig zijn omdat hij en ik in een ver verleden ooit een relatie hebben gehad. Dat staat helemaal los van jou en hem. Ik kan het alleen maar toejuichen als jullie elkaar vinden.’

‘Maar… Maar…’ Josta zocht naar woorden. Heel zacht begon er iets te zingen in haar hart, maar dat negeerde ze. Dit was te makkelijk. Ze kon nu niet zomaar ineens doen alsof er geen enkel bezwaar was, ondanks wat Ellis net had gezegd. ‘Zeg je dit nu niet alleen omdat je weet dat je er toch niet lang getuige van kan zijn?’

‘En wat dan nog?’ Ellis’ ogen boorden zich in die van Josta. ‘Het gaat om wat ik ervan vind, niet waarom dat zo is.’

‘Voor mij wel.’

‘Waarom? Stop eens met alles zo te analyseren. Lach, leef en wees gelukkig, dat is het beste advies dat ik je kan geven. In dit geval met Pascal samen.’

‘Onder normale omstandigheden zou je er waarschijnlijk anders over denken.’

‘Dit zijn geen normale omstandigheden.’

‘Daarom juist, dat is wat ik Pascal ook heb gezegd. Het voelt nu alsof Pascal en ik alleen samen kunnen zijn omdat jij doodgaat, want anders was het er nooit van gekomen. Ik kan mijn geluk niet bouwen op jouw graf,’ probeerde Josta haar gevoelens uit te leggen.

‘Oei, dat klinkt wel heel zwaar. Ik snap wat je bedoelt, maar je moet het omdraaien en het positief bekijken,’ meende Ellis. ‘Ik ben straks weg, maar je krijgt Pascal ervoor terug. Nee, dat zeg ik verkeerd. Er komt iets heel moois in je leven, naast het verdriet dat je ongetwijfeld zal voelen. Dat is iets om blij mee te zijn.’

‘Ik zou nog veel blijer zijn als jij kon blijven leven.’

‘Die keus is er nu eenmaal niet. Het is ook geen kwestie van Pascal of ik. Dit is gewoon het leven. Verdriet en geluk wisselen elkaar af, net als ziekte en gezondheid, blijdschap en boosheid en rijkdom en armoede. Dat bestaat allemaal naast elkaar en door elkaar heen. Het is nooit alleen het een of het ander, ze horen er allemaal bij. De kunst is om de fijne dingen te omarmen en zo goed mogelijk met de ellendige zaken om te gaan,’ meende Ellis.

‘Ik wil jou niet kwetsen,’ zei Josta zo zacht dat Ellis het amper verstond.

‘Mij kwetsen?’ Ze begon te lachen en omhelsde Josta. ‘Lieve schat, dat zou je nooit kunnen. Ik kan hier alleen maar heel blij om zijn. Ga ervoor. Alsjeblieft.’

‘Weet je het heel zeker?’ vroeg Josta gesmoord tegen Ellis’ schouder. Haar hart maakte inmiddels een rondedansje in haar borstkas.

‘Het is juist een enorme geruststelling voor mij om te weten dat jij straks niet alleen bent, dat Pascal naast je staat,’ verzekerde Ellis haar.

Josta kwam overeind en veegde de tranen uit haar ogen.

‘Goed dan. Alleen voor jou natuurlijk, omdat jij het wilt,’ zei ze met een klein lachje.

‘Dank je wel voor deze opoffering,’beleed Ellis deemoedig.

Gierend van het lachen lieten ze zich achterovervallen op het bed, als vanouds.

[wordt vervolgd