Provincies verdeeld over kerncentrales

5 maart 2021 om 10:03

MAASTRICHT (ANP) Provincies zijn verdeeld als het gaat om de mogelijke komst van een nieuwe kerncentrale op hun grondgebied. Limburg, Flevoland, Overijssel en Zuid-Holland zullen daar vooralsnog geen medewerking aan verlenen. Zeeland en Noord-Brabant zijn wel positief.


De Zeeuwse gedeputeerde Jo-Annes de Bat zegt dat Zeeland goed te spreken is over de huidige kerncentrale in Borssele. De bedrijfsvergunning loopt af in 2033, maar de provincie wil de centrale ook daarna openhouden. Zeeland zou er graag nog een tweede kerncentrale bij zetten en kijkt ook naar de mogelijkheid een thoriumcentrale te bouwen. Een kerncentrale die op thorium werkt veroorzaakt minder kernafval.

Noord-Brabant “verwelkomt kernenergie als onderdeel van de energiemix van met name na 2030”, zegt gedeputeerde Eric de Bie. Al benadrukt hij dat de provincie nog geen standpunt heeft ingenomen over de vestiging van een nucleaire centrale. Eind deze maand verschijnt een onderzoek naar kernenergie dat TNO heeft uitgevoerd in opdracht van Noord-Brabant. Daarin is ook de mogelijkheid van een thoriumcentrale meegenomen. “Wanneer het onderzoek gereed is, geven Gedeputeerde Staten aan hoe zij verder aan de slag willen met kernenergie”, aldus De Bie.

Flevoland, Overijssel en Zuid-Holland willen wel nadenken over een kerncentrale die zou werken op thorium, maar volgens wetenschappers is die techniek op zijn vroegst pas rond 2050 commercieel beschikbaar. Kernafval is voor Flevoland, Overijssel en Zuid-Holland het grootste pijnpunt. In de Omgevingswet heeft Flevoland opgenomen dat er geen medewerking wordt verleend aan de vestiging van een kerncentrale, zolang er geen oplossingen zijn voor het afval en de veiligheid. Ook in Overijssel en Zuid-Holland (Tweede Maasvlakte) gelden dergelijke besluiten.

Gedeputeerde Staten van Limburg sluiten kernenergie in de provincie op langere termijn niet uit, blijkt uit antwoorden van GS op vragen van Forum voor Democratie. Gedacht kan dan worden aan ergens rond 2050. Maar op dit moment is er geen aanleiding om een vestigingslocatie te onderzoeken, nu het Rijk al andere plekken op het oog heeft, aldus GS. Het college verwees daarbij naar Eemshaven (Groningen), Borssele en de Tweede Maasvlakte. Het Overijsselse Kampen is in 2018 genoemd.