[-76-]

5 maart 2021 om 08:19


De uitdrukking in de ogen… was dat nu minachting? Had die vrouw het lef om op haar neer te kijken? Maar de uitdrukking was alweer nietszeggend. Ze zou zich wel vergissen. Natuurlijk vergiste ze zich. Zo’n oud mens. Als ze één vinger uitstak, was die man van haar als was in haar handen. Alleen zou ze zich doodvervelen als ze vaak naar zijn verhalen moest luisteren. Er waren anderen. Ze moest dan wel een paar dingen anders aanpakken. Voor Claudia en voor Robbie en och… wat was daar mis mee? Ze moest ook voor zichzelf zorgen. Ze zag zich niet tot haar vijfenzestigste de wereld over vliegen. Ze kende de vliegvelden inmiddels wel zo’n beetje.

Ze moest haar vrije dagen goed besteden.

[Hoofdstuk 16

Victorien en Liesbeth hadden zo min mogelijk afspraken gemaakt voor de meivakantie en Victorien was na een paar dagen van nadenken en piekeren tot een conclusie gekomen: ze hield van Paul en nadat ze gezien had hoe Claudia haar best had gedaan om Pauls aandacht te trekken en de onbewogen reactie van Paul op die poging, was haar onzekerheid verdwenen. Claudia of een andere vrouw mocht van alles proberen, maar Paul hield van haar. De blik in zijn ogen vervulde haar met een intens geluksgevoel. Ze moest nog één ding doen. Al was het onzin, voor ze Paul vertelde dat ze de onzekerheid kwijt was die ze over had gehouden van de verhouding tussen Bob en Claudia, wilde ze naar het graf van Bob. Waarom wist ze niet goed. Het leek bijna alsof ze Bobs toestemming vroeg voor de relatie met Paul, maar dat was niet zo. Ze zou hem willen vertellen dat ze haar negatieve gevoel over zichzelf kwijt was. Dat ze daarom verder kon met een ander. Het was alsof ze Bob wilde geruststellen. Alsof ze, als ze het daar hardop uitsprak, alles achter zich liet. Ze was niet minder geworden doordat haar man vreemd was gegaan. Dat vernederde gevoel was ze kwijt.

Die zekerheid had ze gekregen na Claudia’s suggestie dat Paul bijna voor zijn plezier de waterleiding had gerepareerd en dat hij liever met haar in het bungalowpark was gebleven dan naar Liesbeths verjaardag te gaan. Genieten van het mooie weer. Zo opzichtig.

Die maniertjes had Claudia bepaald van haar moeder geërfd. Mimi had met dezelfde blik naar John gekeken als Claudia naar Paul: uitnodigend en bewonderend, verleidelijk. Zou Bob daar nu werkelijk voor gezwicht zijn? Niet helemaal. Bij Bob had meegespeeld dat hij zich opeens weer heel jong en vrij had gevoeld. In de rol die hij had gespeeld in het toneelstuk waaraan Claudia meewerkte.

Ze wilde het achter zich laten en ook die wrok tegen Claudia moest ze kwijt zien te raken. Er zat uiteindelijk iets zieligs achter haar geflirt met mannen die al een relatie hadden. Je ging bijna denken aan een vadercomplex bij haar. Op Mimi was dat niet van toepassing. Die had een goede vader gehad, wist ze van Liesbeth. Mimi was gewoon een kreng.

Ze liep naar het huis van Liesbeth. ‘Kan ik de kinderen morgen aan jou overlaten? Ik ga naar Amsterdam. Alleen. Om iets af te maken wat maar in mijn hoofd bleef rondspoken. En ik wil ook mijn oude buurvrouw opzoeken. Die woont inmiddels weer in haar oude huis. Gerestaureerd en wel.’

Liesbeth keek opmerkzaam naar Victoriens gezicht. Ze was de laatste twee dagen zo intens vrolijk geweest dat ze bijna wachtte op de aankondiging dat zij en Paul ook gingen trouwen. Nog niet dus. Maar het kon niet lang uitblijven.

Liesbeth zelf was in een stralende stemming. John… John… dacht ze. John, die de streken van Mimi half geamuseerd maar raak had getaxeerd.

‘Je zus kan heel goed voor zichzelf zorgen,’ had hij gezegd toen ze het erover hadden zondagavond. ‘Ze gedraagt zich alsof zij het vrouwtje is dat bescherming nodig heeft en er zijn beslist mannen die daar met open ogen intuinen. Arme sukkels, want onder dat kwetsbare laagje zit een harnas van staal.’

‘Voor zo’n vergelijking moet je nu een smid zijn,’ had zij geantwoord.

Hij had zijn armen om haar heen geslagen. ‘Ja. En ik weet ook van wat voor metaal jij bent. Zilver. Edelmetaal!’

Ze kleurde even bij de gedachte aan zijn mond na die opmerking.

‘Ik wil niet al te lang wachten, Betje,’ had hij eraan toegevoegd.

‘En ik ook niet,’ had ze net zo vurig geantwoord.

Een paar minuten later had hij zijn agenda gepakt. ‘Wanneer? We vragen Vicky of zij een paar weken voor Robbie kan zorgen. En beloof dan meteen dat wij voor Yvette en Matthieu zorgen als zij zover zijn.’

Ze keek naar Victorien, die een woningblad van de tafel pakte. Nu niet over hebben. Morgen op de kinderen passen. ‘Natuurlijk. Haast je niet. John komt toevallig ook.’

‘O, komt het dan wel uit?’ vroeg Victorien bezorgd.

‘Dat komt prima uit. We nemen ze mee naar een manege even verderop. Matthieu wilde graag zien hoe paarden beslagen worden en John vindt het vast leuk om dat te laten zien en Yvette vindt alles geweldig.’

‘Ik kan ook mijn schoonmoeder vragen, maar mijn schoonvader is er ook nog,’ aarzelde Victorien.

Dat de aanwezigheid van Mimi op het park daar vast een rol in speelde, hield ze voor zich. Het bleef toch Liesbeths zuster.

[wordt vervolgd