[-73-]

2 maart 2021 om 11:48


Claudia feliciteerde haar tante en haar moeder, keek rond en vroeg: ‘Is Paul er nog niet? Hij komt zo wel, tante Liesje. Hij is even zijn moeder ophalen. Er was waterschade ontstaan in een van de huisjes waarin zijn mensen aan het werk zijn. Gelukkig dat iemand mij waarschuwde. Ik zat nog achter de balie op de receptie en ik moest natuurlijk met Paul mee om het aan te wijzen. Hij heeft een man uit het dorp erbij gehaald, en ze hebben het lek met z’n tweeën gemaakt. Jullie weten niet hoe handig Paul is. Hij komt zo, hoor. Ik zei tegen hem dat hij wel een schoon overhemd aan moest trekken. En ja… heel graag koffie en een flink stuk taart, tante Liesje.’ Tevreden ging ze zitten.

Victorien en Liesbeth wisselden een blik. ‘Trap er niet in,’ seinden Liesbeths ogen en Victorien knikte geruststellend. En haar mond vormde: ‘Komt goed!’

‘Nou, nou, je lijkt aardig close met Paul.’ Meneer Van Hierden ging op de suggestie in.

‘Tja, als je zo vaak samenwerkt, dan…’ Claudia haalde met een geheimzinnig lachje haar schouders op. ‘O, wat heb ik nu een zin in die heerlijke appeltaart van jou, tante Liesbeth.’

Victoriens hartslag versnelde even, maar zakte toen weer terug.

Na eerst de demonstratie van Mimi en nu die van Claudia, wist ze precies waar ze aan toe was. Zou ze zich op stang laten jagen door dat airtje van Claudia dat een warme verhouding met de familie Van Ravenschot suggereerde? Beslist niet.

Ze trok haar schouders naar achteren en zei vrolijk: ‘Liesbeth is jarig, dus ze is vrijgesteld van alles. Daar zorgen wij voor.’ Ze legde haar hand op de schouder van haar dochter. ‘Help je me weer, Yvetje? Een groot stuk taart voor Claudia.’

Ze schonk zelf de koffie in en peinsde of ze er niet iets door kon roeren. Een laxeermiddel of zo. ‘Kom op, Vicky. Denk eraan, wie op wraak zint, houdt zijn eigen wonden vers,’ vermaande ze zichzelf geluidloos. Haar vader was toch wel erg wijs toen hij dat tegen haar zei een tijdje geleden. Maar soms was het moeilijk. Haar ouders zouden ook nog even langskomen vanmiddag. Wat fijn toch dat ze in de buurt woonden.

‘Kijk eens, Claudia.’

Claudia nam de koffie aan. Ze vermeed Victoriens blik. ‘Dank je wel. Wat is het een mooi weer, hè? Hier merk je het niet zo, maar op het park is het zo heerlijk. Ik zei al tegen Paul dat het gewoon jammer is om nu binnen te blijven hangen, maar ja… Hij gaat veel met tante Liesbeth om en er komen vast nog mooie dagen genoeg.’

Ze draaide haar hoofd om en zette haar stem uit. ‘Walter, we krijgen complimenten van gasten dat het er zoveel beter uitziet dan vorig jaar.’

‘Dat is ook zo,’ bevestigde meneer Van Hierden. Het onderwerp ‘bungalowpark’ leverde gespreksstof genoeg op en meneer Van Hierden vond dat het dorp meer moest profiteren van de gasten op het park. ‘Wil je nog eens nadenken over uitstapjes die we kunnen organiseren, Wiltink. Ook voor kinderen. Het zou een pluspunt zijn als we die ook iets konden bieden wat een beetje cultureel is. Die smederij van je… daar moet toch iets over te vertellen zijn.’

Mimi veerde op. ‘Daar zou ik ook wel iets meer van willen weten. Aanstaande zwager, kun je wat tijd vrijmaken voor je schoonfamilie?’ Ze hield haar hoofd schuin en lachte innemend.

Ondanks zichzelf kneep Liesbeth haar handen in elkaar. Zo bekend als dit lachje was. Maar John was John. Ze keek ook naar hem. Hij legde een hand op haar handen. Toen draaide hij zich om. ‘Eh, sorry, wat zei je ook alweer, Mimi?’

‘Verliefde mensen niet storen, Mimi,’ zei Jantine. Haar ogen waren op de drie die naast elkaar zaten gericht. Je hoefde geen helderziende te zijn om op te merken dat die Mimi gecharmeerd was van de vriend van haar zus en probeerde zijn aandacht te trekken. Gaat je niet lukken, zus, dacht ze met een dosis leedvermaak.

‘Ik zei dat ik zo graag iets van je smederij zou willen zien,’ herhaalde Mimi. Ze zag de hand van John op die van Liesbeth en werd kribbig. Wat deed Liesbeth onuitstaanbaar vanmorgen. Normaal rende ze heen en weer als er gasten waren en nu zat ze maar op die bank en ze deed klef tegen die John.

‘Ik ben hier een paar dagen, dus als je het in kunt passen…’ Haar stem klonk luider dan ze bedoelde en gezichten werden naar haar toegedraaid.

John keek haar aan. ‘Ik ben tamelijk bezet, maar Paula… mijn zus, die kan je er alles over vertellen. Veel beter dan ik, hè, Liesbeth? Ze heeft haar en Vicky ook rondgeleid. En dan moet je meteen even de kerk vanbinnen bezichtigen. Die is ook heel oud. De preekstoel heeft schitterend houtsnijwerk.’ Er kwam een enthousiaste schittering in zijn ogen.

‘Maar ik zou het leuker vinden als jij het deed. Om een beetje beter kennis te maken?’ Mimi legde een hoofd op haar schouder en keek hem aan.

‘O, mij leer je wel kennen, het lijkt me veel zinniger om kennis te maken met Paula. Ze kan hier niet zijn vandaag, en dan hebben jullie elkaar tenminste ontmoet voor Liesbeth en ik gaan trouwen.’

Getik op het raam hield Mimi’s antwoord binnen.

‘Daar zijn Paul en mevrouw Van Ravenschot.’ Victorien liep naar de deur en liet de twee binnen. Paul nam het jasje van zijn moeder van haar schouders en keek ondertussen naar Victorien.Zijn blik was onderzoekend.

[wordt vervolgd