De kunst van het verdragen

26 juni 2020 om 12:21

Wat komt het vaak voor. Situaties waarin we elkaar flink de les leren. Vol het gevecht aangaan. Je tegenstander flink aanpakken en bewust of onbewust beschadigen. Polariseren en escaleren, hard tegen hard. Willen winnen en ook maar eens goed laten blijken dat we winnaar zijn. Een meningsverschil uitvergroten en daarbij op de man of vrouw spelen in plaats van op de bal. En met brute kracht van woorden en gebaren flink uithalen om de tegenstander een publieke aframmeling te geven. Vol op het orgel! In de social media is het aan de orde van de dag.


BESCHULDIGING EN BESCHADIGING Boosheid verwoord in beschuldiging en beschadiging. Ook in het politieke debat steekt het bij herhaling de kop op; onlangs bereikte het een beschamend dieptepunt toen minister Schouten door een parlementariër schaamteloos als “sluipmoordenaar” werd betiteld. Op de werkvloer komt het voor door een collega eens flink aan te pakken en klein te maken ten overstaan van anderen. Zelfs op verjaardagspartijtjes maak je mee hoe er luid articulerend en met veel gebarentaal over wordt opgeschept hoe iemand ‘de waarheid’ is verteld. Waarbij je dikwijls veel roedelgedrag ziet en de grote woorden niet worden weersproken. Maar, word je zelf groter door een ander klein te maken?

“Een samenleving die de ongenuanceerde aantasting van de integriteit van mensen toelaat, verliest zijn eigen integriteit”, zegt Marry de Gaay Fortman, in haar boek “Verdrink geen dooie eend. De kunst van beminnelijke doeltreffendheid”. Door het feministische blad Opzij wordt ze de “invloedrijkste vrouw in het bedrijfsleven” genoemd. Met haar gezegde “verdrink geen dooie eend” bedoelt ze dat je beter geen aandacht kunt besteden aan al dat negatieve. Want de afzender heeft jouw reactie juist nodig om zichzelf te profileren en zich daarna nog harder tegen je te kunnen afzetten. Immers, alles wat je aandacht geeft, groeit. Hou het oog op de bal, het doel dat je wilt bereiken. Hoe je dat doet? Nou, in elk geval door je niet van je stuk te laten brengen door de negatieve en neerbuigende opstelling van de ander want dat brengt je uit je eigen koers. Het leidt tot verdergaand gemopper, gemor en gevecht om eigen gelijk. Het is als krabben aan een muggenbult waarvan je weet dat je er beter af kunt blijven omdat de jeuk er alleen maar erger door zal worden. Waarom zou je de ander, die jou klein probeert te maken, eens even hard aanpakken als het je overtuiging is dat je verschillen van mening niet tot splijtzwam wil laten worden? Ja, je mag je laten gelden maar je hoeft niet te vergelden. Laat je opstekende boosheid niet in frustratie uitmonden. Ga niet touwtrekken over wie er fout zit of gelijk heeft. Laat los, tel tot 10 of laat de tijd z’n werk doen. En, kijk niet achterom maar laat je leiden door wat je nog verbindt en samen vooruit kan brengen. Met ‘open mind’ vooruit. Marry de Gaay Fortman noemt dat “getting to yes” door de kunst van het verdragen.


ONHEUS BEJEGEND Verschillen van mening moet je kunnen verdragen. Maar als je onheus bejegend wordt? Als tegenstanders van windmolens insinueren dat je belangen hebt in de windmolenindustrie en je als voorzitter van het Gelders Energie Akkoord de besluitvorming in de Barneveldse raad beïnvloedt? Moet je dan op je handen blijven zitten? Nou, als ik mijn gevoel volg, zou ik boos worden en hen de les willen lezen. “Hoe is het mogelijk dat er zo lelijk op de man wordt gespeeld”, gaat er dan door me heen. Het kost me echt moeite om dan tot tien te tellen, zo kan ik u verklappen. Maar door dat tóch te doen, ga ik niet overgevoelig reageren en dat is al winst misschien. Meestal nodig ik zulke ‘criticasters’ uit om in gesprek met me te gaan en bij een kop koffie van gedachten te wisselen over de vermeende (voor)oordelen. Dan kun je tenminste van elkaar leren of naar elkaar toe bewegen, want soms begrijpen we als mensen elkaar over en weer niet of minder goed. Als je dan ontdekt dat er ook veel is dat verbindt, krijg je vaak meer begrip voor elkaars positie en mogelijke meningsverschillen. Desnoods in een “agree to disagree”, zo wil ik maar zeggen.