Jan Floorijp (links) en Maarten van de Beek.
Jan Floorijp (links) en Maarten van de Beek. Freek Wolff

'Je moet van elkaar op aan kunnen'

8 februari 2020 om 07:48

Het is niet alleen vuur blussen, want de Brandweer Barneveld wordt voor allerlei incidenten ingezet, nu al 110 jaar lang. Er is een open dag op zaterdag 10 oktober. ,,Dan pakken we groots uit", zegt bevelvoerder en officier van dienst Jan Floorijp (46). Zelf is hij al 24 jaar van de partij. Naast hem zit Maarten van de Beek (21), een aspirant brandweerman die net een jaar meedraait.

Er zullen demonstraties en presentaties zijn over de geschiedenis, vanaf de handspuit tot het nieuwste materieel. We proberen die dag ook crashtenders te krijgen. Dat zijn snelle machines die met veel water en schuim op vliegvelden brand bestrijden, zodat de vlammen eraf zijn", licht Floorijp toe.

Overdag is twee man beroepsmatig present in de kazerne langs de A30, terwijl een uitruk door vrijwilligers uit Barneveld wordt aangevuld. Beroepsmatig wisselen volgens rooster twaalf man elkaar af, voor overdag de 'koude' taken, zoals onderhoud en keuring van materiaal, terwijl zij vrijwillig elders in de regio hun steentje bijdragen en samen 34 vrijwilligers één team in Barneveld vormen voor de repressieve taken. Er zijn drie ploegcommandanten die verantwoordelijk zijn voor de uitruk en de dagelijkse gang van zaken: Hans van den Brink, André van Steenselen en Jaap den Braber. ,,Zij zorgen er organisatorisch voor dat er voldoende mensen zijn. Elke ploeg heeft weer drie bevelvoerders. De afspraak is om na het alarm met drieënhalve minuut weg te rijden. Dat is heel snel. Er is één blusvoertuig dat standaard uitrukt, maar soms volgt nog een hoogwerker of een waterwagen."

SPECIALISTISCH GEREEDSCHAP In de kazerne staat een tankautospuit, een blusvoertuig van het merk MAN, plus een reserveauto van dit kaliber. Daarnaast heeft Barneveld een hoogwerker, een hulpverleningsvoertuig met specialistisch gereedschap (voor ongevallen, gevaarlijke stoffen en lekkages), een waterwagen, plus een bus voor arbeidshygiëne. ,,Wereldwijd is gebleken dat brandweermannen meer dan gemiddeld ziek worden; zo hebben we een verhoogde kans op kanker. Dat lijkt te komen uit het vuil in onze kleding. Rook is gewoon giftig en dat gaat in je pak zitten. Na elke inzet wisselen we nu ter plekke de kleding bij het incident. Anders gaan die vuile kleren in de auto mee terug en dan verspreidt het vuil zich. Daar hebben we dus een bus voor, met schone kleding. Sinds anderhalf jaar is hier meer aandacht voor."

Floorijp is een geboren en getogen Barnevelder en via een kennis werd hij op het spoor gebracht van de brandweer. Hij was electricien, maar intussen is hij beroepsmatig brandweerman geworden (overdag), terwijl hij 's avonds als vrijwilliger te hulp schiet. ,,Mensen helpen is een reden waarom je het doet. Het is ook een uitdagend beroep. Ik had het veel eerder moeten doen. Je weet nooit wanneer er iets gaat gebeuren en je werkt echt in een team. Buiten de uitruk om is het echt een goede club mensen. Teamgevoel is absoluut belangrijk, want je moet van elkaar op aan kunnen. Je beleeft ook nare dingen met elkaar en dan moet je bij elkaar terecht kunnen."

De gelouterde brandweerman erkent dat er weleens een traan vloeit. ,,Zo las ik gisteren over een brand in Duiven met drie dodelijke slachtoffers, dat zijn ingrijpende dingen. We hebben bij ons in de regio best veel verkeersongevallen, mede door de snelwegen A1 en A30, B-wegen in het buitengebied en een drukke spoorlijn."

Maarten zegt dat hij in het begin de kat een beetje uit de boom keek, maar dat hij al snel opgenomen werd in de groep. ,,Ik ben de jongste, maar dat gevoel heb ik niet. Dat is geweldig." Katten uit bomen halen, is overigens nog steeds weleens een taak voor de brandweer.

De jonge Barnevelder werkt overdag in de bouw bij KG Montage en is als vrijwilliger 's avonds en in het weekend beschikbaar voor de bandweer. ,,Mijn vader Evert en twee ooms Maarten en Marius zitten ook bij de bandweer. Bovendien hadden we een buurman die bij de bandweer zat. Als de pieper ging, zag je hem ook vertrekken. Die rode wagens, die hebben iets. Toen ik een jaar of twaalf was, ging ik er weleens op de fiets erachteraan om te kijken."

ADRENALINE Het geeft Maarten nu een stoot adrenaline als de pieper gaat. Hij maakte een paar keer een kleine brand mee, zodat hij kon leren op het gebied van de techniek. ,,Wat je op school leert, zie je dan in de praktijk. Een keer tijdens de jaarwisseling was er een brand die over kon slaan naar een ander pand. Ik hielp bij de slangen uitrollen en het nablussen."

Hij was er ook bij dat de ventilatie in een schuur was uitgevallen, zodat kalveren eruit gehaald moesten worden. Bovendien kwam hij voor het eerst in actie om iemand te reanimeren. Het lukte hem uiteindelijk om die persoon te redden. ,,Dan is het stressniveau wel hoog", zegt Maarten, beseffend dat het ging om een zaak van leven en dood.

Elke maandagavond volgt Maarten lessen, naast thuis studeren. ,,Het is pittig, maar je weet waar je het voor doet. Het vraagt discipline en een goede motivatie." De hele opleiding voor de titel 'manschap A' duurt ongeveer anderhalf jaar. Floorijp vertelt dat vroeger de studie meer gemoduleerd ging. ,,Ik geef nu zelf opleidingen, waardoor je goed bij blijft, maar het is een hele kluif. Zeker als je overdag gewoon moet werken. Ze moeten je thuis wel steunen, maar je krijgt er erg veel voor terug. Ook steken we veel tijd in teambuilding."

Een grote brand die Floorijp zich herinnert was bij het papierbedrijf Gelria in 1996 (waar nu de Karwei is gevestigd). ,,Dat was een enorme brand. Daar zijn we drie dagen mee bezig geweest, terwijl ik er nog niet zo lang bij was. Dat was indrukwekkend. Gelukkig waren hier geen slachtoffers."

De ervaren brandweerman was in 2000 ook in Enschede na de vuurwerkramp, om collega-korpsen af te lossen. ,,Dat was echt indrukwekkend. Het leek wel oorlogsgebied. We zijn daar met een hele grote groep heen geweest."

NOOIT NACHTMERRIES Na een stevig ongeval denkt Floorijp er nog weleens aan, maar hij heeft nooit nachtmerries. Hij wijst naar de organisatie Collegiale Ondersteuning Brandweer, waar naderhand gesprek plaats vinden. ,,Zij herkennen problematische signalen. Later bellen ze nog weleens. Dat helpt absoluut. Mocht een externe therapeut nodig zijn, is die ook beschikbaar. Dat is qua zorgverzekering voor ons geregeld."

De tijd van de machocultuur is voorbij, volgens Floorijp, ook bij de brandweer. ,,Er mag gehuild worden. En als er taken zijn die je niet uit wilt voeren, kan dat. Dan zal iemand anders die taak overnemen en zul je niet voor watje uitgemaakt worden. We gaan respectvol met elkaar om."

Brandweermannen moeten wel fit zijn. Af en toe organiseren ze gezamenlijk een activiteit. In het gebouw is een honk waar je fysiek kunt oefenen. Er is wel een inspanningstest die elke brandweerman moet halen, waar elke stap van de brandweerinzet wordt doorlopen.

,,Je legt een parcours af waarin je onder meer drie keer een ladder op en af moet, een slag uitgooit, een pop sleept, gehurkt onder een tafel door loopt, met een stootijzer een bal meerdere keren omhoog stoot. Na dit parcours volgt nog een traplooptest met een loodvest van 20 kilo. Zowel het parcours als de traplooptest wordt gedaan met ademlucht op. Dat moet je binnen een bepaalde tijd doen, terwijl je hartslag in de gaten wordt gehouden." Officieren, belast met de coördinatie tijdens een inzet, hoeven alleen een fietstest te doen. Een maximumleeftijd bij de brandweer van 55 jaar is er niet meer. Zolang de fitheidstest wordt behaald, kan iedereen blijven.

Bij incidenten staat de eigen veiligheid van brandweermannen voorop. Toch verklaart Floorijp dat die grens weleens verlegd wordt, als bekend is dat er mensen in een brandend pand zijn. ,,Dan zijn we bereid om een zeker risico te lopen, maar het houdt een keer op. Er moet een keer een bevelvoerder of officier zeggen: tot hier en niet verder. We hebben hiërarchie en als het nodig is, wordt die toegepast."

De Barnevelders kennen films waar brand centraal staat, maar ze wijzen erop dat het realiteitsgehalte dan vaak gering is. ,,Bij 'Backdraft' lopen ze gewoon zonder ademlucht in een brandend gebouw. Als je daar zou lopen, gaat je huid al rimpelen. Dat kan niet."

ROOK GEVAARLIJKER DAN VUUR De rook is echter nog gevaarlijker dan het vuur. ,,De vlammen zie je, maar de rook soms niet zo goed. Je weet niet hoe zich dat ontwikkelt. Dat brengt een groot risico met zich mee", zegt Maarten. Zijn collega wijst erop dat je voor een paar euro een rookmelder in huis hebt. ,,Daar kun je een hoop ellende mee voorkomen. Wat mij daarom verbaast, is dat er nog steeds mensen zijn die ze niet in huis hebben. Gelukkig is er nieuwe regelgeving dat ze bij nieuwbouw verplicht zijn. En bedenk zelf een vast moment dat je de batterijen ervan verwisselt, zoals met het verzetten van de klok."

NATUURBRANDEN Natuurbranden maakte Floorijp ook mee, in de directe omgeving, maar ook verder weg. Zo staat hem de band bij Schoorl nog helder voor de geest. Hij is ook lid van het Heli-team Brandweer, om met zakken water (Bambi Buckets) onder een helicopter een natuurbrand te blussen. ,,Je kunt dit natuurlijk niet vergelijken met wat je nu in Australië ziet. Daar kun je bijna niet meer bestrijden, zo omvangrijk als dat is. Dat zijn enorm lange, hoge vlammen met heel veel stralingswarmte. Dan moet je zelf op grotere afstand staan om er tegen te kunnen. Een natuurbrand creëert zijn eigen wind, omdat het lucht aanzuigt waar zuurstof in zit. Daardoor krijg je hele rare luchtstromingen, zodat de brand heel onvoorspelbaar wordt."

De brandweer wordt vaker ingezet bij andere incidenten, zoals in het verkeer, dan om brand te blussen. Toch komen er minder vaak dramatische beknellingen voor dan vroeger, omdat de auto's volgens Floorijp beter zijn geworden. Hierdoor is het zwaardere gereedschap, zoals een hydraulische schaar, ook niet zo vaak meer nodig.

De Barneveldse brandweer valt onder de veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden, met vijf clusters. De posten regelen de meeste oefeningen lokaal. Daarnaast zijn er regionaal georganiseerde oefenmomenten. ,,Zo was vorig jaar regionaal georganiseerd dat alle ploegen konden knippen in een vrachtwagencabine. Dit was centraal georganiseerd op een oefencentrum in Arnhem."

Elke dinsdagavond oefent de brandweer op de kazerne en doet de brandweer ook mee aan wedstrijden, op kring en landelijk niveau. ,,We hebben in het verleden wel prijzen gewonnen, al ben ik zelf niet zo'n wedstrijdganger, omdat ik een aantal wedstrijden heb gespeeld die ik niet zo realistisch vond. Dat is de laatste jaren beter, maar ik ben niet zo van toneelstukjes opvoeren. Wedstrijden zijn wel leuk om er met z'n allen voor te gaan. In de regio heb je ook rivaliteit tussen de korpsen onderling."

De brandweerkazerne was in het verleden gevestigd aan de Nieuwe Markt en vanaf 2003 op de huidige plek. Sinds de zomer van 2019 is er ook een dependance in het centrum aan de Beekstraat. ,,Dat scheelt enorm in de uitruktijd. Onze plek langs de A30 is mooi, maar de meeste brandweermannen wonen in het centrum. Dus rij je naar de kazerne, stap je in de brandweerauto en rij je weer terug het dorp in. Dat is dubbel en eigenlijk zonde. Daarom is die dependance mooi, want dat scheelt heel gauw twee minuten tijd."

BRUCE SPRINGSTEEN Met een beetje fantasie is de lovesong 'Fire' van Bruce Springsteen toepasselijk op de liefde voor het brandweervak. Maarten zegt in dit verband dat hij eerst eigenlijk bij Defensie wilde werken, maar dat hij zich bedacht en koos voor de brandweer. ,,Dit omdat de inzet voor de maatschappij dichter bij dan bij Defensie."

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding