In januari 1945 werd de St. Antoniusschool permanent ingericht voort de huisvesting van geëvacueerde gezinnen uit de regio Arnhem.
In januari 1945 werd de St. Antoniusschool permanent ingericht voort de huisvesting van geëvacueerde gezinnen uit de regio Arnhem. Gemeentearchief Barneveld

Huisvesting van evacués, de Centrale Keuken en de arrestatie van Beute

13 januari 2020 om 14:00

Door verraad ontdekte de Sicherheitsdienst (SD) waar de toen al bestaande Stichting 1940-1945 vergaderde. Bij een inval op 12 januari 1945 werd een aantal kopstukken uit het verzet gearresteerd en later nog eens Walraven van Hall en F. Nieuwenhuijsen. Van Hall werd op 12 februari gefusilleerd. Een dag later drong koningin Wilhelmina er bij koning George VI en de Amerikaanse president op aan om een aparte militaire operatie uit te voeren om West-Nederland te bevrijden. Haar verzoek had te maken met de precaire voedselsituatie in dat deel van ons land. Op 15 januari kreeg iedere Amsterdammer 3 kilo suikerbieten toegewezen, bij gebrek aan aardappelen. Die zelfde dag prees secretaris-generaal Van Geelkercken de uitstekende resultaten van een groep van 140 landwachters bij een actie tegen onderduikers en terroristen in Otterlo. Minister-president Gerbrandy dreigde koningin Wilhemina dat hij opstapte indien ze niet snel minder eigengereid gaat optreden. Achteraf werd zijn brief niet verzonden, nadat de koningin hem uitnodigde voor een persoonlijk gesprek.

HUISVESTING VAN EVACUÉS Begin januari besloot de Contactcommissie van het Barneveldse Rode Kruis om de St. Antoniusschool permanent in te richten voor de huisvesting van enkele gezinnen. De bovenzaal werd tot recreatiezaal bestempeld en de benedenlokalen tot (onverwarmde) slaapzalen. De bedden zouden, mits het Bureau Afvoer Burgerbevolking (BAB) daarmee akkoord ging, worden afgehaald bij het Centraal Magazijn in de Wijnfabriek van Cozijnsen aan de Stationsweg. De Openbare School aan de Bouwheerstraat bleef ook als quarantaine-inrichting fungeren: 'Daar kunnen alleen ontsmette personen verblijven’. De Vaktekenschool aan de Langstraat (nu Scapino) werd bestemd om zogenaamde ‘doortrekkers’ tijdelijk onderdak te verschaffen. Een paar ‘vaste klanten’ moesten daar nu weg: ‘Geven we die het al te geriefelijk en warm, dan raken we ze niet kwijt, maar blijven ze hier hangen’. De school kreeg vervolgens mannen- en vrouwenzalen. Leden van het Rode Kruis uit Huissen – eveneens geëvacueerden – deden als schoolwacht dienst.

Tijdens de op 10 januari gehouden vergadering van het Barneveldse Rode Kuis werd bekendgemaakt dat de Duitsers de kribben in de wijnfabriek gevorderd hadden. Behalve de slaapgelegenheid was ook de verlichting in de verschillende schoolgebouwen een groot probleem. Met de Gemachtigde voor inbeslaggenomen Goederen zou worden onderhandeld over de beschikbaarstelling van lampolie en kaarsen.

Een week later werd besloten om de Landbouwschool – toen nog gevestigd in de Jan van Schaffelaarstraat – voor ‘a-socialen’ in te richten: ‘(…) want dergelijke menschen kunnen we op heden niet afvoeren’. De al eerder genoemde overnachtingsgelegenheid voor doortrekkers, de Vaktekenschool, kreeg nu vier afdelingen: mannen- en vrouwenzalen voor nette en minder nette mensen. De commissie besloot ook om de opzichter van de schoolwachten, de heer Van de Pol, een compliment te geven voor de door hem verrichte werkzaamheden.

CENTRALE KEUKEN Per 1 januari 1945 viel ook de voedselvoorziening officieel onder de taken van het gemeentebestuur en de commissie besloot op 3 januari te gaan praten over uitbetaling van een vergoeding aan de meisjes die dagelijks de vele boterhammen sneden en smeerden. De Centrale Keuken viel onder de regionaal Leider der Massavoeding, uitgaande van het Rijksbureau Voedselvoorziening in Oorlogstijd. Dit was de heer J. Vermeulen, die ook tot hoofd van de Centrale Keuken in Barneveld was aangesteld. De administratie was ondergebracht in het pand Nieuwstraat 32. Ook het adres Schoutenstraat 9, het kantoor van de firma Koudijs, werd wel als secretariaatsadres genoemd. Op het adres Van Heuvenlaan 9 was het kantoor van de Groenvoorziening gevestigd.

Zo af en toe hadden de inwoners van Barneveld een smakelijk meevallertje. Gonny Noorlander vermeldde op zondag 14 januari in haar dagboek: ‘We hebben vanmiddag kip gegeten, want de meeste kippen moeten afgeslacht worden. De vermeerderingsbedrijven mogen er maar 50 in 't geheel meer houden, de rest moet allemaal geleverd worden, ze krijgen geen voer meer.’

DE LUCHTOORLOG Ofschoon er aan het front in ons land ogenschijnlijk weinig gebeurde, was er wel degelijk sprake van activiteiten die te maken hadden met de bevrijding van het nog bezette gedeelte daarvan.

Zo moest het ‘verzet’ worden gecoördineerd, er wapens worden gedistribueerd en de Duits troepen bespioneerd. Voor zover er geen geheime operaties vanuit het al bevrijde deel van ons land konden worden uitgevoerd, waren de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) afhankelijk van (wapen)droppings. Zoals al eens eerder in deze serie werd vermeld, boekten ze daarbij niet altijd succes. In de nacht van 14 op 15 januari hing er zoveel mist boven de ‘droppingsplaats SAS Fabian 18’ dat de piloot van een Stirling bommenwerper van het 570 Squadron RAF, Wingcommander Bunker, onverrichter zake moest omkeren.

Ook de geallieerde aanvallen op wegen en spoorlijnen gingen door. Op 16 januari werd de negentienjarige koetsier Meindert Idzerda op de Apeldoornsestraat in Voorthuizen dodelijk getroffen door een ‘vliegtuigprojectiel’, zoals het officieel op zijn overlijdensbewijs werd vermeld.

DE ONDERGRONDSE Het lokale verzet werd op donderdag 17 januari een enorme klap toegebracht door de arrestatie van Jan Hendrikus Beute. De SD liet hem via concentratiekamp Amersfoort naar Neuengamme overbrengen. Gonny Noorlander vermeldde hierover in haar dagboek: ‘We hebben vanmiddag hier een vreselijke middag gehad. De Sicherheitspolizei heeft bij Beute huiszoeking gedaan en heel wat in de auto's gesleept en tot overmaat van ramp hebben ze Beute, mevrouw en Tine en drie andere mannen in hechtenis genomen’. Beute was in Barneveld groepscommandant van de Marechaussee. Tijdens de oorlog koos Beute voor het verzet tegen de Duitsers. Hij maakte in Barneveld deel uit van de Orde Dienst (OD), een van de vele verzetsgroepen die in de gemeente werkzaam was. Beute zocht onderduikadressen voor geallieerde piloten en anderen en begeleidde hen. Vaak haalde hij deze tijdens “Sperrzeit” op om in het Schaffelaarsebos met ze te gaan wandelen. Dankzij zijn uniform hadden de Duitsers dit aanvankelijk niet in de gaten. Ook met de levering van enkele handvuurwapens aan het verzet had Jan Beute te maken en ook hier speelde zijn beroep een voorname rol. Beute zou op 23 februari 1945 in het concentratiekamp Neuengamme (Wöbelin) aan de gevolgen van dysenterie overlijden.

De Geheime Dienst Nederland (GDN) Veluwe bracht op 128 januari een inlichtingenrapport uit, opgesteld door ‘Ludovicus’ en bestemd voor ‘Karel’ met informatie over de aanwezigheid van Duitse en Duitsgezinde eenheden in het rayon Amersfoort: ‘Terschuur: 20 man (landwacht); Voorthuizen: 120 man (infanterie 100 man en 20 man Landwacht); Barneveld: 240 man (infanterie 100 man, Landwacht 40 man en Grüne Polizei 100 man).

De wijnfabriek van Cozijnsen aan de Stationsweg – later Van Breugels Fabrieken – werd onder andere door het Rode Kruis gebruikt voor de opslag van bedden en dergelijke.
De meisjes die dagelijks vele honderden boterhammen smeerden hadden, volgens het Rode Kruis, recht op een kleine vergoeding.
De Vaktekenschool, het linkergedeelte van de latere confectiefabriek ‘Barcon’ aan de Langstraat (nu Scapino) werd door het Rode Kruis gebruikt voor de huisvesting van doortrekkers.
Een Stirling-bommenwerper van het 570e Squadron van de Royal Airforce.
Portret van Jan Hendrikus Beute, tijdens de oorlog groepscommandant van de Marechaussee en verzetsstrijder.