[-37-]
7 januari 2020 om 12:06
Helaas blijkt Wenen getroffen te zijn door een hittegolf, net als Nederland. Als ze rond een uur of vier aankomen, nemen ze een taxi naar hostel Wombats aan de Naschmarkt. Ze zijn moe en bezweet en hebben geen zin om via de bus en lopend hun weg naar het hostel te zoeken.
‘Zo, ik ben blij dat we op de plek van bestemming zijn,’ zegt Pien met een zucht als ze hun kamer binnenkomen. Ze delen de kamer met nog vier anderen die op dat moment niet aanwezig zijn. Willemijn zet haar zware rugzak op de grond en doet haar bergschoenen uit. Ze heeft zin om te douchen en iets luchtigs aan te trekken. Op de gang zijn de gemeenschappelijke badkamers, één voor dames en één voor heren. Gezien het tijdstip waarop ze aangekomen zijn, is het rustig in het hostel. De meeste gasten zijn nog in de stad. Ze besluiten om er samen ook op uit te trekken om een tentje te vinden waar ze iets kunnen eten.
In luchtige zomerjurkjes en op slippers lopen ze de Naschmarkt op. Pien heeft de reis goed voorbereid en weet een aardig restaurant op een kwartier loopafstand. Als ze even later aan een groot glas bier zitten, kijken ze elkaar tevreden aan.
‘En dan zitten we ineens in Wenen. Wat een topidee, Pien. Ik ben blij dat we gegaan zijn,’ zegt Willemijn en ze knikt haar vriendin warm toe. Ze weet best dat Pien dit ook doet om Willemijn wat afleiding te bezorgen. In de afgelopen maanden is Pien echt haar rots in de branding geweest en is hun vriendschap verder verstevigd.
‘Op een fijne vakantie,’ proost Pien terug met haar grote glas bier.
Ze hebben een paar mooie dagen. In het hostel ontmoeten ze leuke mensen met wie ze verschillende dingen ondernemen. Op de derde dag ontmoet Pien twee Franse mannen, die hen graag willen meenemen naar Schloss Schönbrunn, dat net buiten de stad ligt. Het kasteel waar keizerin Sissi heeft gewoond. Willemijn heeft niet zoveel met dat romantische verhaal, maar Pien bekent dat ze altijd de Sissi-films kijkt wanneer ze op televisie zijn.
‘Rick vindt ze oerstom en saai, maar ik vind het heerlijk. Die mooie jurken en het treurige verhaal van de jonge keizerin en moeder,’ zwijmelt Pien. De twee fransozen, Pierre en Henri, snappen natuurlijk niet waar ze het over hebben, maar knikken hen vriendelijk toe. ‘Zeg, die Pierre heeft volgens mij een oogje op jou,’ zegt Pien dan, terwijl ze Willemijn een duwtje geeft. Ze lopen met z’n vieren door het grote, weelderige park van het Schloss, nadat ze het vanbinnen met een gids bezocht hebben. Pierre gaat inderdaad iedere keer naast Willemijn lopen en probeert in hakkelig Engels een gesprek met haar te voeren. Henri is meer met zijn smartphone bezig. Willemijn is absoluut niet geïnteresseerd in Pierre of welke man dan ook. Ze begint aardig over Maarten heen te komen, maar heeft nog geen belangstelling voor iemand anders.
‘Ik vind Pierre niet zo aantrekkelijk, hij heeft vet haar en zijn adem stinkt naar knoflook,’ merkt Willemijn kattig op.
‘We moeten deze gasten maar snel dumpen, lijkt me,’ zegt Pien en ze kijkt om zich heen alsof ze de daad bij het woord wil voegen.
Ze reizen gezamenlijk terug naar het centrum van de stad, maar ze gaan niet in op de uitnodiging om samen te eten. De Franse mannen snappen al gauw dat deze twee Hollandaises niet in hen geïnteresseerd zijn en besluiten hun geluk elders te beproeven.
De laatste dag maken ze een uitgebreide wandeling door Wenen. Ze gaan zwemmen in het Badesschiff en strijken daarna neer bij strandbar Hermann met zand aan de Donau. Ze hebben prachtige dagen gehad waarin ze veel hebben gezien en meegemaakt. Willemijn stuurt regelmatig foto’s en berichtjes via de groepsapp naar haar familie en aan Jasper. Als ze moe maar gebruind en vol herinneringen weer terug is in Amsterdam, heeft Willemijn echt zin om met haar tweede studiejaar te beginnen. Ze heeft het gevoel dat ze over de breuk met Maarten heen is.
[Hoofdstuk 14
Het nieuwe schooljaar is begonnen. Tineke en Roos hebben in de laatste week van de vakantie samen het klaslokaal opgeknapt, de muren geverfd en een paar nieuwe posters opgehangen. Met deze nieuwe look kunnen ze voorlopig weer vooruit. Ook hebben ze samen de plannen tot aan de kerstvakantie doorgenomen.
‘Super, Tineke, om weer met jou samen te werken. Je merkt pas wat je mist als je het niet meer hebt,’ zegt Roos met pathos in haar stem. Ze zitten samen in het klaslokaal aan het bureau. Ze zijn net klaar met hun overleg, dat in een prettige sfeer is verlopen.
‘Ja, met de invaller voor de zomervakantie kon jij niet zo goed opschieten. Lag dat aan haar of ook een beetje aan jou?’ vraagt Tineke voorzichtig.
Roos denkt er even over na en zegt dan eerlijk: ‘Het lag ook aan mij. In die tijd was het privé echt heel onrustig. Ik had ruzie met Willemijn over de relatie met Hein die net een beetje begon. En dat vond ik ook heel spannend, na zeven jaar weer een vriend.’
‘En hoe is het nu?’
‘Hein en ik hebben een heerlijke zomer achter de rug. Verder ben ik heel blij met Bo. Het is alleen zo jammer dat het contact met Willemijn niet echt goed meer is,’ zegt Roos verdrietig.
‘Gaat het nog wel goed komen, denk je?’ Tineke legt haar hand op Roos’ arm.
[wordt vervolgd