Toen haar vader Gerard Cornelis Hamoen op 78-jarige leeftijd overleed, was Elisabeth Riphagen 38 jaar. In de aanloop naar diens dood sprak de Barneveldse dagelijks met haar vader over zijn onstuimige leven en de kanker die daar een einde aan maakte. Dertig jaar later verwerkte de auteur deze keukentafelgesprekken in haar vijfde boek ‘Stem van de stilte’.
In deze roman schetst Elisabeth het beeld van een man die tegen de achtergrond van twee wereldoorlogen en grote maatschappelijke veranderingen, onlosmakelijk verbonden was met zijn tijd. Zonder schroom, eerlijk en vol hartstocht vertelt Hamoen over de oorlogsjaren, de armoede waarin hij opgroeide en zijn ontluikende seksualiteit.