Alberta Vink: ,,Een mens is van oorsprong niet verkeerd. Ik doe niet mee aan het wijzen op de zonde van mensen en wil me niet druk maken over hemel of hel.''
Alberta Vink: ,,Een mens is van oorsprong niet verkeerd. Ik doe niet mee aan het wijzen op de zonde van mensen en wil me niet druk maken over hemel of hel.'' Pauw Media

‘In memoriam draagt bij aan rouwproces’

15 juli 2020 om 13:05 hartenziel

BARNEVELD Het overlijden van haar eigen vader vormde mede de motivatie om de uitvaartzorg in te gaan. Alberta Vink-Star (57) heeft haar wortels in Groningen, maar voelt zich in Barneveld ook al vele jaren thuis. Het thema verdriet ligt voor het oprapen, óók in haar eigen leven. Maar Alberta ziet altijd weer het licht.

Freek Wolff

U bent in Appingedam bij Delfzijl geboren. Uw vader was timmerman en u groeide op in een gezin met twee zussen en een broer. Wat voor herinneringen heeft u aan die tijd?

,,Toevallig was ik dit weekend bij mijn moeder die zeventien jaar geleden naar een appartement in Appingedam verhuisde. We gingen even toeren door het Groningse land en toen reden we door Holwierde, het dorp waar we jarenlang hebben gewoond. Al lange tijd had ik het verlangen om nog eens te kijken hoe het ouderlijk huis er nu uitziet. Mijn vader had die woning ooit helemaal opgeknapt, tot een riante woonplek voor ons gezin. Nu zag ik daar een bouwcontainer staan en toen ik in gesprek raakte met de nieuwe bewoner, bleek dat de naam van mijn vader tevoorschijn was gekomen achter de open haard. Hij had dat met potlood in blokletters op de muur geschreven, met de datum er nog bij (toont foto op telefoon). Ik krijg het er nog koud van, want mijn vader is ruim twintig jaar geleden overleden. Dit vond ik heel bijzonder, omdat ik al zo lang met die wens rondliep om daar nog eens te kijken. Dat kan geen toeval zijn toch?”

Dus is er meer tussen hemel en aarde?

,,Jazeker. Ik vond dat een cadeautje. Zoiets noem ik een dag met een dikke paarse rand (haar favoriete kleur, red.). Deep Purple, al houd ik niet van de rockband met die naam (lacht). Wel vind ik ‘Purple rain’ erg mooi, een liedje dat tijdens uitvaarten weleens te horen is. Ik zing zelf ook heel graag.”

Dat doet u met anderen?

,,Inderdaad. Ik zing al bijna veertig jaar in een close harmony groep in de barbershop-stijl. We zingen altijd vierstemmig a capella. Ik ben nu bij de groep Building Bridges, een samengesteld koor met achtenveertig vrouwen uit heel Nederland. Met barbershop gebruik je veel septiem-akkoorden, wat een beetje een wringende klank geeft, maar dat is juist de charme. In Nederland doen niet veel koren dit.”

Welk lied vindt u het mooist?

,,’The rose’ van Bette Midler. Dat gaat over het mooie leven, maar ook over doornen die aan de steel zitten. Die kunnen pijnlijk zijn, terwijl in de bloem de hoop en wens zit dat het beter wordt. Het leven bestaat uit seizoenen, waarin de roos op termijn weer gaat bloeien. Dat zie ik breder. Het leven heeft ups and downs, zo hebben wij dat ook ervaren…”

Wat heeft u meegemaakt?

,,Mijn man Hans heeft drie jaar geleden een aneurysma gehad (verwijding van aderen, red.). Dat is kantje boord geweest. Zelf kreeg ik het fysiek ook voor mijn kiezen, want ik viel van de trap, had gecompliceerde botbreuken en kreeg een nieuwe knie. Onze dochter is twee keer aangereden toen ze fietste. Alles is godzijdank goed afgelopen. Je leert daarvan, want je leven wordt hier wel anders door, zeker toen mijn man die aneurysma kreeg. Hij was kerngezond. De verplegers in de ambulance namen het nog net op het juiste moment van me over toen we op weg waren naar het ziekenhuis. Het herstel was een lang proces, maar we zijn nog meer van elkaar gaan houden. Je wilt elkaar niet kwijt en je gaat bewuster leven. We beseften als gezin dat we een sterke band hebben. In zo’n situatie ben je extra op elkaar aangewezen. Je vormt een team. We konden inmiddels ook op onze kinderen Marlies en Erwin steunen.”

Komt u zelf uit een warm nest, vroeger bij uw ouders?

,,Ja, we mochten als kinderen eigenlijk best veel. We mochten ook naar de dorpsdisco. Mijn vader en moeder waren liefdevol en hadden oog voor ons. Vriendinnetjes waren altijd welkom. Je kon merken dat er liefde was tussen mijn ouders onderling. Zij waren lid van de gereformeerde kerk, gewoon synodaal.”

Uw vader is op 65-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval overleden. Wat deed dat met u?

,,Na een val brak hij zijn rug. Kort na de geslaagde operatie kreeg hij helaas een hartaanval, die is hem fataal geworden. Hij was net met pensioen, dat was heel tragisch en verschrikkelijk. Hij was een liefdevolle opa. Daarom was dit voor onze jonge kinderen heel heftig om mee te maken. Bovendien wilde ik bij mijn 64-jarige moeder zijn, maar door de afstand Barneveld-Holwierde, je gezin en je baan was dit niet eenvoudig. Dat vond ik moeilijk. Het had een grote impact op ons gezin.”

Die ingrijpende gebeurtenis motiveerde u mede om te gaan werken in de uitvaartzorg?

,,Ja, we kregen in het ziekenhuis nauwelijks de tijd om bij hem te zijn, want hij moest snel naar het mortuarium vervoerd worden. Het kwam er op neer dat we op moesten schieten, dat was een ervaring die me altijd bij is gebleven. Dat zou toch anders moeten kunnen. De nabestaanden moeten meer tijd krijgen voor het eerste stukje van het afscheid nemen. Dit kan helend zijn in het rouwproces.”

Kon u door dit soort gebeurtenissen het geloof vasthouden? Gaf dit steun?

,,Ik ben het geloof niet kwijtgeraakt. Wel ben ik erg opstandig geweest, want ik vond het zó gemeen! Het was een man die zijn hele leven gewerkt heeft en heel lief was. Dan is dit heel onbegrijpelijk. Je vraagt je af of je hier iets van kunt leren. Echt geen idee. Dat blijft ingewikkeld.”

Vindt u desondanks troost in het geloof?

,,Ja, zo zie ik het als een wonder als een vrouw zwanger wordt, terwijl ze dacht dat dit nooit meer kon gebeuren. Hoe diep een dal ook is, er gebeurt elke keer iets waardoor je weer opgebeurd wordt.”

U volgde de opleiding tot huishoudkundige, maar kon als negentienjarige geen werk in de provincie Groningen krijgen, dus solliciteerde u naar een baan in Harderwijk. Beviel dat?

,,Ik kreeg een baan op een huishoudschool en op zich was dat leuk. Maar het eerste jaar vond ik verschrikkelijk, ik wilde wel kruipend terug naar Groningen, want ik had in Harderwijk eerst nog geen sociale contacten. Toen ik in Harderwijk mensen leerde kennen, werd dat beter. Maar ik kon er niet blijven en kreeg daarna een baan op kasteel De Schaffelaar in Barneveld, waar destijds buitenlandse studenten gehuisvest werden. Hier werd ik hoofd van de huishouding. Daar leerde ik mijn man Hans kennen. Hij woonde destijds in Kootwijkerbroek. We zijn in Barneveld gaan wonen. Toen de kinderen klein waren, had ik tien jaar een administratieve baan bij Boon Sloopwerken, een geweldige werkgever. Toch ging ik solliciteren, omdat ik het werken met mensen miste. Daarna ben ik twee jaar voedingsassistente geweest in het oude Elisabethziekenhuis in Amersfoort. Vervolgens kon ik in Barneveld zorgassistente worden bij De Vlinder van De Rozelaar, waar mensen met een beperking wonen. Later kwam ik - na mijn heftige val - bij het UWV terecht. Een medewerker vroeg wat ik het liefst zou willen doen. Ik zei dat ik graag in de uitvaartzorg wilde werken, waarna ik een opleiding voor dit vak ging doen. Intussen heb ik nog als wijkteamondersteuner bij Icare gewerkt.”

Vervolgens richtte u Infina Uitvaartzorg op, samen met Jan Torn, omdat hij die wens ook had. Nu is dat bijna een jaar geleden. Wat geeft voldoening in dit werk?

,,Dat je er voor mensen kunt zijn in een hele verdrietige periode. Door hen te ontzorgen van alle praktische zaken, zodat zij zich kunnen richten op waar het op dat moment om gaat: het verdriet, het gemis en de pijn. Maar ook om hen proberen te ondersteunen in het rouwproces, dat ze er de tijd voor nemen. Jij gaat na waar nabestaanden behoefte aan hebben. Het is superbelangrijk dat een rouwproces goed begint. Dat je in de eerste fase onder ogen ziet dat iemand echt overleden is. Er moet zoveel geregeld worden.”

U wordt geconfronteerd met tragiek en verdriet, waar Gods bedoeling ongrijpbaar is. Waarom spreekt het geloof u dan toch aan?

,,Ik zie God als Schepper van hemel en aarde. We zien elke keer toch mooie dingen gebeuren en dat kan niet zomaar zijn. Ondanks alle nare, moeilijke dingen in het leven, ervaar ik dat God liefde is. Het leven is zeker niet altijd leuk, maar ik probeer toch de zonnige kanten van het leven in te zien. Om mijn werk goed te kunnen doen, heb ik een goede achterban, met wie ik kan praten. Ik wandel veel en dan kan ik enorm de waarde van het leven zien. Daar word ik blij van.”

Gelooft u in een leven na dit leven?

,,Ja, ik denk dat er een hemel is, al weet ik niet of ik daar mijn vader weer zal zien. Met het oog op het hiernamaals is er voor mij geen verschil tussen mensen die goed of slecht geleefd hebben. God is altijd vergevingsgezind. Hij sluit geen mensen uit. Ik zie altijd nog de goedheid van mensen. Het overkomt iedereen dat je op je ziel wordt getrapt, maar er zit in elk mens iets goeds. Daar probeer ik voor open te staan. Dat krijg je ook mee vanuit je opvoeding. Mijn moeder zegt altijd: ‘Houd vrede met iedereen’ en ‘Uw vriendelijkheid zij bij alle mensen bekend’. Dat is belangrijk. In mensen zit niet zo gek veel kwaad.”

Dus u onderschrijft ‘De meeste mensen deugen’, een boektitel van Rutger Bregman?

,,Ja, ik denk dat dit zo is. Dat mensen nare dingen doen, gebeurt vaak door invloeden van buitenaf. Een mens is van oorsprong niet verkeerd. Ik doe niet mee aan het wijzen op de zonde van mensen en wil me niet druk maken over hemel of hel. We leven nú en dit is ons gegeven. We mogen er zijn en probeer daar dan het beste van te maken.”

U spreekt ook bij uitvaarten, als dit gewenst is. Dan heeft u toch een soort predikantstaak. Hoe pakt u dat aan?

,,De familie bepaalt wat ze willen vertellen over de overledene. Dan schrijf ik een soort levensverhaal. Met een in memoriam doe je recht aan het leven van de overledene. Je zet hem of haar nog één keer in het licht, met muziek en woorden. Je eert de overledene en doet recht aan die persoon. Dat is heel belangrijk voor de nabestaanden. Zij doorleven en voelen het leven van de ander, ook door het eerst aan mij te vertellen. Dat draagt bij aan het rouwproces, omdat ze vaak in de verleden tijd spreken en de persoon beter los kunnen laten. ‘Over de doden niets dan goeds’ wordt er vaak gezegd, maar ik ben van mening dat ook de minder goede kanten aan de orde kunnen komen. Als dat maar op een respectvolle manier gebeurt.”

U heeft een armband met veel bedeltjes. Hebben die betekenis?

,,Jazeker. Ze schetsen symbolisch het verhaal van mijn leven. Je ziet de Martinitoren, een molen, babyvoetjes, letters van de kinderen, een ezel (die zich niet aan dezelfde steen stoot), een Groninger molleboon (bijnaam voor Groningers), een vlinder, een hamer (van mijn vader), een paddenstoel, een Barneveldse kip, een wekker, een hartje en een kruis.”

Is er nóg een lied dat u erg mooi vindt?

,,’How great Thou art’, a capella gezongen door vier Amerikaanse zangeressen die zich GQ noemen. Je kunt en mag zingen over de grootheid van God, ondanks alles. Ik kreeg dit van mijn ouders mee, terwijl je in het leven natuurlijk van alles meemaakt. Dat vormt je tot de persoon die je bent. Je bent in ontwikkeling.”

Alberta Vink
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie