Quinn de Haas in actie met zijn stuntstep.
Quinn de Haas in actie met zijn stuntstep. Pauw Media

Quinn (11) moest met spoed naar het ziekenhuis: ‘Met diabetes ben je niet zielig’

24 december 2021 om 09:54 Mensen Tips van de redactie

BARNEVELD Quinn de Haas (11) uit Barneveld werd in september ziek. Erg ziek. Gelukkig belandde hij net op tijd in het ziekenhuis, waar de diagnose diabetes type 1 snel werd gesteld. Tegenwoordig kan hij alles weer en is hij een voorbeeld voor andere mensen met suikerziekte.

Ik mag als enige mijn mobiel gebruiken in de klas, omdat ik de suikerwaarden in mijn bloed moet meten. M’n ziekte heeft dus ook voordelen’’, lacht Quinn, leerling van groep 8 van basisschool De Branding. Hij vindt het helemaal niet erg om een beetje anders te zijn dan zijn klasgenoten. ,,Sommigen vinden het zielig dat ik steeds moet prikken, maar dat doet helemaal geen pijn hoor. Ik heb er geen last van.’’

ALARMBELLEN Van een actieve tiener die bruiste van de energie veranderde Quinn in de loop van het jaar geleidelijk in een futloze jongen die vaak moe was, steeds dorst had en kilo’s afviel. ,,In eerste instantie dachten we dat het door de groei kwam’’, vertelt Cindy van de Krol, de moeder van Quinn. ,,Op zich is het natuurlijk niet gek dat iemand lekker op de bank ploft na een middag en avond fanatiek steppen op de skatebaan. En de dorst en het afvallen vonden we in eerste instantie ook verklaarbaar door het vele buiten spelen.’’

In september, na een schoolkamp, begonnen de alarmbellen pas echt te rinkelen. Quinn: ,,We gingen op de fiets naar Otterlo en het lukte me niet om de Goudsberg op te fietsen. Halverwege moest ik afstappen, mijn bovenbenen waren helemaal verzuurd. Tijdens het kamp had ik hoofdpijn en buikpijn en voelde ik me helemaal niet lekker. De juf zag dat ik suf en moe was en heeft dat aan m’n moeder doorgegeven.’’

Cindy: ,,Op basis van de klachten vermoedden we toen al dat Quinn wel eens diabetes kon hebben. Dat werd bevestigd toen we naar een vriendje gingen, bij wie al eerder de diagnose suikerziekte was gesteld. We mochten zijn meter gebruiken en dat apparaat schoot meteen naar ‘high’. Toen zijn we snel naar de huisarts gegaan en die verwees ons meteen door naar de eerste hulp.’’

Quinns situatie was zorgelijk. ,,Hij was erg versuft en zo dun als een grassprietje. Het had weinig gescheeld of Quinn was in coma geraakt’’, blikt zijn moeder terug op woensdag 22 september, de spannendste dag van het jaar. ,,Door het insulinetekort was zijn lichaam vetreserves gaan verbranden en daarbij komen zogeheten ketonen vrij. Als je te veel van deze stoffen in je lichaam hebt, word je erg ziek. In het ergste geval kunnen er zelfs lichaamsfuncties uitvallen.’’

ERNSTIG Drie dagen lang lag de jonge Barnevelder in het ziekenhuis. ,,In het begin schrok ik wel dat het zo ernstig was’’, blikt Quinn terug. ,,Ik moest meteen aan een infuus en de verpleegsters kwamen dag en nacht langs om bloed te prikken. Al mijn vingers deden zeer. Maar gelukkig ging het elke dag iets beter. Na een dag kon ik alweer TikTokken en de Donald Duck lezen. Ik kreeg allemaal berichtjes van mensen die zich zorgen maakten en mijn klas stuurde  een mooie kaart.’’ Zijn ouders waren erg opgelucht toen Quinn na drie dagen weer naar huis mocht. ,,Hij mocht een dag eerder, omdat hij zo goed kon prikken en spuiten’’, zegt Cindy trots.

In het ziekenhuis in Ede staat de positief ingestelde Quinn tegenwoordig bekend als een voorbeeldpatiënt. Voor iedere maaltijd spuit hij thuis of op school zelfstandig insuline. ,,Dat went snel hoor. Ik spuit als het moet zelfs midden in de McDonalds. Het doet helemaal geen pijn en is niet moeilijk. Het meten van de bloedwaarden is ook super makkelijk.’’ 


METEN Tijd voor een demonstratie. Quinn opent een app en houdt zijn telefoon voor het apparaatje dat is ingebracht in z’n linkerbovenarm. Het resultaat van de meting wordt meteen zichtbaar op de telefoon. ,,Soms zit ik - bijvoorbeeld tijdens het voetballen - te laag en moet ik even wat Dextro eten. Daarna voel ik me al snel beter en kan ik gewoon verder voetballen met mijn team SDV Barneveld JO-12. Dat gaat gelukkig weer een stuk beter. Voordat ik wist dat ik suikerziekte had, deed ik ook mijn best, maar soms kon ik bijna niet meer rennen omdat ik zo moe was.’’ Cindy: ,,Ik heb die app ook op de telefoon en en als de waarden niet goed zijn, gaat er keihard een alarm af. Ik ben al een paar keer flink geschrokken tijdens een vergadering op m’n werk, haha.’’

Nu haar zoon is opgeknapt, ziet ze duidelijke verschillen met de eerste maanden van het jaar. ,,Quinn is een compleet ander kind. Hij heeft veel energie en ziet er weer gezond uit. De manier waarop hij met zijn chronische ziekte omgaat, heeft ons als ouders echt gerustgesteld. Het gaat zelfs zo goed dat hij in januari een pompje krijgt, dat de insulinetoevoer reguleert. Dan hoeft hij zelf niet meer te spuiten.’’ 

,,Dat is echt een slim apparaatje’’, zegt Quinn stoer. ,,Het is zo intelligent dat het kan leren op welke dagen ik veel beweeg en minder insuline nodig heb. Cool hè! En wie weet wat ze in de toekomst nog allemaal kunnen doen tegen suikerziekte. Laatst zag ik op het Jeugdjournaal dat ze zelfs al aan het testen zijn met een nep alvleesklier.’’

DOMME PECH Voordat hij op pad gaat met zijn stuntstep heeft de jonge Barnevelder nog een tip voor andere kinderen met diabetes type 1. ,,Het is domme pech en je moet jezelf niets kwalijk nemen. Als je er het beste van probeert te maken, kun je hetzelfde doen als alle andere kinderen.’’

Diabetes in het kort

Eén op de veertien Nederlanders heeft last van diabetes (suikerziekte). Dit is eenziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dat gebeurt bij gezonde mensen heel precies, met het hormoon insuline.

Twee belangrijke soorten diabetes zijn diabetes type 1 en diabetes type 2. Ze hebben allebei te maken met insuline en bloedsuiker, maar zitten heel verschillend in elkaar. Diabetes type 2 komt verreweg het meeste voor.
De alvleesklier van mensen met diabetes type 1 maakt zelf veel te weinig insuline aan. Dat komt doordat het afweersysteem de cellen vernielt die insuline aanmaken. Daarom moet je met diabetes type 1 insuline inspuiten of een insulinepomp dragen.

Bij diabetes type 2 heeft het lichaam te weinig insuline. Bovendien reageert het niet meer goed op insuline: dat heet ongevoeligheid voor insuline. Mensen met diabetes type 2 krijgen meestal voedings- en bewegingsadviezen, aangevuld met medicijnen. Soms moet iemand ook insuline spuiten.
(Bron: Diabetes Fonds)

Geertjan Jansen

Quinn in september aan het infuus in het ziekenhuis. Hier voelt hij zich al weer iets beter.
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie