Van links naar rechts: Bart van den Brink, Willem van Westerneng, Ben Heddes, Ciska de Jong, Kees Bouwman, Joost van Veldhuizen en Reinko de Vries. Wim Roskam ontbreekt op deze foto.
Van links naar rechts: Bart van den Brink, Willem van Westerneng, Ben Heddes, Ciska de Jong, Kees Bouwman, Joost van Veldhuizen en Reinko de Vries. Wim Roskam ontbreekt op deze foto. Pauw Media

Rijkszaadeest in Stroe kan museum worden met speciale gin

15 mei 2021 om 12:56 Maatschappelijk

STROE Er staat een monumentaal gebouw uit 1913 aan de Wolweg in Stroe, maar veel inwoners van dat dorp weten niet waar het voor diende. Van oudsher huisde hier de Rijkszaadeest, een plek waar Staatsbosbeheer (SBB) zaden uit dennenappels haalde, voor de aanplant van nieuwe bomen. Deze week is een stichting opgericht die van dit cultureel erfgoed een museum wil maken én waar de zaden ook worden gebruikt voor een heuse gin.

Proost! De zeven stichtingsleden nemen een slok van de allereerste borrel, gebrouwen als product van de dennenkegels. De Stroese vrijwilligers zitten in een van de twee schuren waar de boomvruchten verzameld worden en te drogen liggen. Er is zelfs gebak om de oprichting te vieren, dus de stemming is goed.

,,Met vrijwilligers hebben we een aantal weken geleden de dennenappels geplukt in dit bos. Die zijn gedroogd en daar is dit drankje van gemaakt. Ja, dit is stevig spul!” Aan het woord is Joost van Veldhuizen, de voorzitter van het bestuur en de man die de kar trekt. In het dagelijks leven maakt hij vooral designmeubels.

DENNENKEGELS De rijkszaadeest is een bijzondere naam die om uitleg vraagt. De rijksoverheid (rijks) verzamelde zaden (zaad) om te drogen (‘eest’), zodat SBB op nationaal niveau een herbebossingsprogramma uit kon voeren. ,,Want in 1850 hadden we nog maar één procent aan bos over in Nederland. Er was veel hout gekapt voor schepen en daarna voor het gebruik in de mijnen. Wat er nog aan bomen stond waren vooral loofbomen. Naaldhout groeit vlot, dus werden er in ons land naaldbomen geïntroduceerd, vooral de grove den”, legt Joost uit.

Het eigen terrein van zo’n vijf hectare fungeerde als het opkweekbos, waar verschillende soorten naaldbomen groeiden. De dennenappels hiervan werden getest en veredeld, van grove den tot sparren. Daar en op andere plekken werden dennenkegels verzameld en in de kegelschuren aan de Wolweg gelegd om te drogen. In de grote oven in het gebouw gingen de dennenappels open. Er kwamen plusminus vijftig zaden per kegel vrij die netjes werden opgevangen, opgekweekt en gepoot in gebieden waar naaldbos gewenst was. Omdat het werk arbeidsintensief was, kwam de waarde van een flinke pot met zaden neer op zo’n duizend gulden, in die tijd een enorm bedrag.

BOSAANPLANT Begin jaren zeventig in de vorige eeuw stagneerde het werk in de Rijkszaadeest. Sindsdien is er niets meer gedaan met het pand, zodat alles exact intact bleef. SBB bleef eigenaar. Totdat enkele vrijwilligers uit Stroe in 2012 de inspiratie vonden en toestemming kregen om de vervallen staat van de apparatuur en het interieur te gaan restaureren. Dat deden (onder anderen) Willem van Westeneng en Ben Heddes de afgelopen negen jaar met groot enthousiasme en vervolgens vroegen ze - bij toeval - aan dorpsgenoot Joost van Veldhuizen of hij ideeën had om nog meer te doen met de markante plek.

SBB wilde geen geld investeren in het gebouw en dus werd gezocht naar een inventieve manier om leven in de brouwerij te krijgen. Want de Stroeënaren vinden het jammer dat er niets meer gedaan wordt met het bijzondere gebouw dat vlak achter het viaduct van de A1 ligt. ,,Het is erg mooi en de schuren zijn ook fantastisch om te zien. Hooguit één keer per jaar is het open tijdens Monumentendag. Wij willen zorgen dat het toegankelijk wordt voor de dorpsbewoners en andere mensen die het interessant vinden. Onze vrijwilligers kunnen dan een prachtige rondleiding geven, want er is van alles over te vertellen en veel te zien. Bovendien is bosaanplant een actueel onderwerp in het licht van de klimaatontwikkeling. De overheid heeft een bosstrategieplan ontwikkeld, zodat er in 2030 tien procent meer bos is in ons land. Dat moet 400.000 hectare in totaal worden. Als het even kan willen we daar met de Rijkszaadeest een klein steentje aan bijdragen. In elk geval ook door de bewustwording op gang te brengen en met het doel om op een professionele manier de kegels te verzamelen, te drogen en de zaden op te vangen. Het is een idealistische hoop en visie. Hoe realistisch, dat zullen we zien”, legt Joost uit. Naast dat proces hoopt hij dat het publiek ook langs kan komen om de locatie als museum te bekijken en er een kopje koffie te drinken.

OP ÉÉN LIJN Tot nu toe nam het proces om met de partners tot de stichting te komen anderhalf jaar in beslag. Een manager van SBB staat nu ook achter het plan, waardoor er meer vaart in zit. Verder moeten de gemeente, de provincie en monumentenzorg er iets over zeggen. ,,Nu zitten we op één lijn. Om de kosten te dekken en het hier aantrekkelijk te maken, was er een nevenfunctie nodig. Die hebben we gevonden in het maken van sterke drank. We zitten nog in een testfase met de lokale stoker Jack Bunt. Want het is een vak apart, waar veel geduld voor nodig is. Aan de gestookte alcohol wordt zuiver spul toegevoegd uit het bos, zoals meidoorn, engelwortel, vlier, brandnetel, berkenblad, jeneverbessen, bosbessen en lijsterbessen.”

CIRCULAIR Joost verklaart dat een oude gaskachel nu de oven nog verwarmt en dat dit veel energie kost. Dit is een element waar nog verandering in moet komen. ,,We hebben een innovatieve manier gevonden om met de restwarmte van de distilleerketels de droogoven te verwarmen.”

Het geheel moet een circulair verhaal worden, laat Remko de Vries weten. Hij is de enige niet-Stroeënaar van de stichting en maakt deel uit van het dagelijks bestuur. Hij is gevraagd om bij te dragen aan het beleid, de organisatie en de samenwerking met SBB. ,,De schuren worden in ere hersteld, de dennenappels worden geplukt en gedroogd, het zaad wordt gebruikt voor onder meer nieuwe bomen, waarna er weer kegels zullen groeien. En zo is de cirkel rond.” Per verkochte fles met drank wordt drie euro gereserveerd om één vierkante meter grond (in Nederland) aan te kopen, wat als natuurgrond gebruikt zal worden om weer dennenkegels te verzamelen.

ONBEKEND TERREIN Bart van de Brink is ook vrijwilliger van de stichting. ,,Voor veel Stroeënaren is dit gek genoeg onbekend terrein. Ik vind dit een leuk initiatief, want ik vind het belangrijk dat dingen uit vroeger tijden in stand worden gehouden. En dat dit gebouw toegankelijk wordt voor iedereen, inclusief de jeugd.” Ciska de Jong is ook enthousiast. Zij zet zich vooral in voor de hand-en spandiensten van de stichting. ,,Dit oude spul vind ik gewoon mooi.”

Kees Bouwman denkt dat het toekomstige museum ook een positief effect kan hebben op meer recreanten en dat lokale winkeliers en de horeca hier van kunnen profiteren. Hij woont nog niet zo heel lang in Stroe en ziet zijn vrijwilligerswerk ook als manier om meer in contact te komen met de dorpsinwoners. Kees is van plan het gras te gaan maaien en te helpen met schilderwerk.

Ben Heddes is gepensioneerd timmerman, vroeger actief bij het bouwen van graansilo’s. Willem van Westeneng is de man van het ijzer. Hij was vroeger werkzaam met kaasbehandelingsmachines. Met z’n tweeën konden de mannen de afgelopen jaren hun hart ophalen bij het renoveren van de Rijkszaadeest. ,,Het was niet eens in zo’n slechte staat, maar nu werkt álles weer in dat witte gebouw. Daar hebben we negen jaar over gedaan.”

RONDLEIDING Heddes en Van Westeneng geven nog even een rondleiding. Als ze de deur openen zeggen ze dat het flinke gebouw destijds voor 12.000 gulden gebouwd kon worden. Op de begane grond is een ruimte waar vroeger de kolen/cokes (restproduct van stookgas) in een kachel gebruikt werden om het water voor de oven te verwarmen. Nu staat er een verwarmingsketel. Er lopen dikke ijzeren leidingen naar boven naar de oven, die de heren met isolatiemateriaal inpakten. In het grote kolenhok hangen de klimmaterialen die gebruikt werden om de dennenappels uit de bomen te plukken, zoals plukzakken, veiligheidsgordels, touwen en katrollen. ,,Nu doen ze dat allemaal met een hoogwerker, maar toen klommen die mannen de boom in.”

Een trap waar duidelijk heel veel voetstappen op gezet zijn, leidt naar boven waar de grote droogoven staat. In enorme houten lades liggen de kegels. Aan de zijkanten zijn leidingen te zien waar het hete water door moet stromen, net als bij een centrale verwarming in een woonhuis. ,,Het duurt ongeveer drie tot vier dagen om de oven met lades op te warmen tot zestig graden. Daarna gaan de vleugels van de kegels open staan en kunnen de zaden eruit.”

KACHELHOUT Die laatste stap gebeurt door de kegels in een gat te gooien, waarna ze in een trommel (soort grote hamsterkooi) vallen, waar de dennenappels rond rollen en de zaadjes er tussendoor vallen. Dit apparaat werkt eigenlijk als een zeef. De mannen laten zien dat het nog werkt, want de trommel draait rond, waarna de zaadjes zorgvuldig opgevangen worden en in potten verzameld. De kegels gingen vroeger in zakken en werden gebruikt als kachelhout.

Het duo toont nog even het takelsysteem aan de voorkant van het gebouw, waarmee de kegels naar boven werden gehesen. Het mechaniek met onder meer platte aandrijfriemen werkt weer uitstekend. Een leuk en actief onderdeel bij een rondleiding. Daarom zijn de bewegende delen afgeschermd met roosters, om de veiligheid te waarborgen wanneer er publiek komt kijken.

TREKPLEISTER Niet zonder trots wijzen de heren erop dat de hele Veluwe beplant is met zaden die uit Rijkszaadeest komen. Een hoekje met een kleine tentoonstelling laat de bazen zien die destijds de scepter zwaaiden over de organisatie. Dat waren in chronologische volgorde: Aalt van de Steeg, Hendrik van Veldhuizen en Andries Vos. Hun portretten hangen naast een getuigschrift, testbuisjes, bomenplaatjes, een oude begroting, een weegschaal en diverse typen dennenappels, van groot tot klein. In de ontvleugelkamer werden de zaadjes ontdaan van de ‘vleugels’. Dat was een lastig karwei, maar de schudzeefmolen is daarbij een handig stuk gereedschap. Daar kwam een einde aan een flink proces, met kostbare zaden als eindresultaat, want die gingen zelfs op schepen naar het buitenland.

De Stroese rondleiders tonen als uitsmijter nog even de zogenoemde monsterbuis. ,,Net als nu wilden sommige mensen je weleens voor de gek houden. Met dit apparaat kon je ook onderin een zak zien of er zand of iets anders in zat.”

De zaadeest moet een toeristische trekpleister worden. Als museum, als proeflokaal, als mooie plek om even uit te rusten tijdens een fietstocht. Joost van Veldhuizen heeft er wel vertrouwen in dat de stichting dit kan realiseren. ,,Ik heb namelijk het idee dat we deze wereld mooier achter kunnen laten door haar groener te maken in de breedste zin van het woord. Als wij daar met de enige rijkszaadeest van Europa die nog in tact is een bijdrage aan kunnen leveren, dan doe ik daar graag aan mee.’’

Door Freek Wolff

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie