Op zaterdagavond veranderen onze plannen nog. In plaats van dat we zondagmiddag Evita thuis brengen na een logeerpartij, stelt Elbert voor ’s morgens met hem en Roan naar Hemelsbreed te gaan. Dat is een van de vele kleine gekleurde geloofsgemeenschappen die in de flats van de Bijlmer bijeen komen. Hemelsbreed huurt de locatie van het Bijlmer museum, voorheen buurtcafé De Nachtegaal. Elbert en Linda kwamen daar terecht omdat ze er als bijwoners van een project van Stichting Timon nu wonen. Na de koffie en voor de maaltijd gaat de voorganger verder in op de vraag hoe je als gezegende mensen voor anderen tot zegen kunt zijn. We ontdekken dat je niet eerst heel veel zegen van God moet ontvangen voordat je zegen over hebt om door te geven. Juist als je éérst ánderen zegent ontvang je zélf zegen. En tot zegenen bevoegd is niet alleen een dominee of priester. Iedere bezoeker krijgt tien wenskaarten mee om in de buurt te verspreiden. Wij ervaren God present in de Bij;mer. Juist in het kleine en onaanzienlijke.
De terugweg uit Amsterdam onderbreken we met een wandeling in Naarden-vesting. We zoeken het standbeeld op van de beroemde Tsjechische theoloog en pedagoog Jan Amos Comenius. Menige school is naar hem vernoemd. In zijn tijd was God nog vanzelfsprekend present in kerk en samenleving. Die vanzelfsprekendheid is nu voorbij. God is niet zomaar overal.
B..
