Afbeelding
Robin van Lonkhuijsen

Ingezonden: 'Stop en begin maar he-le-maal opnieuw'

6 mei 2020 om 09:58 Opinie

BARNEVELD De onafhankelijke landelijke Commissie voor de Milieueffectrapportage (MER) heeft het Barneveldse college van burgemeester en wethouders een flinke draai om de oren gegeven in haar oordeel over het gemeentelijke milieueffectrapport, dat uiteindelijk zou moeten leiden tot een voorkeurslocatie voor windmolens in de gemeente Barneveld.

Het rapport even aanpassen is niet eenvoudig, gelet op de keiharde conclusies van de Commissie MER. Wellicht grijpt ons college deze kans om haar visie op windenergie te herzien en tegelijkertijd haar geloofwaardigheid naar de landelijke commissie te herstellen.

De Commissie MER was glashelder in haar oordeel. Zo gebruikt het Barneveldse milieueffectrapport onjuiste criteria voor de milieueffecten bij de dertien onderzochte locaties. Relevante gegevens over geluidshinder en de daarmee samenhangende gezondheidsrisico’s ontbreken. Er is een overschatting van tenminste twintig procent van de te verwachten duurzame energieopbrengst en er is geen afstemming met de Regionale Energie Strategie Foodvalley (RES).

Als je zo’n oordeel krijgt op een ingediend onderzoeksrapport op de universiteit of zelfs de middelbare school, dan staat er als conclusie onder: onvoldoende! Of, zoals cabaretier Jochem Myjer het tegenwoordig verwoordt: ‘Stop maar, begin maar he-le-maal opnieuw!’

Ik kan mij enigszins voorstellen hoe de leden van de Commissie MER met verbazing van hun stoel vielen na het lezen van zo’n knullig rapport. Heeft dit college überhaupt met inwoners gesproken? En niet alleen dat. Hebben ze ook geluisterd? Waarom biedt een college van b. en w. een rapport aan, waarin onderzoekscriteria niet kloppen, relevant gegevens ontbreken en waarin een onjuiste voorspelling wordt gedaan? En waarom heeft er geen overleg en afstemming met de regio plaatsgevonden? Kortom, de commissieleden MER hebben zich ongetwijfeld afgevraagd wat de geloofwaardigheid van dit rapport is.

Dat je iets te optimistisch bent over de te verwachten energieopbrengst van windmolens kan ik mij voorstellen. Met een aantal windmolenbedrijven in de gemeente en een groene lobby die met zakken geld loopt te zwaaien, ligt het voor de hand dat het college de cijfertjes naar boven afrondt. Maar dat je je niets aantrekt van talloze adviezen en voortschrijdend inzicht in de effecten van windmolens op volksgezondheid, landschapsarchitectuur en het welzijn van je eigen inwoners, dan neem je volgens mij je taak als wethouder en volksvertegenwoordiger totaal niet serieus.

Inwoners uit de gemeente, of het nu Voorthuizen, Stroe, Terschuur, Zwartebroek, De Glind of andere kerngebieden betreft, hebben hun zorgen keer op keer uitgesproken richting de gemeentelijke adviescommissie dat de gehanteerde minimale afstand van vierhonderd meter tussen een woning en een hoge windmolen veel te klein is. In Duitsland, voorloper in windenergie, is al in 2016 besloten dat de minimale afstand tussen turbines en bewoning minimaal tien keer de tiphoogte moet bedragen. In Denemarken is het plaatsen van turbines stopgezet in afwachting van onderzoek naar de relatie tussen windmolens en gezondheidsklachten. Blijkbaar komen de gidslanden tot inkeer en het Barneveldse college zou er goed aan doen om eens naar dit soort ontwikkelingen te kijken. Ik vraag me echt af of er een wethouder in onze gemeente is die wel eens op honderd meter afstand van een draaiende windmolen heeft gestaan. Gewoonweg om te ervaren hoe het is om onder een windmolen te wonen.

In de gemeente Hoeksche Waard namen Tweede Kamerleden onlangs een kijkje bij Windpark Spui. Ook om een duidelijk beeld te krijgen van de gevolgen die zo’n windpark voor de leefomgeving heeft gehad. Het niets onthullende citaat van parlementariër Henk van Gerven (SP): “Waarom hebben verantwoordelijken dit laten gebeuren? Hier is duidelijk geen rekening gehouden met de gezondheids- en leef aspecten van de bewoners, die deze turbines zomaar in hun tuin geplaatst hebben gekregen. Dit had nooit gemogen.”

Gemeente Hoeksche Waard is slechts een voorbeeld. Er zijn er helaas talloze. Bovendien is er meer en meer onderzoek beschikbaar naar de effecten van windmolens op gezondheid en vooral welzijn van omwonenden. Hoe is het toch mogelijk dat ons college dit soort voortschrijdend inzicht totaal negeert?

De vraag is, wat nu? Terugkomend op Jochem Myjers ‘Begin maar he-le-maal opnieuw’ principe zou ik het Barneveldse college willen adviseren om zorgvuldig te kijken naar alternatieven voor de opwekking van energie. Dat is niet alleen verstandig, het is ook uit te leggen aan de burgers in de gemeente Barneveld. Als gemeente kun je simpelweg het voorzorgsbeginsel toepassen als er plannen zijn voor de bouw van windturbines in een bewoonde omgeving. Dit houdt in dat de gemeente beschermende maatregelen kan nemen tegen mogelijk schadelijke milieu- en gezondheidseffecten van een situatie, ook als die effecten nog niet onomstotelijk zijn bewezen. Provincies en gemeenten werd bijvoorbeeld geadviseerd om bij ruimtelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk te vermijden dat kinderen langdurig in de magneetveldzone van een hoogspanningsleiding verbleven vanwege de aanwijzingen dat deze de kans op leukemie bij kinderen verhoogden. Inmiddels is er voor deze relatie voldoende bewijs.

Kortom, terug naar de tekentafel voor een herziene visie op energie. Oh ja, zorg er wel voor dat de nieuwe plannen worden afgestemd met de Regionale Energie Strategie Foodvalley (RES). Dat staat iets minder knullig.

J. Coenen, Voorthuizen

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie