Lonieke Waayenberg (links) en Hilde Pater.
Lonieke Waayenberg (links) en Hilde Pater. Pauw Media

'Zo'n gesprek zou ik wel vaker willen'

6 juni 2014 om 07:51 hartenziel

BARNEVELD „Bij ons is het niet gebruikelijk dat een vrouw predikant kan worden", vertelt Lonieke Waayenberg (15). 29Ze is lid van de Hersteld Hervormde Gemeente Barneveld-Kootwijkerbroek-Voorthuizen en reageert op haar gesprekspartner. Hilde Pater (16), aangesloten bij de Protestantse Gemeente Barneveld, hoopt later dominee 29te worden. Lonieke: „Toch ga ik je er niet om veroordelen. Jij hebt vast weer dingen bij ons waar je het niet mee 29eens bent."

Martin Boon

Aanleiding voor de ontmoeting is een recent onderzoek van het 29Sociaal en Cultureel Planbureau: 'Geloven binnen en buiten verband'. De conclusies daarin over jongeren en kerk baarden opzien. In het kort luiden die: 17- tot 30-jarigen zijn gemiddeld orthodoxer dan andere leeftijdsgroepen. Net als anderen weten minder jongeren de weg naar kerken te vinden. Maar als ze gaan, dan zijn ze behoorlijk trouw in hun kerkbezoek. Ook hangen ze vaker traditionele leerstellingen aan. Twijfel aan het bestaan van God kennen ze bijvoorbeeld minder dan andere leeftijden. En het 29geloof in een leven na de dood vindt vooral bij hen steun.

Hilde en Lonieke verschillen van elkaar in achtergrond. Beiden zijn actief betrokken in hun eigen 29gemeente. Ze hebben elkaar nog niet eerder gesproken. Een 29gesprek met hen schiet alle kanten op. Soms zijn ze het roerend met elkaar eens. Op andere momenten staan ze lijnrecht tegenover elkaar. Twijfelen ze weleens aan het geloof? Hilde: „Ik twijfel er niet aan dat er een God is. Het lijden vind ik soms wel onbegrijpelijk. Dat is ook de kritiek die ik van ongelovigen hoor: waarom doet God er niets aan?" Lonieke: „Het kan ook een roepstem zijn voor ons. Sommigen mensen veranderen door wat ze overkomt. Ze gaan dichter bij God leven."

Onlangs schreef Hilde een werkstuk over de vraag: bestaat de duivel? „Ik ontdekte daarin dat in de Bijbel het kwaad vaak wordt gekoppeld aan mensen. God veroorzaakt het lijden meestal niet, maar Hij helpt doorgaans mensen die het kwaad treft." En bestaat de duivel volgens haar? „Ik weet het niet. Het beeld van de duivel met hoorntjes is in elk geval pas in de Middeleeuwen ontstaan", antwoordt ze. Lonieke: „Ik denk wel dat hij bestaat. God levert strijd voor ons met de duivel. Wij moeten ook strijden. Als alles goed gaat, ga je makkelijk denken." Wat bedoelt ze met strijd? „Echt geen oorlog ofzo. Niet heel heftig. Wel dat het goed is als het niet vanzelf gaat. Dat leert je bidden tot God. We hebben telkens weer bekering nodig. Maar begrijp me goed: ik wens niemand zorgen toe."

Lonieke denkt nog wat verder na over bekering. „Om me heen hoor ik nog weleens de vraag: moet God ons bekeren of kunnen mensen zelf ook veranderen? Ik vind dat wel lastig. Sommigen gaan dan met de handen over elkaar zitten en wachten op een teken. Maar ik hoorde pas iets moois. God heeft de eerste stap al gezet met Zijn lijden en sterven. Het is aan ons wat wij daarmee doen."

Alle twee zijn welbespraakt, het formuleren van gedachtes gaat hen makkelijk af. Het lijkt erop dat ze gewend zijn dit soort gesprekken te voeren. Hoe kijken ze aan tegen mensen die niet naar de kerk gaan? Lonieke: „Zonder mijn geloof zou ik veel missen. Het is een houvast. Aan de andere kant: als je onkerkelijk bent, weet je ook niet wat je mist. Af en toe ontmoet ik niet-christenen, maar niet zo vaak."

Hilde: „Het mooie aan geloven vind ik dat je dat doet met andere mensen. Zonder de kerk zou je er maar alleen voor staan. Nu kun je van elkaar leren." Een leeftijdgenoot van Hilde op haar middelbare school is moslim. „Van hem steek ik het nodige op. Hij zou alles doen voor zijn geloof. Ongelooflijk, die toewijding. Dat zie ik bij christenen niet zo vaak."

Lonieke: „Wat moslims geloven lijkt soms veel op dat van ons. Toch is evangelisatie wel belangrijk. Op catechisatie is mij weleens uitgelegd hoe je het geloof aan hen kunt uitleggen. Maar soms vind ik het moeilijk: zij denken weer dat zij het bij het rechte eind hebben."

Op zondag gaan ze doorgaans naar de kerk. Wat spreekt ze het meeste aan in de diensten? „De preek is belangrijk. Iedereen moet het kunnen begrijpen. Voorbeelden uit deze tijd helpen daarbij. Vaak is dat bij ons wel zo", aldus Lonieke. Hilde kiest voor de zegen aan het einde van de viering. „Dat is iets waarmee je de week ingaat. Verder is een dienst vooral een moment van rust voor mij. Even bezinning."

Hilde en Lonieke vinden elkaar al snel als het gaat over de commotie rond de juichpakken van Roy Donders bij de Jumbo in Barneveld. Alle ophef vinden ze maar overdreven. Lonieke: „Waar mensen zich niet druk om maken! Denk liever eens aan christelijke vrouwen die onderdrukt worden in Sudan. Daar gaat het om mensenlevens. Hier hebben we het over een paar lappen stof." Een deel van de frustratie is ook de beeldvorming die ontstaat door de jongste rel. Lonieke: „Mensen hebben vaak een verkeerd beeld van reformatorische christenen. Het klopt bijvoorbeeld ook niet dat iedereen bij ons altijd in het zwart gekleed gaat."

Lonieke: „Hoe denk jij dan over het hebben van een roeping als predikant?" Hilde: „Dat zit hem voor mij ook in wie ik ben, mijn karakter. Als het beroep bij me past en als het goed gaat, dan is het blijkbaar mijn roeping."

Aan het einde van een uur praten over geloof en kerk zijn ze beiden goedgemutst. Het uitwisselen van standpunten en reageren op 29elkaars ervaringen is bevallen. Lonieke: „Ik vond het echt interessant. Leuk om te doen.Zoiets zou ik wel vaker willen. In mijn eigen kerk denkt iedereen toch ongeveer hetzelfde. Dan ben je in vijf minuten uitgepraat. Nu is dat wel anders."

 

 

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie
advertentie